CZW20120053 - page 13

11
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
VRAAGGERICHT WERKEN
voldoende
goed
onvoldoende
Werkproces 2.3 Begeleidt cliënt/groep tijdens activiteiten
B Aansturen
–– instructies en aanwijzingen
geven
–– diversiteit benutten
p
Dit betekent dat:
• je de activiteiten helder en duidelijk uit kunt leggen
• je rekening houdt met de verschillen van de deelnemers
zodat:
• de verschillende deelnemers weten wat er van hen verwacht
wordt.
C Begeleiden
–– motiveren
p
Dit betekent dat:
• je de deelnemers motiveert om hun best te doen
• je zorgt voor enthousiasme
zodat:
• er een grote kans op slagen is van de activiteit.
K Vakdeskundigheid
toepassen
–– vakspecifieke manuele
vaardigheden aanwenden
–– expertise delen
p
Dit betekent dat:
• je kennis over geschikte werkvormen toepast
• je toont dat je hierin zelf bekwaam bent
zodat:
• de deelnemers in technisch opzicht zo goed mogelijk
begeleid worden.
L Materialen en
middelen inzetten
–– materialen en middelen
doeltreffend gebruiken
p
Dit betekent dat:
• je zelf goed op de hoogte bent van het gebruik van de
benodigde materialen en middelen
zodat:
• de doelen waarvoor je ze gebruikt, behaald worden.
R Op de behoeften en
verwachtingen van de
klant richten
–– klanttevredenheid in de
gaten houden
p
Dit betekent dat:
• je tijdens de activiteit regelmatig checkt of de cliënt/groep
tevreden is/zijn
zodat:
• ze effectief en naar tevredenheid samenwerken.
T Instructies en
procedures opvolgen
–– werken conform
veiligheidsvoorschriften
R
Dit betekent dat:
• je de materialen en apparatuur op een veilige manier
gebruikt
• je de veiligheid van de deelnemers tijdens de activiteit in de
gaten houdt
zodat:
• je zo min mogelijk risico’s loopt op het gebied van veiligheid
en dat de doelen bereikt kunnen worden.
1...,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12 14,15,16
Powered by FlippingBook