006PWIB0017

Projectgroep Wanneer je een duaal traject volgt, voer je je project alleen of samen met anderen uit. Je wordt dan vooral begeleid en beoordeeld door mensen uit het bedrijfsleven. Als je een project op school realiseert, kun je het beste in een projectgroep van ongeveer vier leden werken. Eén van de groepsleden functioneert als projectleider. De projectleider kan gedurende deze periode competenties ontwikkelen om leiding te geven aan mensen en aan een werkproces. Taken die de projectleider in deze periode op zich neemt, zijn onder andere: • voorzitter bij overleg met de projectgroep • de werkzaamheden binnen de projectgroep verdelen • alle informatie in een map oftewel het projectdossier verzamelen Bij projectwijzer 12 en 13 kunnen andere studenten deze rol vervullen. Het is de bedoeling dat iedereen, aan het einde van leerjaar 4, een keer als projectleider heeft gefunctioneerd. Van de projectleider als voorzitter wordt verwacht: • het voorbereiden van de bijeenkomsten (agenda, tijdsindeling, knelpunten) • het aanstellen van een notulist • het afhandelen van de agendapunten • het leer- en samenwerkingsproces goed laten verlopen (spreektijd, samenvattingen geven, stimuleren, besluiten nemen, bemiddelen bij conflicten) Aanpak van het project Het project dat je in deze periode gaat realiseren en waarvoor je onderhoudsvoorstellen gaat ontwikkelen, is mogelijk een voortzetting van hetgeen je aan de hand van PW 10 zelf hebt ontworpen. Verdiep je toch goed in de opdracht, de beroepscontext en de eisen die worden gesteld. Om je mate van competent zijn groei door te laten maken, zul je steeds zelfstandiger moeten leren werken (nu complexiteit C). Bij het opstarten en afsluiten van de projectfasen zal waarschijnlijk geen projectbegeleider meer aanwezig zijn. Wel zul je wekelijks een gesprek hebben met de opdrachtgever en kun je op verzoek je begeleider spreken. Een aantal opdrachten kun je gezamenlijk maken, maar veel zal er individueel moeten worden aangepakt. In leerjaar 4 moet je je tenslotte ook individueel kwalificeren. Verdeel de projectopdracht zo, dat je elk een eigen deel plant, produceert, tekentechnisch bijwerkt en verantwoordt. Persoonlijke ontwikkeling Bij dit project kun je nog oefenen om kerntaak 3 en 4 competent uit te voeren. Bij het werken aan PW 12 en 13 dien je te bewijzen dat je het in complexiteit D kan. De manier van werken, de opdrachten en de manier van verantwoorden zijn daarom al vergelijkbaar met die van PW 12 en 13. De beoordelingsformulieren achterin de projectwijzer kun je, samen met de bijbehorende producten, bewaren in je portfolio. Bij het kwalificerende deel zul je dergelijke formulieren ook samen met de gemaakte producten moeten bewaren in een kwalificerende map. Je begeleiders kunnen er nu al voor kiezen dergelijke formulieren al of niet te ondertekenen. Tijdens het kwalificerende traject is dat in ieder geval noodzakelijk. Tijdens het project wordt in de definitiefase een Plan van Aanpak gemaakt en maak je voor jezelf een mini-POP. Het is heel belangrijk dat je in dit mini-POP zaken invult waarvan je denkt dat je een achterstand hebt. Denk daarbij vooral eens aan bepaalde competenties. Als het goed is, kun je steeds beter eigen keuzes maken. Een belangrijk onderdeel van deze projectwijzer is dat je leert aan te tonen dat je competent hebt gehandeld, door je te laten observeren, door productbeoordeling, interviews, gesprekken en presentatie. • namens de groep communiceren met de begeleiders • het evaluatiegesprek aan het einde van het project leiden

- 7 -

Made with