8
plaatwerker
Na deze beroepstaak
Als je deze beroepstaak goed uitvoert, kun je:
• Ponsgereedschap samenstellen met de juiste snijspeling.
• Bepalen of een gereedschap scherp of stomp is.
• Ponsgereedschappen instellen in de machine (revolver of houder).
• Het juiste programma in de machine laden en uitlezen, daarna opslaan in de
computer.
• Met alle betrokkenen in het werkproces overleggen, zodat de werkzaamheden
goed verlopen. Dit moet resulteren in goede producten, die binnen de gestelde
tijd zijn geproduceerd.
• Werkstuktekeningen en uitslagtekeningen juist interpreteren.
• Werkstuk en uitslag juist meten volgens de gestelde normen op tekening.
• Invullen van de juiste documenten, ordergeleidebonnen, storingsformulieren,
kwaliteitsformulieren en onderhoudsformulieren.
• Het op de juiste manier uithalen van de ponsgereedschappen en deze op de
juiste manier demonteren, schoonmaken en opbergen.
• De machine en de werkplek schoonhouden en de machine voor de volgende
bewerking gebruiksklaar maken.
• De machine schoon houden en volgens het smeerschema smeren met de juiste
smeermiddelen.
• Werken volgens de veiligheids-, Arbo- en bedrijfsregels.
• Metingen en controles uitvoeren om te voldoen aan de eisen
• Gereedschappen, machines en werkplek schoonhouden.
Op school komt de volgende vaktheorie aan de orde:
• tekeninglezen
• uitslagen maken
• CNC-besturingen
• knippen
• zetten
• kanten (persbuigen)
• ponsen
• polytechniek
• rekenen/wiskunde
• meten en controleren
• materialenleer
–– koel- en smeermiddelen
• veiligheid VCA
–– herkennen van verschillende PBM’s
–– hijs- en transportmiddelen
–– Arbo/veiligheid