14DTPEXO1

Animerende publicatie

N I V E A U 2 M E D E W E R K E R D T P

versie 2, gebaseerd op kwalificatiedossier 2012 - 2013 voor student, begeleiders en beoordelaars

kwal i f icat iedossier 2012-2013

crebo 95707 en 95708

niveau 2

DTP-er

versie 2 gebaseerd op kwalificatiedossier 2012-2013

M E D E W E R K E R D T P

Examen-dossier crebonummer n 95707 GOC n 95708 Savantis aankruisen wat van toepassing is

Versie voor Student, Projectbegeleiders, Praktijkbegeleiders en Beoordelaars *14DTPEX01*

Colofon

Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van het Consortium Beroepsonderwijs.

Directeur en managementteam M. Wouters, L. Fine, B. Huijberts, I. Rabelink, A. Pijnenburg

De volgende docenten hebben meegewerkt aan de totstandkoming van dit examendossier H. B. Aalbersberg ROC Midden Nederland M. Kolpa ROC van Amsterdam

Redactie H. B. Aalbersberg

Omslag/Lay-out MicrowebEdu BV i.s.m. mind-works

© 2014 Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

versie: DTP2_KD2012-bw_v06

Inhoud

Colofon . 2

1. Inleiding. 5

2. Informatie voor de student . 7

2.1 Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 2.2 Kwalificering. . . . . . . . . . . . . . . . . 8 2.3 Beoordeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 2.4 Cesuur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 2.5 Hulpmiddelen. . . . . . . . . . . . . . . . 14

3. Afnamecondities. 15

3.1 Plaats van uitvoering . . . . . . . . . . . . . 15 3.2 Complexiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 3.3 Omschrijving proces van afname . . . . . . . . 19 3.4 Stroomschema proces van afname . . . . . . . . 21

4. Voorbereiding. 23

4.1 Oriëntatie op je afsluitingsplannen. . . . . . . . 23 4.2 Invullen afsluitingsplannen . . . . . . . . . . . 24

5. Uitvoering . 27

5.1 Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 5.2 Opdrachtomschrijving en in te leveren producten per werkproces. . . . . . . . . . . . . . . . 29

6. Resultaat . 39

6.1 Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 6.2 Beoordelingsformulieren per werkproces. . . . . . 41 6.3 Uitslag en reflectie . . . . . . . . . . . . . . 58

7. Nederlands en Moderne Vreemde Talen. 59

7.2 Nederlands. . . . . . . . . . . . . . . . . 60 7.3 Moderne Vreemde Talen (Engels). . . . . . . . . 61

8. Rekenen en Wiskunde . 63

9. Loopbaan en Burgerschap. 65

10. Informatie voor de organisatie. 67

10.1 Algemene informatie. . . . . . . . . . . . . . 68

10.2 Aanvullende informatie voor de verantwoordelijke

op de school. . . . . . . . . . . . . . . . . 69

10.3 Aanvullende informatie voor de verantwoordelijke

op de afnamelocatie. . . . . . . . . . . . . . 71

10.4 Aanvullende informatie voor de beoordelaars . . . . 72

Bijlage 1 Afsluitingsplan per kerntaak........................................ 74 Bijlage 2 Beoordelingsmethoden...............................................77 Bijlage 3 Richtlijnen Beoordelingsgesprek.................................79 Bijlage 4 Referentie-opdracht bij kerntaak 1 en 2..................... 81 Bijlage 5 Bijlagen bij opdracht. ..................................................84 Bijlage 6 Overzicht in te leveren bewijsstukken .........................85 Bijlage 7 Scoretabel Medewerker DTP. .....................................86 Bijlage 8 Begrippenlijst............................................................... 87 Bijlage 9 Niveaubepaling leesvaardigheid..................................90 Bijlage 10 Niveaubepaling luistervaardigheid.............................92 Bijlage 11 Niveaubepaling spreekvaardigheid............................94 Bijlage 12 Niveaubepaling gespreksvaardigheid........................96 Bijlage 13 Niveaubepaling schrijfvaardigheid.............................98 Bijlage 14 Formulier feedback examen door studenten........... 100 Bijlage 15 Omrekentabel van O-V-G naar cijfers ..................... 102

Overzicht werkprocessen en competenties met criteria.......... 103

1. Inleiding

Beste student,

Voor je ligt het examendossier voor de opleiding Medewerker DTP. Dit dossier is de routebeschrijving voor je examen. Jij toont in de komende periode aan dat je in staat bent omde kerntaken van je opleiding competent uit te voeren. Je school bepaalt in overleg met jou waar je examen kunt doen. Het kan zijn dat je dat volledig bij één of meerdere bedrijven kunt doen. Het kan ook zijn dat je dat deels bij één of meerdere bedrijven en deels op school gaat doen. Je kunt dit examendossier ook helemaal op school uitvoeren. Voor je met je examen begint, moet je precies weten waar je wat gaat doen. Je zult van tevoren afspraken over je werkzaamheden maken met de mensen voor wie je werkt. Soms is het moeilijk om alle werkzaam- heden binnen één opdracht of project uit te voeren. De werkzaamheden bij de werkprocessen zijn zo opgebouwd dat je ze ook met verschil- lende opdrachten kunt doen. Aan de hand van je afsluitingsplannen (zie hoofdstuk 4) wordt vastgesteld of de door jou aangegeven opdracht(en) van het niveau van een beginnend Medewerker DTP zijn. In hoofdstuk 5 vind je een omschrijving van je werkzaamheden per werkproces en in hoofdstuk 6 vind je de beoordelingsformulieren per werkproces. Tijdens dit examen voer je ieder werkproces zelfstandig uit. De producten worden beoordeeld op bruikbaarheid in het bedrijfsleven. Je wordt beoordeeld door zowel mensen uit het bedrijfsleven als door mensen van je school.

5 Hoofdstuk 1. Inleiding

Tijdens je examen is het van belang dat je zelf alle bewijzen verzamelt die nodig zijn. We adviseren je daar deze map voor te gebruiken. Hierin kun je de door jou gemaakte producten met de ingevulde beoordelingsformu- lieren opslaan. Aan het einde van de periode kun je het complete dossier aan de examencommissie overhandigen. Je voert alle opdrachten bij de werkprocessen uit in een periode van ongeveer 2 tot 8 weken. Je school bepaalt de wijze waarop je dit examen- dossier uitvoert.

Succes bij het uitvoeren van dit examendossier!

