14ZW2HPCW

Helpenden - Serie 2014 14ZW2HPCW

Helpende Zorg & Welzijn Niveau 2

Competentiewijzer

Competentiewijzer (2014-hzw-2-cw)

Opleiding: Helpende zorg en welzijn Niveau 2 Fase 1

Artikelnummer 14ZW2HPCW

Colofon

Dit is een uitgave van Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Manager Zorg & Welzijn I. Rabelink

Ontwikkelteam Helpende Zorg & Welzijn R. van der Hoek (ontwikkelteamleider) F. Koster-Holtman I. Kolen L. Wesseling M. Polman P. Mertens-Debats

Eindredactie A. Brink M. Brok

Ontwerp/DTP H. Aalbersberg R. Bokma appeltje-n grafische ontwerpen

© 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Verantwoording Stichting Consortium Beroepsonderwijs heeft van alle haar bekende rechthebbenden op de in deze publicatie opgenomen teksten en afbeeldingen toestemming gekregen om deze te gebruiken.

www.consortiumbo.nl

Helpende Zorg en Welzijn

Inleiding Deze competentiewijzer is afgeleid van het kwalificatiedossier Helpende Zorg & Welzijn 2011. Bij iedere competentie is een lijst gegeven van kennis, vaardigheden en houding die in de hele opleiding gedurende de 2 fasen voorkomen. Dit is geen uitputtende lijst, maar dekt wel de werkprocessen en de bijbehorende competenties.

De lijst kan naar eigen inzicht aangevuld worden.

De competentiewijzer is bedoeld voor studenten en opleiders. De verwachtingen en eisen van het beroep en de opleiding in de betreffende fase komt door de competentiewijzer goed in beeld. Als student kun je voor jezelf vaststellen wat sterke en minder sterke kanten zijn binnen de verschillende competenties en werkprocessen. De competentiewijzer is een handig hulpmiddel bij het formuleren van je leerdoelen in het persoonlijke ontwikkelingsplan (POP).

Opleiders kunnen de competentiewijzer gebruiken bij de ondersteuning van studenten bij hun studieloopbaan.

Ontwikkelteam Helpende Zorg & Welzijn R. van der Hoek (ontwikkelteamleider) F. Koster-Holtman I. Kolen L. Wesseling M. Polman P. Mertens-Debats

3

Competentiewijzer

Helpende Zorg en Welzijn

Inhoud

Pagina

Competentie D:

5

Aandacht en begrip tonen

Competentie E:

6

Samenwerken en overleggen

Competentie J:

7

Formuleren en rapporteren

Competentie K:

8

Vakdeskundigheid toepassen

Competentie L:

9

Materialen en middelen inzetten

Competentie Q:

10

Plannen en organiseren

Competentie R:

11

Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

Competentie T:

13

Instructies en procedures opvolgen

4

Zorg & Welzijn serie 2014

Competentie D: Aandacht en begrip tonen

Werkprocessen:

1.3 Ondersteunt bij persoonlijke verzorging/ADL (BP 1.2) Componenten: luisteren, bezorgdheid tonen voor anderen Eindgedrag: Je luistert naar de zorgvrager. Je bent vriendelijk. Je toont bezorgdheid.

2.1 Ondersteunt een cliënt/zorgvrager op emotioneel gebied (BP 1.4) Componenten: interesse tonen, luisteren, inleven in andermans gevoelens, anderen steunen Eindgedrag: Je toont oprecht interesse voor de zorgvrager en diens naasten. Je luistert en je leeft je in in de emoties van de zorgvrager.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • je eigen kwaliteiten, wensen en waarden • • de regels van het reflecteren • • verschillende manieren van communiceren • • verschillende gesprekstechnieken • • de achtergronden van emoties bij zorgvragers

• • je kwaliteiten, wensen en waarden verwoorden • • de effecten van je eigen gedrag op anderen inschatten en daar mee omgaan • • rekening houden met de omstandigheden van anderen en dat vertalen naar de manier waarop je met hen omgaat • • reflecteren • • verschillende gesprekstechnieken toepassen • • respectvol in gesprek gaan met zorgvragers

• • communicatief • • sociaal • • klantgericht • • open • • echt

• • inlevend • • reflectief • • invoelend • • respectvol • • tolerant • • welwillend

• • ...............................................

• • ...................

• • .......................................................

