CZW20120185

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

Werkproces 1.5 Begeleidt een zorgvrager C Begeleiden

P Dit betekent dat: • je een sturende, motiverende of activerende begeleiding biedt • je de kraamvrouw stimuleert om handelingen en activiteiten zoveel mogelijk zelf uit te voeren zodat: • de kraamvrouw een positieve instelling en vertrouwen in haar eigen kunnen opbouwt en zoveel mogelijk zelfstandig gaat en blijft functioneren. Dit betekent dat: • jemantelzorger, naasten adviseert om rekening te houden met hun draagkracht • je hun gerichte adviezen geeft hoe zij hun draagkracht kunnen versterken zodat: • demantelzorger, naasten van de kraamvrouw niet overbelast raken. P Dit betekent dat: • je betrokkenheid toont bij het fysieke enmentale welzijn van de kraamvrouw en de pasgeborene • je de kraamvrouw en de pasgeborenemet respect en geduld behandelt zodat: • er een goede relatie bestaat als basis voor de begeleiding bij de zelfredzaamheid. P Dit betekent dat: • je controleert of er aan de verwachtingen en wensen van de kraamvrouw, naasten voldaan wordt • je de tevredenheid zo objectief mogelijk vaststelt zodat: • de kraamvrouw en naasten tevreden zijn en blijven over de begeleiding bij de zelfredzaamheid.

–– adviseren –– motiveren

D Aandacht en begrip tonen

–– interesse tonen –– verdraagzaamheid en welwillendheid tonen –– bezorgdheid tonen voor anderen R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

–– klanttevredenheid in de gaten houden

Werkproces 1.9Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties

P Dit betekent dat:

E Samenwerken en overleggen

• je (tijdig) anderen inschakelt

zodat: • de kraamvrouw en de pasgeborene snel en adequaat worden behandeld en begeleid.

–– anderen raadplegen en betrekken

18

VERZORGENDE-IG - Fase 3

Made with