Informatie voor begeleiders Dit examendossier is zo opgebouwd dat de student werkproces voor werkproces kan uitvoeren en de benodigde bewijzen kan verzamelen. Voor het kwalificeren is het van belang dat hij zelf alle bewijzen verzamelt die daarvoor nodig zijn. Wij adviseren u de student alle bewijzen in dit dossier op te laten slaan. Aan het einde van deze periode kan de student het volledige dossier dan bij de examencommissie inleveren. Sommige scholen kiezen voor een systeem waarbij de student tijdens zijn examen producten en beoordelingsformulieren inlevert, die bewaard worden in een apart dossier. In hoofdstuk 10 staat aanvullende informatie die van belang is voor de organisatie en de beoordelaars. Digitale ondersteuning en aanvullingen bij dit examendossier kunt u vinden bij www.consortiumbo.nl. Bij de kwalificatie Medewerker DTP staan twee crebonummers aangegeven. Dat komt omdat bij het kwalificatiedossier DTP-er twee kenniscentra betrokken zijn. De kwalificaties hebben de volgende crebonummers: De school is verplicht het dossier een bepaalde periode bewaren voor de onderwijsinspectie.

DTP-er

GOC

Savantis

Medewerker DTP

95707

95708

6

Examendossier

2. Informatie voor de student

2.1 Inleiding

2.2 Kwal i f icer ing

2.3 Beoordel ing

2.4 Cesuur

2.5 Hulpmiddelen

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk vind je de informatie over de voorbereiding op het examen, het examen zelf en de beoordeling, de cesuur (wanneer ben je geslaagd) en de toegestane hulpmiddelen. Tijdens het examen is het van belang dat je alle bewijzen verzamelt die daarvoor nodig zijn. Een lijst met bewijsstukken vind je in bijlage 6. Je kunt de bewijsstukken verzamelen bij een van de lege tabbladen in dit examendossier.

Digitale bestanden bewaar je in overleg met je school.

7 Hoofdstuk 2. Informatie voor de student

2.2 Kwal i f icer ing

Met dit examendossier ga je voldoen aan de gestelde eisen in het kwalifi- catiedossier DTP-er voor de kwalificatie Medewerker DTP.

Je wordt getoetst op twee kerntaken:

Kerntaak 1: Verricht voorbereidende werkzaamheden voor de reali- satie van een media-uiting In kerntaak 1 maak je een voorstel voor een media-uiting. Je krijgt hiervoor een opdracht van je leidinggevende. Eerst interpreteer je de opdracht en controleer je aangeleverde informatie. Je maakt een planning voor je werk zorgt ervoor dat de juiste hulpmiddelen aanwezig zijn. Dan maak je een eenvoudig voorstel voor de media-uiting. Je gaat na of je voorstel aansluit bij de wensen van je leidinggevende.

Werkproces

Competentie

E Samenwerken en overleggen Q Plannen en organiseren T Instructies en procedures opvolgen E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten

Organiseert (eigen) werkzaamheden en werkplek

1.1

Ontvangt en bespreekt de ingekaderde opdracht

1.2

Maakt een voorstel voor een media-uiting

1.3

Omgaan met verandering en aanpassen

U

Kerntaak 2: Realiseert media-uiting In kerntaak 2 realiseer je een media-uiting. Je bereidt deze realisatie zorgvuldig voor. Zo zorg je ervoor dat alle bestanden aanwezig en bruikbaar zijn. Je maakt de media-uiting en overlegt met je leidinggevende over aanpassingen. Je spreekt af welke materialen en bestanden opgeslagen moeten worden.

8

Examendossier

Werkproces

Competentie

E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen Q Plannen en organiseren T Instructies en procedures opvolgen E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten Q Plannen en organiseren S Kwaliteit leveren V Met druk en tegenslag omgaan E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten S Kwaliteit leveren T Instructies en procedures opvolgen V Met druk en tegenslag omgaan E Samenwerken en overleggen L Materialen en middelen inzetten S Kwaliteit leveren T Instructies en procedures opvolgen

Verzamelt en controleert bestanden en content

2.1

Bewerkt en maakt bestanden en content

2.2

2.3 Maakt de media-uiting op

2.4 Rondt zijn opdracht af

Achter het laatste tabblad vind je een handig uitklapvel met een overzicht van kerntaken, werkprocessen, competenties en de eisen die daarbij horen.

2.3 Beoordel ing

Beoordeling van werkprocessen Tijdens je examen wordt beoordeeld of je de werkprocessen van de twee kerntaken competent uitvoert. Een werkproces beschrijft de werkzaamheden die je moet uitvoeren en het gewenste resultaat. Per onderliggende competentie wordt gekeken naar het resultaat van je werkzaamheden, naar je gedrag en naar het inzetten van je kennis en vaardigheden. Het resultaat van je werkzaamheden kan een product zijn, een dienst, een tevreden klant enzovoort.

Er wordt beoordeeld of je de bij het werkproces vereiste competenties voldoende hebt ontwikkeld.

9 Hoofdstuk 2. Informatie voor de student

Kerntaak

Werkproces:

omschrijving werkzaamheden met gewenst resultaat

Competenties:

omschrijving gedrag en inzet kennis en vaardigheden met een gewenst resultaat

In hoofdstuk 5 staat voor elk werkproces omschreven welke werkzaam- heden je moet verrichten en welke producten je daarbij moet leveren.

In hoofdstuk 6 vind je vervolgens voor elk werkproces een apart beoor- delingsformulier. In de beoordelingsformulieren staat aangegeven welke eisen aan elk van de producten worden gesteld. Bij elke onderliggende competentie staat omschreven wat het gewenste gedrag is en welke kennis en/of vaardigheden je moet inzetten om tot het gewenste resultaat te komen. Werkprocessen worden beoordeeld met O – V - G O = onvoldoende V = voldoende G = goed Hoe de score tot stand komt ligt vast in de cesuur (zie hoofdstuk 2). In de bijlagen vind je een omrekentabel naar cijfers. Beoordelingsmethoden Om tot een zo objectief mogelijk oordeel te komen, word je beoordeeld door meerdere personen en op meerdere manieren. Observatie : Je beoordelaar observeert je als je aan het werk bent. Hij stelt vast of je voldoet aan de eisen die bij de competenties worden gesteld. Productbeoordeling : Je beoordelaar stelt vast of je product voldoet aan de eisen die bij het product staan aangegeven. Daarnaast moeten je producten ook altijd voldoen aan de criteria die het bedrijfsleven stelt aan de producten. Beoordelingsgesprek : Je beoordelaar vraagt waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet en hij achterhaalt zo nodig wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd. Er worden drie beoordelingsmethoden ingezet:

10 Examendossier

In bijlage 2 staat omschreven wat de beoordelingsmethoden precies inhouden en hoe en door wie ze worden uitgevoerd. In bijlage 3 staan de richtlijnen voor een beoordelingsgesprek. Beoordelen van producten De aangegeven producten moeten voldoen aan alle (eventueel wettelijke) eisen die de branche en/of de beroepspraktijk en/of de opdrachtgever stelt. In de beoordelingsformulieren staat bij de producten aangegeven aan welke eisen ze moeten voldoen. Onvoldoende Een product is onvoldoende wanneer niet wordt voldaan aan een of meer van de criteria bij het product. V Voldoende Een product is voldoende wanneer wordt voldaan aan de criteria bij het product. G Goed Een product is goed wanneer het resultaat bovengemiddeld is. Beoordelen van competenties Bij elk van de competenties bij een werkproces staat aangegeven welk competent gedrag van je wordt verwacht en wat het gewenste resultaat is. Producten worden beoordeeld met O – V – G . O

Het gewenste resultaat is meestal een product of een dienst.