5

Competentiewijzer

Helpende Zorg en Welzijn

Competentie E: Samenwerken en overleggen

Werkprocessen:

3.2 Stemt de werkzaamheden af (BP 1.1) Componenten: anderen raadplegen en betrekken, proactief informeren, afstemmen Eindgedrag: Je vraagt advies aan collega’s en leidinggevende. Je informeert jouw collega’s en leidinggevende uit jezelf (proactief). Je overlegt over je werk en stemt af.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • de regels van de Nederlandse taal • • de afspraken die gelden voor de wijze waarop je over je werk praat • • de regels m.b.t. advies vragen • • de regels m.b.t. overleg en vergaderen

• • in goed Nederlands communiceren • • advies vragen • • informatie geven op de juiste momenten; niet te vaak en niet te weinig • • met anderen overleggen over je eigen werk en dat van anderen • • een nuttige bijdrage leveren in het werk- en teamoverleg

• • communicatief • • sociaal • • open • • eerlijk • • oprecht • • invoelend • • proactief (uit jezelf) • • coöperatief (sa- menwerkend) • • collegiaal

• • ...............................................

• • .......................................................

• • ...................

6

Zorg & Welzijn serie 2014

Competentie J: Formuleren en rapporteren

Werkprocessen:

1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan (BP 1.1, BP 1.3) Componenten: correct formuleren, vlot en bondig formuleren Eindgedrag: Je gebruikt in je werkplanning, schriftelijk of mondeling, de juiste woorden en uitdrukkingen. 1.5 Handelt in onvoorziene situaties (BP 1.4) Componenten: nauwkeurig en volledig rapporteren, vlot en bondig formuleren Eindgedrag: Je rapporteert op tijd, duidelijk en precies aan collega’s en/of leidinggevende over de onvoorziene of onveilige situaties. 3.2 Stemt de werkzaamheden af (BP 1.1) Componenten: nauwkeurig en volledig rapporteren, vlot en bondig formuleren Eindgedrag: In het het werk- en teamoverleg rapporteer je volledig, nauwkeurig, vlot en bondig over je werkzaamheden. 3.3 Evalueert de werkzaamheden (BP 1.3, BP 1.4) Componenten: vlot en bondig formuleren Eindgedrag: In je evaluatie gebruik je, schriftelijk of mondeling, de juiste woorden en uitdrukkingen. In een evaluatie breng je jouw mening en bevindingen over de zorgverlening helder en bondig naar voren.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • de regels van de Nederlandse taal • • de woorden en uitdrukkingen die gebruikt worden binnen de instelling m.b.t. het maken van een werkplanning • • de regels van het rapporteren, zowel mondeling als schriftelijk • • de regels van het evalueren

• • in goed Nederlands communiceren • • kort en krachtig je werkplanning aan anderen duidelijk maken (je gebruikt hierbij de juiste woorden en uitdrukkingen, je kunt dit zowel mondeling als schriftelijk) • • informatie geven op de juiste momenten • • met anderen overleggen over je eigen werk en dat van anderen • • de gebruikte ICT-middelen toepassen

• • zorgvuldig • • planmatig • • helder en bondig • • volledig en nauwkeurig • • duidelijk • • serieus • • proactief (uit jezelf) • • coöperatief (sa- menwerkend)

• • ...............................................

• • .......................................................

• • ...................

7

Competentiewijzer

Helpende Zorg en Welzijn

Competentie K: Vakdeskundigheid toepassen

Werkprocessen:

1.3 Ondersteunt bij persoonlijke verzorging/ADL (BP 1.2) Componenten: vakspecifieke fysieke kwaliteiten tonen Eindgedrag:

Je bent handig. Je reageert snel. Je hebt uithoudingsvermogen.

1.5 Handelt in onvoorziene situaties (BP 1.4) Componenten: vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Eindgedrag: Je kunt in onvoorziene of onveilige situaties snel en/of veel informatie opnemen. Je hebt snel duidelijk wat de situatie is.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • de regels van de Nederlandse taal • • de doelgroep • • het werkveld • • de regels m.b.t. klantgericht werken • • de toepassing van materialen en middelen die nodig zijn voor de persoonlijke zorg/ADL • • de regelgeving m.b.t. hygiëne, veiligheid, Arbo, milieu, kwaliteitszorg en ergonomisch werken • • manieren om de deskundigheid op jouw werkterrein bij te houden

• • in goed Nederlands communiceren • • ondersteunen bij persoonlijke zorg / ADL – – wassen

• • communicatief • • inlevend • • open

– – aan- en uitkleden – – uiterlijke verzorging – – toiletgang – – bewegen en verplaatsen – – eten en drinken – – algemeen welbevinden • • vakbekwaam handelen

• • reflectief • • leergierig

• • nauwkeurig • • proactief (uit jezelf) • • zorgvuldig • • deskundig

• • .......................................................

