CZW20120197

Meneer De Krom heeft vroeger in de tuinbouw gewerkt, maar durft niet goed te zeggen dat hij het heel leuk vindt. Je collega vraagt aanmeneer De Krom hoe we het bestemet deze bloemen om kunnen gaan. Hij geeft zeer uitgebreid antwoord. Mevrouw De Jong heeft wat hulp nodig bij het insteken van de bloemen. Jij laat haar de bloem vasthouden en jij beweegt haar hand zodat het voor haar wat makkelijker wordt. Ze is trots op het groeiende resultaat. Af en toe hebben jij en je collega oogcontact, je hoeft niet zoveel te zeggen om elkaar toch te begrijpen. Mevrouw Claessen pakt ineens een paar bloemen vast. Jij vraagt of ze ook wat materiaal wil hebben ommee te doen, dat wil ze… Je ziet plotseling dat mevrouw Van Dessel mevrouw De Jong op dezelfdemanier aan het helpen is zoals jij het deed. Na een uurtje intensief te hebben gewerkt zegt meneer Jansen: “Ik heb wel zin in koffie.” Je collega vraagt of hij in wil schenken. Dat wil hij graag. Hij serveert er nog een koekje bij en jij zegt dat hij een goede gastheer is. Tijdens de koffie wordt er druk gekletst en na afloop van de activiteit is iedereen tevreden en trots op het resultaat. In het, naar bloemen ruikende, grand café praten jij en je collega nog even na over de bewoners en deze geslaagde activiteit. Gwen is leerling bij een activiteitencentrum voor mensenmet eenmeervoudige beperking ‘Bubbels’. Demeesten functioneren sociaal emotioneel en cognitief op babyniveau. Gwen vraagt zich af of zij met haar cliënten ontwikkelingsgerichte activiteiten kan doen. Haar opleider geeft aan dat ze het mag uitproberen. Gwen heeft in de theorie gelezen dat mensen die op een laag cognitief niveau functioneren dit compenseren door op andere gebieden uit te blinken. Bepaalde zintuigen zijn dan juist goed te ontwikkelen. Om die reden komt zij op het idee om een aantal kort sensopathische activiteiten te doen. Gericht op voelen, smaak en geur. Samenmet een andere stagiaire stelt zij een aantal ‘koffers’ samen waarin spullen zitten die de zintuigen prikkelen. Deze koffers zien er aantrekkelijk en versierd uit, maar hebben neutrale kleuren. Zij bieden de cliënten de spullen uit de koffers aan; cliëntenmogen ruiken, voelen en proeven. Aan lichaamstaal, gezichtsuitdrukking en geluidenmerken de beide stagiaires dat hun activiteit geslaagd is. De opleider van Gwen gaf later wel aan dat ze grote en zachte spullenmoeten gebruiken. Met harde dingen kunnen cliënten niets en te kleinematerialen worden snel in demond gestopt met alle gevaren van dien. Deze feedback neemt Gwenmee om de koffers nog beter samen te stellen.

6

MEDEWERKERMAATSCHAPPELIJKE ZORG - Fase 3

Made with