Voor de beoordeling van je gedrag, staan bij de competentie de eisen waaraan je moet voldoen. Dat zijn eisen die betrekking hebben op je gedrag en op de kennis en vaardigheden die je moet tonen.

11 Hoofdstuk 2. Informatie voor de student

Competenties worden beoordeeld met O – V – G .

O Onvoldoende aangetoond Het gewenste resultaat is onvoldoende en/of je laat het gewenste gedrag onvoldoende zien en/of je zet onvoldoende kennis en/of vaardigheden in. Voldoende aangetoond Het gewenste resultaat is voldoende en je laat het gewenste gedrag zien en je zet voldoende kennis en vaardigheden in. Goed aangetoond Het gewenste resultaat is voldoende of goed. Je gedrag is bovenge- middeld en/of je zet kennis en vaardigheden bovengemiddeld in. V G

Proces van beoordelen Zie ook het schema in paragraaf 3.3 en 3.4.

Van tevoren laten je beoordelaars weten wanneer er wordt beoordeeld en door wie.

De school en je bedrijf geven van tevoren aan welke beoordelaar welke onderdelen beoordeelt. • Als werkprocessen in de BPV worden uitgevoerd, zullen beoordelaars uit de praktijk alle producten en competenties beoordelen. Een aantal producten en competenties worden ook beoordeeld door iemand van je school. • Wanneer werkprocessen op je school in een gesimuleerde omgeving worden uitgevoerd, zullen bij een aantal producten en competenties meerdere beoordelaars worden ingeschakeld. De beoordeling gaat zo: • Tijdens de werkzaamheden word je geobserveerd. • Je levert op de van tevoren afgesproken tijdstippen de gevraagde producten in. • Je beantwoordt de gestelde vragen tijdens het beoordelingsgesprek. Je beoordelaars stellen tijdens een vaststellingsgesprek je definitieve scores vast. Deze scores worden vastgelegd in de beoordelingsformu- lieren. Beoordelingen ‘ O nvoldoende’ en ‘ G oed’ worden toegelicht. Je begeleider van school bespreekt de resultaten met jou. Je mag altijd je eigen bewijsstukken en de daarbij behorende beoordeling inzien. Je ondertekent elk beoordelingsformulier.

12 Examendossier

Om in aanmerking te komen voor een diploma moeten alle bewijsstukken door jou worden aangeleverd bij je begeleider van de school. Bewijs- stukken zijn: de afsluitingsplannen, beoordeelde producten en ingevulde beoordelingsformulieren. Een lijst met de bewijsstukken vind je in bijlage 6.

Je school controleert of je alle bewijsstukken tijdig hebt aangeleverd.

Vervolgens beslist de examencommissie op basis van de gehanteerde cesuur (zie paragraaf 2.4) of je geslaagd of gezakt bent voor dit examen. De school laat je op een vooraf bekend gemaakt tijdstip de uitslag weten.

Informatie voor begeleiders

Bij langere examenperiodes kunnen er meerdere beoordelingsmomenten worden gekozen.

Omdat de school verantwoordelijk is voor de diplomering worden bij examinering in de BPV een aantal producten en competenties ook beoordeeld door iemand van de school. Er zijn dan twee beoordelaars. Omdat er meerdere beoordelaars bij een werkproces betrokken zijn, wordt er aan het eind van het examen door alle beoordelaars een vaststellingsgesprek gehouden (zie paragraaf 10.4). Tijdens dat vaststellingsgesprek stellen de beoordelaars de definitieve beoordelingen per product en vervolgens per competentie vast. De eindbeoordeling van een competentie gebeurt op basis van de uitkomsten van alle beoordelingsmethoden. Op basis van de cesuur wordt de score op het werkproces bepaald. De definitieve beoordelingen O-V-G voor de producten, voor de competenties en voor de werkprocessen worden vastgelegd in de beoordelingsformulieren. Bij een score O of G op een product of competentie wordt bij in het vakje ‘Opmerkingen’ aangegeven waar die score vandaan komt. Alle beoordelaars ondertekenen het voorblad van het beoordelingsformulier. De verantwoordelijke van school legt de definitieve beoordelingsformulieren ter ondertekening voor aan de student. De resultaten worden besproken. Alle bewijsstukken worden door de student aangeleverd. Naast de ondertekende beoordelingsformulieren zijn dit de reeds eerder beoordeelde producten en de twee afsluitingsplannen.

13 Hoofdstuk 2. Informatie voor de student

2.4 Cesuur

Examen • Voor het behalen van dit examen moet je voor de twee kerntaken tenminste een ‘ V oldoende’ behalen. Kerntaak • Een kerntaak is ‘ V oldoende’ als alle onderliggende werkprocessen tenminste beoordeeld zijn met ‘ V oldoende’. Een kerntaak is ‘ G oed’ als 55% van de onderliggende werkpro- cessen beoordeeld is met ‘ G oed’ en de overige werkprocessen met ‘ V oldoende’. Werkproces • Een werkproces is ‘ V oldoende’ als 55% of meer van de onderliggende competenties met ‘ V oldoende of G oed’ is beoordeeld. • Een werkproces wordt beoordeeld met ‘ G oed’ als 55% of meer van de competenties is beoordeeld met ‘ G oed’ en de overige competenties met ‘ V oldoende’. Competentie • Een competentie wordt beoordeeld met ‘ V oldoende’ als alle bijbeho- rende producten met een ‘ V oldoende’ beoordeeld zijn. Je hebt het gewenste gedrag laten zien met het bijbehorende resultaat en je hebt voldoende kennis en vaardigheden getoond. • Een competentie wordt beoordeeld met ‘ G oed’ als alle bijbeho- rende producten met een ‘ V oldoende’ of ‘ G oed’ beoordeeld zijn. Je gedrag is bovengemiddeld en/of je toont bovengemiddelde kennis of vaardigheden.

