14ZW4TAFB2

Bewijsstuk C. Verslag over drie situaties

Werkproces 1.1 Staat de zorgvrager te woord en kanaliseert de hulpvraag Competenties De student beschrijft:

G V O

D Aandacht en begrip tonen

de hulpvraag duidelijk

  

hoe zij doorvraagt

  

hoe zij de tijd neemt om aandachtig te luisteren naar de aard van de klacht

  

hoe en waarom zij zo gehandeld heeft

  

E Samenwerken en overleggen

hoe zij de behandelaar raadpleegt bij twijfel over de urgentie van een (acute) situatie en de noodzaak van een behandeling

  

F Ethisch en integer handelen

hoe zij de zorgvrager respecteert

  

hoe zij discreet omgaat met gevoelige/vertrouwelijke informatie

  

hoe zij onbevooroordeeld handelt

  

K Vakdeskundigheid toepassen

hoe zij de klacht, de risicovolle of complexe situaties van de zorgvrager in kaart brengt

  

hoe zij haar vakkennis gebruikt

  

T Instructies en procedures opvolgen hoe zij gebruik maakt van standaard vragenlijsten en protocollen

  

V Met druk en tegenslag omgaan

hoe zij ook in stressvolle (onvoorziene of spoedeisende) situaties gericht blijft op het werk en de zaken die gedaan moeten worden

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

38

Zorg & Welzijn serie 2014

Made with