CZW20120147

C. Begeleiden van een groepje leerlingen Je begeleidt het groepje leerlingen uit opdracht B . zes keer. Bespreek met de leerkracht welke individuele resultaten je wilt bereiken met de leerlingen en je aanpak. D. Theoretisch onderzoek Samen met de leerkracht (eventueel internbegeleider of de zorgcoördinator in het VMBO) kies je een klein groepje leerlingen met een beperking die je op het verzorgende vlak gaat begeleiden, bijvoorbeeld leerlingen met een beperking op het gebied van de motoriek, de zintuigen of de spraak. Het accent van je begeleiding ligt op het stimuleren van de zelfredzaamheid. T.a.v. de verzorging kun je denken aan hygiëne, veiligheid en persoonlijke verzorging. Je bestudeert met behulp van literatuur de aard van de beperking, de bijkomende problemen, het gedrag en eventuele ontwikkelingsachterstand. Maak hiervan een verslag. Beschrijf hierin ook op welke manier de leerlingen het beste door de onderwijsassistent begeleid kunnen worden.

E. Maak een plan van aanpak voor het stimuleren van de zelfredzaamheid Maak een plan van aanpak op basis van de kennis die je hebt opgedaan in opdracht D .

F. Uitvoeren en evalueren van het plan van aanpak voor het stimuleren van de zelfredzaamheid Na overleg met de leerkracht voer je het plan van aanpak in opdracht E . uit. Tijdens het uitvoeren zorg je ervoor dat je de zelfredzaamheid van de leerlingen stimuleert. Na het uitvoeren van je plan schrijf je een rapportage.

Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

9

BEGELEIDEN VAN KLEINE GROEPEN

Made with