Een school kan afwijken van deze cesuur. In zo’n geval word je tijdig op de hoogte gesteld van de door jouw school gehanteerde cesuur.

Informatie voor begeleiders

In veel gevallen kan via de beoordelingsmethoden ‘Observatie’ en ‘Productbeoordeling’ de score op een competentie worden vastgesteld. Alleen wanneer het gevraagde competente gedrag onvoldoende zichtbaar is en onvoldoende of niet tot uitdrukking komt in de producten, wordt een beoordelingsgesprek als aanvullende beoordelingsmethode opgenomen (werkproces 2.2).

De cesuur wordt gelegd op het niveau van de competenties omdat de verschillen in kwaliteiten/ mogelijkheden tussen de studenten zitten in de competenties.

De essentie van het beroep is vastgelegd in de beschrijving van de werkprocessen. Daarom stellen wij dat de studenten alle werkprocessen met minimaal een voldoende moeten afsluiten.

2.5 Hulpmiddelen

Alle in het vakgebied gebruikte hulpmiddelen zijn toegestaan.

14 Examendossier

3. Afnamecondities

3.1 Plaats van ui t voer ing

3.2 Complexi tei t

3.3 Omschr i jving proces van afname

3.4 St roomschema proces van afname

3.1 Plaats van ui t voer ing

Je kunt de werkzaamheden tijdens je examen uitvoeren op je school of op een of meer BPV-bedrijven. Een combinatie is ook mogelijk.

Je bepaalt (samen met je school) welke werkprocessen je in de BPV uitvoert en welke werkprocessen je eventueel in een gesimuleerde vorm op je school doet. Je doet dit voor dat je met de uitvoering van je examen begint.

Op school

Bij BPV-bedrijf

      

      

werkproces 1.1

kerntaak 1

werkproces 1.2

werkproces 1.3

werkproces 2.1

werkproces 2.2

kerntaak 2

werkproces 2.3

werkproces 2.4

15 Hoofdstuk 3. Afnamecondities

Hoe verloopt het examen op je BPV-bedrijf? Voordat je examen begint, maak je afspraken met je BPV-bedrijf over wat je precies gaat doen om de werkprocessen uit te voeren. Je krijgt op het BPV-bedrijf een begeleider en iemand die je beoordeelt. Dat kan dezelfde persoon zijn. Je weet vooraf je op welke momenten je wordt beoordeeld en ook wat er op dat moment beoordeeld wordt. Iemand van je school zal de kwaliteit van een aantal van de door jou in te leveren producten (mede) beoordelen. Welke producten dat zijn, staat aangegeven in je afsluitingsplan. Tijdens het examen bespreek je met je begeleider op school de voortgang van je werkzaamheden. Dat kan zowel op school als op het BPV-bedrijf gebeuren. De beoordelaar van school bezoekt op van tevoren afgesproken tijdstippen het BPV-bedrijf. Hij beoordeelt dan een aantal werkprocessen. Je weet tevoren welke werkprocessen dat zijn. Hoe verloopt het examen op school? Voordat je examen begint, maakt je begeleider van school afspraken over wat je precies gaat doen om de werkprocessen uit te voeren. Je krijgt op school een begeleider en iemand die je beoordeelt. Dat kan dezelfde persoon zijn. Je weet van tevoren op welke momenten je wordt beoordeeld en wat er dan beoordeeld wordt. Een tweede beoordelaar zal de kwaliteit van een aantal van de door jou in te leveren producten (mede) mede beoordelen. Welke producten dat zijn, staat aangegeven in je afsluitingsplan.

Tijdens het examen bespreek je, een aantal afgesproken keren, met je begeleider op school de voortgang van je werkzaamheden.

De tweede beoordelaar zal ook een aantal van je werkprocessen mede beoordelen. Je weet tevoren welke werkprocessen dat zijn.

16 Examendossier

Informatie voor begeleiders

Bij het examineren van werkprocessen in een BPV-bedrijf Voorafgaand aan de toewijzing van BPV-bedrijven legt de school in overleg met het bedrijf vast welke werkprocessen in aanmerking komen om binnen het bedrijf te examineren. Dat is mede afhankelijk van het type opdrachten dat door het bedrijf wordt uitgevoerd. De opdracht(en) die de student uitvoert, moeten op het gewenste niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar liggen. Wat dat niveau is, wordt verder uitgewerkt in paragraaf 3.2 en hoofdstuk 4. In de bijlagen vindt u een opdracht die kan dienen als referentie.

De school controleert of het bedrijf in staat is om het examen te begeleiden en of de beoordelaar van het bedrijf de beoordelingssystematiek van dit examendossier kan uitvoeren.

De school levert een tweede beoordelaar bij de beoordeling van een aantal producten en werkprocessen. Welke dat zijn staat aangegeven in de beoordelingsformulieren in hoofdstuk 6.

Bij het examineren van werkprocessen in op school Voorafgaand aan het examen legt de school, eventueel in overleg met de student, vast welke werkprocessen in aanmerking komen om op school te examineren. De school maakt zelf een opdracht, levert een opdracht uit het bedrijfsleven of geeft de student toestemming om een zelf verworven opdracht uit het bedrijfsleven uit te voeren. Er kan per werkproces ook aan verschillende opdrachten worden gewerkt. De opdracht(en) die de student uitvoert, moeten op het gewenste niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar liggen. Wat dat niveau is, wordt verder uitgewerkt in paragraaf 3.2 en hoofdstuk 4. In de bijlagen 4 en 5 vindt u een opdracht die kan dienen als referentie of die als examenopdracht kan worden gebruikt. De school levert een beoordelaar die alle producten en werkprocessen beoordeelt. De school levert een tweede beoordelaar bij de beoordeling van een aantal producten en werkprocessen. Welke dat zijn staat aangegeven in de beoordelingsformulieren in hoofdstuk 6. Wanneer alle werkprocessen op school worden uitgevoerd moet de school aantonen op welke wijze het bedrijfsleven betrokken is bij de examinering. Dat kan door de tweede beoordelaar aan te trekken vanuit het bedrijfsleven.