• • ...................

• • ...............................................

8

Zorg & Welzijn serie 2014

Competentie L: Materialen en middelen inzetten

Werkprocessen:

1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie (BP 1.3) Componenten: geschikte materialen en middelen kiezen, goed zorg dragen voor materialen en middelen, materialen en middelen doelmatig gebruiken, materialen en middelen doeltreffend gebruiken Eindgedrag: Je gebruikt de juiste (schoonmaak)middelen, materialen en methoden. Je gaat zorgvuldig om met de middelen en materialen. Je zorgt voor het onderhoud. 1.4 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten en recreëren (BP 1.1) Componenten: geschikte materialen en middelen kiezen, goed zorg dragen voor materialen en middelen Eindgedrag: Je kiest bij de ondersteuning van (sociale) activiteiten en vrije tijd de juiste materialen en middelen. Je zorgt voor het onderhoud.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • de regels van de Nederlandse taal • • de toepassing van verschillende (schoonmaak)middelen en materialen • • verschillende manieren van schoonmaken • • de regelgeving m.b.t. hygiëne, veiligheid, Arbo, milieu, kwaliteitszorg en ergonomisch werken

• • in goed Nederlands communiceren • • bij het ondersteunen en uitvoeren van

• • communicatief vaardig • • sociaal vaardig • • handig • • nauwkeurig • • enthousiast • • kostenbewust • • milieubewust • • efficiënt (doeltreffend en doelmatig) • • kwaliteits- bewust • • creatief in het vinden van oplossingen

huishoudelijke werkzaamheden (opruimen , schoonmaken, textiel

verzorgen, bedden opmaken, helpen bij de maaltijdbereiding, boodschappen doen, sfeervol en gezellig maken van ruimten) gebruik maken van de juiste materialen, middelen en methoden • • bij het ondersteunen van (sociale) activiteiten (spel, dans, toneel, knutsel) gebruik maken van de juiste materialen, middelen en methoden • • de materialen en middelen efficiënt inzetten

• • ...............................................

• • .......................................................

• • ...................

9

Competentiewijzer

Helpende Zorg en Welzijn

Competentie Q: Plannen en organiseren

Werkprocessen:

1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan (BP 1.1, BP 1.3) Componenten: doelen en prioriteiten stellen, activiteiten plannen, tijd indelen Eindgedrag:

Je neemt in jouw werkplanning prioriteiten op. Je plant de werkzaamheden en materialen. Je geeft aan hoeveel tijd de werkzaamheden kosten.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • de regels van de Nederlandse taal • • de afspraken m.b.t. het maken van en het werken volgens een planning • • de ICT-mogelijkheden voor plannen en organiseren in de instelling

• • in goed Nederlands communiceren • • op een duidelijke manier een werkplanning opzetten, hierbij: – – stel je doelen – – plan je werkzaamheden – – geef je prioriteiten aan – – organiseer je mensen en middelen • • de beschikbare tijd indelen • • handelen volgens de methodiek • • ICT-middelen toepassen

• • communicatief • • collegiaal

• • doelgericht • • klantgericht • • zorgvuldig • • methodisch (planmatig)

• • ...............................................

• • ...................

• • .......................................................

10

Zorg & Welzijn serie 2014

Competentie R: Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

Werkprocessen:

