006121970005 - page 23

23
3.1 De beroepscontext
Het is de bedoeling dat je binnenkort op BPV gaat. Dit betekent dat je de komende
periode in een bedrijf zult gaan werken. Het doel van deze BPV is dat jij je oriënteert
op de beroepspraktijk van jouw vakgebied. Daarom heeft de projectwijzer de naam
‘Beroepsoriëntatie ’.
Je gaat ondervinden in hoeverre je reeds ‘verworven competenties’, kennis en
vaardigheden van nut zijn bij je werkzaamheden binnen een bedrijf. Herken je de
functies die je op school hebt doorlopen en wordt er in het bedrijf ook projectmatig
gewerkt? Natuurlijk is het zinvol te onderzoeken in wat voor organisatie je werkt en
hoe de werksfeer of bedrijfscultuur is. Het onderzoeken van al deze facetten van de
werkomgeving geeft je inzicht in je toekomstige beroep en de competenties die je
verder in je opleiding moet gaan ontwikkelen.
Je wilt ook weten welke producten of diensten het bedrijf levert. Is het werken
aan deze technieken iets voor jou? Is het ook interessant om je in een bepaalde
technische ontwikkeling extra te verdiepen? Doe je liever grof, fijn, schoon, binnen,
buiten, technisch, commercieel of tekenwerk? Ook kan de ervaring van invloed zijn
op de keuzes die je gaat maken tijdens het vervolg van je studie. Wil je bij dit bedrijf
nog vaker BPV doen of is er een leuke job met toekomstperspectief?
Wat de beroepscontext (wat is het voor een bedrijf en voor welke klanten werk je)
precies wordt, zal soms pas helder worden wanneer je bij een bedrijf gesolliciteerd
hebt. Soms wordt het pas helder als je er een poosje werkt.
I...,13,14,15,16,17,18,19,20,21,22 24,25,26,27,28,29,30,31,32,33,...85
Powered by FlippingBook