17 Hoofdstuk 3. Afnamecondities

3.2 Complexi tei t

De producten die je maakt en de manier waarop je werkt, zijn op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Voor dat niveau gelden de volgende eisen: • Je voert werkzaamheden uit op het niveau van een compleet werkproces (zie hoofdstuk 5). Je wordt per werkproces beoordeeld (zie hoofdstuk 6). • Je voert je werkzaamheden zelfstandig uit, met begeleiding op afstand. Het vragen om hulp aan collega’s of begeleider op het BPV-bedrijf is toegestaan, maar je vraagt niet meer hulp dan je collega’s. • Je taal- en rekenniveau voldoet aan de volgende eisen: -- Nederlands: • Luisteren: 2F • Lezen: 2F • Gesprekken voeren: 2F

• Spreken: 2F • Schrijven: 2F

-- Engels:

• Luisteren: A2 • Lezen: A1 • Gesprekken voeren: A2

• Spreken: A1 • Schrijven: A2

-- Rekenen:

• Getallen: 2F • Verhoudingen: 2F • Meten en meetkunde: 2F • Verbanden: 1F

18 Examendossier

3.3 Omschr i jving proces van afname

In deze paragraaf staat op volgorde aangegeven welke activiteiten er nodig zijn tijdens de voorbereiding op je examen, tijdens het examen zelf en bij het afronden van je examen.

Nr Activiteit

Betrokkenen

Documenten

Voorbereiden examen Voorlichting geven aan de student over zijn examen. Voorlichting geven aan praktijkbegeleider (mits examen in de BPV wordt afgenomen). Verwerven van passende werkzaamheden binnen de school of het BPV-bedrijf Goedkeuring voor de werkzaamheden en het BPV-bedrijf Het BPV-bedrijf voldoet (bedrijf is door de examencommissie goedgekeurd). Binnen de beschreven opdracht(en) kunnen alle werkprocessen worden uitgevoerd. De opdracht(en) is/zijn juist, compleet en hebben voldoende complexiteit. Plannen Afstemmen waar er wat wordt uitgevoerd en beoordeeld. Voldoen aan startvoorwaarden De school stelt vast dat de student, voordat hij met het examen begint, heeft voldaan aan de voorwaarden van het opleidende deel van de opleiding Start uitvoering examen Alle betrokkenen zijn op de hoogte van de definitieve start van het examen en het afsluitingsplan. Uitvoering opdracht Uitvoering van de opdrachten volgens planning. Beoordelen door diverse beoordelaars De beoordelaars beoordelen producten en voeren de aangegeven beoordelingsmethoden uit volgens de voorgeschreven systematiek.

1.

Student Verantwoordelijke school Verantwoordelijke BPV

• Examendossier Examen- reglement van de school

2

Student Verantwoordelijke school Verantwoordelijke BPV

• Examendossier Hoofd- stuk 4 • Bijlage 1 Afsluitingsplan

3.

(Sub)examencommissie

• Examendossier Hoofdstuk 4 en Hoofdstuk 10 • Afsluitingsplan

4

Examendossier Hoofdstuk 4 en paragraaf 10.2 en 10.3

• Examendossier Hoofdstuk 10 • Overzicht in te leveren bewijsstukken

5

Verantwoordelijke school

6

Student Verantwoordelijke school Verantwoordelijke BPV

• Examendossier Hoofdstuk 10 • Afsluitingsplan

7

Student Verantwoordelijke school Verantwoordelijke BPV Student Verantwoordelijke school Verantwoordelijke BPV

• Examendossier Hoofd- stuk 5

8

• Examendossier Hoofdstuk 2, 6 en 10 • Afsluitingsplan • Beoordelingsmethoden • Richtlijnen Beoordelings- gesprek

Bepalen eindbeoordeling De beoordelaars komen per werkproces tot een gezamenlijke beoordeling

9

Verantwoordelijke school Verantwoordelijke BPV

• Examendossier • Hoofdstuk 2, 6 en 10

19 Hoofdstuk 3. Afnamecondities

Bewijsstukken verzamelen De student verzamelt alle bewijsstukken in zijn examendossier en/of een andere aangewezen opslagplaats. De student levert zijn examendossier in bij de verantwoordelijke van de school. Controleren bewijsstukken Controleren of alle bewijsstukken aanwezig zijn. Vaststellen Eindbeoordeling • Gekwalificeerd (op basis van cesuur). • Niet gekwalificeerd (recht op herkansing bepalen). Diplomering Na afronding vakdossier, Nederlands, Moderne vreemde Talen, Rekenen/ wiskunde en LLB.

10

Student Verantwoordelijke school

Examendossier Hoofdstuk 6

Paragraaf 2.3 en 10.1 Bijlage 8 Overzicht in te leveren bewijsstukken

11

Verantwoordelijke school

Examendossier Paragraaf 10.1

Bijlage 8 Overzicht in te leveren bewijsstukken

12

(Sub)examencommissie

Examendossier Paragraaf 2.4

13

Allen

Diploma

20 Examendossier

3.4 St roomschema proces van afname

Start Kwalificerende periode

Informatie over Kwalificeren

Verwerven passende opdracht

Opdracht verstrekt door ROC

Goedkeuring opdracht?

Plannen

Goedkeuring opdracht?

START Examen

Uitvoeren opdrachten en inleveren producten, waaronder eventuele reflectieverslagen ter beoordeling

Beoordelen

Houden van eventuele presentatie(s) en beoordelingsgesprek(ken)

Vaststellen beoordeling in vaststellingsbijeenkomst

Vaststellen bewijsstukken

Verzamelen en inleveren bewijsstukken

Wel of niet voldaan aan de cesuur?

Herkansing of afgewezen

Diploma

21 Hoofdstuk 3. Afnamecondities

22 Examendossier

4. Voorbereiding

4.1 Or iëntat ie op je afslui t ingsplannen

4.2 Invul len afslui t ingsplannen

4.1 Or iëntat ie op je afslui t ingsplannen

De opdracht(en) De werkzaamheden voor je examen voer je uit binnen een of meerdere opdrachten . In deze tabel zie je welke mogelijkheden er zijn:

Op school

Bij BPV-bedrijf

Opdracht van school

Opdracht uit de praktijk

Eerder door het bedrijf uitgevoerde opdracht

Echte praktijk- opdracht

                           

werkproces 1.1

kerntaak 1

werkproces 1.2

werkproces 1.3

werkproces 2.1

werkproces 2.2

kerntaak 2

werkproces 2.3

werkproces 2.4

De opdrachten moeten op het niveau zijn van een ‘beginnend beroeps- beoefenaar’. In bijlage 4 en 5 vind je een opdracht waar je je eigen werkzaamheden mee kunt vergelijken.