1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan (BP 1.2, BP 1.3) Component: aansluiten bij behoeften en verwachtingen Eindgedrag: Je stemt de werkplanning af op de behoeften, wensen en gewoonten van de zorgvrager en naasten. 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie (BP 1.3, Voortgangsgesprek) Componenten: behoeften en verwachtingen achterhalen, aansluiten bij behoeften en verwachtingen Eindgedrag: Je gaat na wat de wensen, behoeften en mogelijkheden van de zorgvrager zijn met betrekking tot het huishouden. 2.2 Ondersteunt een cliënt/zorgvrager bij de zelfredzaamheid (BP 1.4) Componenten: behoeften en verwachtingen achterhalen, aansluiten bij behoeften en verwachtingen Eindgedrag: Je gaat na of jouw ondersteuning aansluit bij de verwachtingen, mogelijkheden en beperkingen van de zorgvrager. 3.3 Evalueert de werkzaamheden (BP 1.3, Voortgangsgesprek) Component: klanttevredenheid in de gaten houden Eindgedrag: Je gaat na of je hebt aangesloten bij de wensen, behoeften en mogelijkheden van de zorgvrager. Je vraagt regelmatig of de zorgvrager tevreden is over de geboden ondersteuning. Je neemt klachten serieus.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • de regels van de Nederlandse taal • • de doelgroep • • de afspraken van de instelling m.b.t. klantgericht werken

• • in goed Nederlands communiceren • • vragen naar wensen, behoeften en mogelijkheden op het gebied van het voeren van de huishouding • • vragen naar wensen, behoeften en mogelijkheden op het gebied van de woning

• • communicatief • • inlevend • • open • • flexibel/ meegaand • • sociaal vaardig • • klantgericht

• • ...............................................

11

Competentiewijzer

Helpende Zorg en Welzijn

Competentie R: Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten (vervolg)

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • vragen naar wensen, behoeften en mogelijkheden op het gebied van de persoonlijke zorg • • vragen naar wensen, behoeften en mogelijkheden op het gebied van de zelfredzaamheid • • je werkzaamheden hierop afstemmen

• • flexibel • • methodisch (planmatig)

• • ...................

• • .......................................................

12

Zorg & Welzijn serie 2014

Competentie T: Instructies en procedures opvolgen

Werkprocessen:

1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan (BP 1.2, BP 1.3) Componenten: instructies opvolgen Eindgedrag: Je volgt bij het maken van jouw werkplanning de instructies en aanwijzingen op. Je houdt rekening met het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan. 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie (BP 1.3) Componenten: instructies opvolgen, werken conform veiligheidsvoorschriften Eindgedrag: Je werkt volgens de werkplanning.

Je werkt volgens instructies. Je werkt volgens richtlijnen.

Je werkt volgens (veiligheids)voorschriften. Je werkt volgens de visie van de organisatie. Je werkt volgens de wettelijke regelgeving. Je werkt volgens de beroepscode. Je werkt volgens de geldende protocollen.

1.4 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten en recreëren (BP 1.1) Componenten: werken conform veiligheidsvoorschriften Eindgedrag: Je werkt volgens veiligheidsvoorschriften.

1.5 Handelt in onvoorziene situaties (BP 1.4) Componenten: werken conform veiligheidsvoorschriften, werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen Eindgedrag: Je rapporteert op tijd, duidelijk en precies aan collega’s en/of leidinggevende over de onvoorziene of onveilige situaties.

3.2 Stemt de werkzaamheden af (BP 1.1) Componenten: discipline tonen Eindgedrag: Je bereidt je voor op werk- en teamoverleg. Je komt op tijd.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • de regels van de Nederlandse taal • • de afspraken van de instelling m.b.t. het werken volgens werkplanning • • de instructies, richtlijnen en geldende protocollen m.b.t. het uitvoeren van je werkzaamheden • • de (veiligheids)voorschriften • • de wettelijke regelgeving • • de beroepscode • • het werkveld

• • in goed Nederlands communiceren • • de kwaliteit van je werk garanderen doordat jij je houdt aan voorgeschreven richtlijnen • • je werk uitvoeren met inachtneming van regels en procedures

• • communicatief vaardig • • sociaal vaardig • • methodisch (planmatig) • • kwaliteits- bewust

• • .......................................................

• • betrokken • • leergierig

13

Competentiewijzer

Helpende Zorg en Welzijn

Competentie T: Instructies en procedures opvolgen (vervolg)

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • regels en standaardprocedures die van toepassing zijn op je werk

• • gedisciplineerd (houden aan regels)

• • ...............................................

• • ...................

14

Zorg & Welzijn serie 2014

Helpende Zorg & Welzijn Niveau 2 Fase 1 Leerprestaties 1.1 Assisteren bij activiteiten 1.2 Ondersteunen bij persoonlijke zorg/ADL 1.3 Plannen en uitvoeren van huishoudelijke taken 1.4 Reageren op emoties Voortgangsgesprek

artikelnummer: 14ZW2HPCW

Made with