23 Hoofdstuk 4. Voorbereiding

Wanneer je een opdracht van school krijgt, zal deze altijd van het juiste niveau zijn. Wanneer je zelf een opdracht uit de praktijk inbrengt of wanneer je een opdracht of opdrachten van je BPV-bedrijf doet, zal je school vaststellen of die opdracht(en) van het vereiste niveau is/zijn. Als je BPV-bedrijf in de periode dat jij examen doet, geen opdrachten van het vereiste niveau heeft, mag je een opdracht die het BPV-bedrijf al eerder heeft uitgevoerd als examenopdracht gebruiken. Wat doe je en waarop word je beoordeeld? Je onderzoekt wat je straks tijdens de examenperiode precies gaat doen om de werkzaamheden uit hoofdstuk 5 uit te voeren. Welke activiteiten worden er per werkproces van je verwacht en welke producten moet je inleveren? Je onderzoekt waarop je wordt beoordeeld (zie hoofdstuk 6). Welke competenties moet je aantonen en welke eisen horen daarbij? Welke aanvullende eisen worden aan de producten gesteld? De afsluitingsplannen Per werkproces schrijf je de opdracht waaraan je gaat werken nauwkeurig uit in een afsluitingsplan. Ook alle activiteiten die je bij het werkproces uitvoert en de producten die je gaat inleveren schrijf je daarin op. Voor het afsluitingsplan gebruik je het voorbeeld uit bijlage 1. Het afsluitingsplan dien je ter goedkeuring in op school en eventueel bij je BPV-bedrijf. Je maakt een afsluitingsplan per werkproces. Je levert daarom in totaal zeven afsluitingsplannen in. Je begeleider van school zal je helpen bij het invullen van een afsluitingsplan. Je opleiding : In een afsluitingsplan vul je eerst in om welk werkproces het gaat. Je vult je naam, je cohort en het crebonummer van je opleiding in. De laatste twee gegevens krijg je van je school. Waar doe je examen? In de tweede tabel geef je dan aan waar je het werkproces uitvoert. Je kruist ook aan waar je opdracht voor het werkproces vandaan komt. In de bijlagen vind je het formulier voor een afsluitingsplan.

4.2 Invul len afslui t ingsplannen

24 Examendossier

Opdrachtbeschrijving : Omschrijf kort de opdracht die je voor het werkproces uit gaat voeren. • Je geeft daarbij ook aan wie je begeleider is en op welke wijze hij je ondersteunt. • Je geeft aan of en in hoeverre je de opdracht individueel uitvoert en wat jouw verantwoordelijkheden zijn. Deze gegevens worden door de school gebruikt om vast te stellen of je opdracht het niveau heeft van een beginnend Medewerker DTP. Beschrijving activiteiten : In de volgende tabel omschrijf je de verschil- lende activiteiten die je uit gaat voeren bij het werkproces. Je geeft ook aan wanneer je dat doet en wie je begeleider is. • Je geeft aan welke producten je inlevert. De gevraagde producten vind je zowel in hoofdstuk 5 bij de werkzaamheden van het werkproces als in hoofdstuk 6 bij het beoordelingsformulier van het werkproces. • Je zoekt uit wat de deadline is voor het inleveren van de producten en bij wie je ze moet inleveren. Beoordelingsmethode : Bij sommige werkprocessen wordt een aanvullende beoordelingsmethode ingezet. Dat wil zeggen dat er een beoordelingsgesprek wordt gehouden. Bij welke werkprocessen een beoordelingsgesprek wordt gehouden en waar dit over gaat, vind je bij de opdrachten in hoofdstuk 5 en in de beoordelingsformulieren in hoofdstuk 6. • Je geeft de beoordelingsgesprekken aan in het afsluitingsplan. • Je zet er bij waar en wanneer het beoordelingsgesprek wordt gehouden. • Je achterhaalt wie je beoordelaars zijn en geeft aan of zij beoordelen vanuit de school of vanuit het BPV-bedrijf of het bedrijfsleven. Ondertekening :Wanneer alles is ingevuld, onderteken jij het afsluitingsplan van het werkproces en dien je het ter goedkeuring in bij je begeleider op school en als dat nodig is ook bij je begeleider op het BPV-bedrijf.

Na goedkeuring en ondertekening van het afsluitingsplan kun je starten met het examen van het betreffende werkproces.

Je herhaalt deze procedure voor alle werkprocessen. Je school geeft aan wanneer je de zeven afsluitingsplannen moet indienen.

25 Hoofdstuk 4. Voorbereiding

26 Examendossier

5. Uitvoering

5.1 Inleiding

5.2 Opdrachtomschr i jving en in te leveren producten per werkproces

5.1 Inleiding

Wanneer je zeven afsluitingsplannen zijn goedgekeurd begint het examen.

Nu voer je alle activiteiten uit bij de werkzaamheden die in hoofdstuk 5 per werkproces staan aangegeven. Je volgt daarbij de planning die je in je afsluitingsplan van het betreffende werkproces hebt gemaakt. Je houdt het verloop van je werkzaamheden ook bij in je afsluitingsplan.

Bij het uitvoeren van de werkzaamheden word je beoordeeld.

Je bent op tijd aanwezigwanneer er observatiebeoordelingen plaatsvinden.

Je levert de definitieve versies van gevraagde producten ophet afgesproken tijdstip in en controleert of ze worden beoordeeld.

Controleer of alle beoordelingsformulieren goed zijn ingevuld. Als er beoordelingen missen, overleg je met de begeleider van school.

Wanneer je een werkproces hebt afgerond lever je alle bewijsstukken in. In de bijlagen vind je een overzicht van alle bewijsstukken die je moet inleveren.

27 Hoofdstuk 5. Uitvoering

Aanvullende beoordelingen

Tijdens of na afloop van het examen van werkproces 2.2 vindt een beoordelingsgesprek plaats. Je beoordelaars voeren het beoordelingsgesprek uit volgens de richtlijnen die je vindt in de bijlagen van deze map. Je bent tijdig aanwezig op het afgesproken tijdstip waarop het beoordelingsgesprek plaatsvindt. Waar de beoordelingsgesprekken over gaan, vind je bij de opdrachten in hoofdstuk 5 en in de beoordelingsformulieren in hoofdstuk 6.

Informatie voor de beoordelaar en/of begeleiders

Werkproces 1.1 ‘Organiseert eigen werkzaamheden en werkplek’, kan niet worden uitgevoerd zonder eerst werkproces 1.2 ‘Ontvangt en bespreekt de ingekaderde opdracht’ uit te voeren.

Het is raadzaam tijdens het examen eerst de opdracht bij werkproces 1.2 te laten uitvoeren op basis van een briefing of opdracht. Direct aansluitend, of desgewenst op hetzelfde moment, kan de opdracht van werkproces 1.1 worden uitgevoerd, namelijk de planning.

28 Examendossier

5.2 Opdrachtomschr i jving en in te leveren producten per werkproces

Kerntaak 1

Verricht voorbereidende werkzaamheden voor de realisatie van een media-uiting

Werkproces 1.1

Organiseert (eigen) werkzaamheden en werkplek

Let op! Voordat je werkproces 1.1 uitvoert, ontvang je eerst een opdracht van je leidinggevende.

Wat moet je doen? Als je de opdracht begrepen hebt, schrijf je een stappenplan. Hierin beschrijf je welke werkzaamheden je op welk moment gaat doen en ook wat je voor je werkzaamheden nodig hebt. Soms krijg je een aantal deadlines van je leidinggevende die je kunt gebruiken bij het maken van een stappenplan. Je stappenplan bevat in elk geval: • een duidelijke planning waarin je alle stappen weergeeft • je planning begint bij het maken van het eerste voorstel of proef • per stap een korte omschrijving van al je werkzaamheden • per stap het gewenste resultaat • per stap bepaal je welke hulpmiddelen en apparatuur je nodig hebt Geef per stap aan hoeveel tijd je nodig hebt. Omdat je vaak samen aan een opdracht werkt, is het belangrijk om met je opdrachtgever en collega’s te overleggen over je stappenplan. Je laat je leidinggevende tekenen voor akkoord. Tijdens het uitvoeren van de opdracht houd je bij hoeveel tijd je besteedt aan je werk. In veel bedrijven moet je ook orderbonnen of andere administatie bij houden.

Voor én tijdens je werk zorg je voor een schone en nette werkplek.

Wat lever je in? • Een stappenplan. • Een urenregistratie. • Je orderadministratie, als dat gebruikelijk is in het bedrijf of school.

29 Hoofdstuk 5. Uitvoering

Vakkennis en vaardigheden die (deels) toegepast worden bij dit werkproces. Kennis van ontwikkelingen op zijn vakgebied Rekenen: getallen

Kennis van technieken, materialen en hulpmiddelen die in de branche worden toegepast

Informatie voor de beoordelaar en/of begeleiders

Werkproces 1.1 ‘Organiseert eigen werkzaamheden en werkplek’, wordt beoordeeld op verschillende momenten en verschillende manieren:

Eerst bij de start van de opdracht 1. Productbeoordeling: de planning. Na het ontvangen van de opdracht levert de kandidaat zijn planning in. 2. Observatie : de student wordt tijdens zijn werkzaamheden geobserveerd om vast te stellen of hij het in werkproces 1.1 beschreven gedrag laat zien. Vervolgens na de afronding van de opdracht 3. Productbeoordeling : de urenregistratie en eventuele orderadministratie. De kandidaat houdt tijdens het examen een urenregistratie bij. Deze wordt na afronding van zijn werkzaamheden ingeleverd en beoordeeld. Als dat in het bedrijf gebruikelijk is, houdt de kandidaat een orderadministratie bij, bijvoorbeeld in de vorm van orderbonnen. Als hiervan sprake is, wordt deze administratie samen met de urenregistratie, na afronding van de werkzaamheden ingeleverd.

30 Examendossier

Kerntaak 1

Verricht voorbereidende werkzaamheden voor een media-uiting

Werkproces 1.2

Ontvangt en bespreekt de ingekaderde opdracht

Wat moet je doen? Je leidinggevende geeft je een opdracht om een media-uiting te maken. Soms krijg je de opdracht mondeling, soms op papier. Jouw opdracht kan bedoeld zijn voor drukwerk maar ook voor digitale media. Vaak zul je bij de briefing stramienen of andere voorbeelden krijgen die je als basis gebruikt. Bijna altijd krijg je direct alle afbeeldingen, teksten en andere content die je nodig hebt. Je vat alle informatie over de opdracht samen. Uit deze samenvatting blijkt dat je opdracht hebt begrepen. Deze samenvatting bevat: • een beschrijving van wat je moet maken • een beschrijving van het doel van de de media-uiting • een beschrijving van de doelgroep • een opsomming van alle vaktechnische eisen Als je nog vragen hebt of dingen onduidelijk zijn, bijvoorbeeld als de media- uiting online geplaatst moet worden, overleg je met je leidinggevende of collega’s.

Wat lever je in? • De samenvatting van de opdracht.

Vakkennis en vaardigheden die (deels) toegepast worden bij dit werkproces. Communicatieve vaardigheden Nederlands: leesvaardigheid

Kennis van crossmediale toepassingen Kennis van grafische en interactieve media-uitingen

31 Hoofdstuk 5. Uitvoering

Kerntaak 1

Verricht voorbereidende werkzaamheden voor een media-uiting

Werkproces 1.3

Maakt een voorstel voor een media-uiting

Wat moet je doen? Je maakt een eerste voorstel voor de media-uiting. Dit gebeurt meestal in de vorm van een proef. In je voorstel: • gebruik je de aangeleverde ontwerpen, formats en/of stramienen • combineer je de juiste vormgevingselementen, bijvoorbeeld letter- types, kleuren en afbeeldingen • houd je rekening met productspecificaties, typografie en lay-out • houd je als dat nodig is rekening met interactiviteit en gebruiksvriendelijkheid Je laat je leidinggevende het voorstel controleren. Soms is dit een echte ‘presentatie’, maar vaak zul je gewoon je voorstel laten zien. Meestal presenteer je je voorstel met een proef. Afhankelijk van de afspraken, kan je voorstel bijvoorbeeld een goede print zijn of een digitaal prototype. Zorg dat je proeven van goede kwaliteit zijn. Tijdens de presentatie noteer je de opmerkingen van je leidinggevende. Als hij opmerkingen of correcties heeft, maak je een nieuwe versie van je voorstel. Dit voorstel lever je ter beoordeling in. * Als na deze correctierondes je voorstel nog niet is goedgekeurd, mag een leidinggevende of collega je helpen je voorstel in orde te maken. Je bent dan gezakt voor werkproces 1.3. Je hebt dan recht op een herkansing, waarover je afspraken maakt met je school. Vakkennis en vaardigheden die (deels) toegepast worden bij dit werkproces. Kennis van vormgeefelementen Vaardigheid in het gebruiken van materialen en hulpmiddelen bij het vormgeven van een media-uiting Vaardigheid in het toepassen van technieken voor het vormgeven van een media-uiting Rekenvaardigheden Rekenen: meten en meetkunde Nederlands: mondelinge taalvaardigheid Voordat je het definitieve voorstel inlevert, zijn er maximaal twee correctierondes mogelijk.*

Wat lever je in? • Een voorstel voor een media-uiting (proef, proeven of een digitaal prototype).

32 Examendossier

* Voor de beoordelaar. Als namaximaal twee correctierondes het voorstel nog niet in orde is, dan is de productbeoordeling van de media-uiting in WP1.3 onvoldoende.

De student maakt dan samen met de leidinggevende en/of een collega het voorstel gereed. De student gaat dan wel verder met zijn examen.

Volgens de cesuur, paragraaf 2.4, moeten de producten met minimaal een voldoende beoordeeld worden. Is de media-uiting na twee correctierondes onvoldoende, dan is de student gezakt voor dit werkproces. De school moet de student in dit geval op de hoogte stellen van de manier waarop de herkansing voor dit werkproces wordt georganiseerd.

33 Hoofdstuk 5. Uitvoering

Kerntaak 2

Realiseert de media-uiting

Werkproces 2.1

Verzamelt en controleert bestanden en content

Wat moet je doen? Je verzamelt en controleert bestanden en content (bijvoorbeeld teksten, foto’s, beeldmateriaal, afbeeldingen, huisstijl, fonts, logo en geluidsbestanden). Maak een duidelijk overzicht van alle materialen die je nodig hebt. Kies zelf een manier waarop je dit overzicht maakt, of doe dit zoals je dat hebt geleerd. Zorg in ieder geval dat je in je overzicht duidelijk laat zien:

• welke stramienen of formats je nodig hebt • welke bestanden en content je nodig hebt • welke materialen zijn aangeleverd • welke materialen moet je zelf zoeken of maken

Je zorgt ervoor dat bestanden op tijd bij jou worden aangeleverd. Je hebt dan voldoende tijd om ze te bewerken. Je slaat alles vindbaar op en zorgt voor een goed beheer van die bestanden. Je werkt volgens de richtlijnen van de organisatie en je zorgt voor back-ups. Vakkennis en vaardigheden die (deels) toegepast worden bij dit werkproces. Kennis van bestandsformaten in combinatie met de software Vaardigheid in het toepassen van backuptechnieken Vaardigheid in werken met DTP-software Rekenen: verhoudingen Lezen en toepassen van Engelse informatie ten behoeve van de voorbereiding van de media-uiting

Wat lever je in? • Overzicht van alle bestanden die nodig zijn voor je media-uiting. • Een beschrijving of planning van de manier waarop je back-ups maakt

34 Examendossier

Kerntaak 2

Realiseert de media-uiting

Werkproces 2.2

Bewerkt en maakt bestanden en content

Wat moet je doen? Vaak moet content worden aangepast zodat deze technisch geschikt is voor de media-uiting. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: kleur, formaat, resolutie, bestandsgrootte etc. Soms moet content (ook) inhoudelijk geschikt worden gemaakt. Bijvoor- beeld door retoucheren, vrijmaken, kleuraanpassingen etc. Eventueel maak je in overleg met je leidinggevende op basis van bestaand materiaal nieuwe content. Een voorbeeld is het omzetten van pixels naar vectoren, of zorgen dat een grafiek of logo geschikt is voor drukwerk. Je zorgt dat de aangepaste content op tijd klaar is. Ook als je weinig tijd hebt, neem je op tijd de juiste maatregelen. Als er problemen zijn, overleg je zo nodig met collega’s of je leidinggevende.

Vakkennis en vaardigheden die (deels) toegepast worden bij dit werkproces. Vaardigheid in werken met DTP-software Nederlands: schrijfvaardigheid Rekenen: verhoudingen

Wat lever je in? • Er worden geen producten gevraagd

Let op! Werkproces 2.2 wordt beoordeeld met een beoordelingsgesprek. Achter in de map vind je een beschrijving van deze beoordelingsmethode. Bereid je voor op dit gesprek door de onderstaande competenties goed door te lezen. In de beoordelingsformulieren van werkproces 2.2 in hoofdstuk 6 kun je precies lezen waaraan je moet voldoen. Tijdens het beoordelingsgesprek worden kritische vragen gesteld. Mogelijke onderwerpen zijn: • de aanpassingen die nodig waren aan de content • de manier waarop je deze aanpassingen hebt doorgevoerd • de manier waarop je zorgde dat alles op tijd klaar was Het beoordelingsgesprek bij werkproces 2.2 gaat over de competenties ‘Samenwerken en overleggen’, ‘Vakdeskundigheid toepassen’, ‘Materialen en middelen inzetten’, ‘Plannen en organiseren’ ‘Kwaliteit l everen’ en ‘Met druk en tegenslag omgaan’

35 Hoofdstuk 5. Uitvoering

Kerntaak 2

Realiseert de media-uiting Maakt de media-uiting op

Werkproces 2.3

Wat moet je doen? Je gebruikt het goedgekeurde eerste voorstel om de definitieve media- uiting op temaken. Je doet dit met behulp van geschikte beeldbewerkings-, teken- of opmaakprogramma’s. Regelmatig controleer je of de media-uiting voldoet aan de eisen. Soms is het nodig om tussentijds te overleggen met je collega’s of leidinggevende.

Je controleert de specificaties voor aanlevering van de media-uiting en voert zo nodig correcties door. Voor online producten test je de werking.

Eventuele problemen of storingen meld je aan je leidinggevende. Je legt de media-uiting ter goedkeuring voor aan je leidinggevende.

Vakkennis en vaardigheden die (deels) toegepast worden bij dit werkproces. Kennis van kleurenleer Kennis van typografie Lezen en toepassen van Engelse informatie ten behoeve van de realisatie van de media-uiting Toepassen van opmaakprincipes Vaardigheid in werken met DTP-software Nederlands: begrippenlijst en taalverzorging Nederlands: schrijfvaardigheid Wat lever je in? • Een opgemaakte en goedgekeurde media-uiting die voldoet aan de specificaties. (open bestand) Let op! Werkproces 2.3 wordt deels beoordeeld met een beoordelingsgesprek. Achter in de map vind je een beschrijving van deze beoordelingsme- thode. Bereid je voor op dit gesprek door de onderstaande competenties goed door te lezen. In de beoordelingsformulieren van werkproces 2.3 in hoofdstuk 6 kun je precies lezen waaraan je moet voldoen. Tijdens het beoordelingsgesprek worden kritische vragen gesteld. Mogelijke onderwerpen zijn: • op welke manier tijdsdruk je prestaties beinvloedde • welke maatregelen je nam om te zorgen dat je op tijd klaar was

Het beoordelingsgesprek bij werkproces 2.2 gaat over de competentie ‘V’ Met druk en tegenslag omgaan.

36 Examendossier

Made with