Gids voor de werkgever - Editie 2018

inkomen omvat niet alleen het loon voor de effectieve arbeid, maar ook het enkel vakantiegeld, eindejaarspremie, voordelen in natura, gewaarborgd loon en alle andere loonvoordelen die krachtens de overeenkomst verworven zijn. Er wordt ook rekening gehouden met eventuele opzegvergoedingen, afscheidsvergoedingen of andere ontslagvergoedingen.

Voor een zelfstandige activiteit wordt uitgegaan van de netto inkomsten, dus van de bruto beroepsinkomsten waarvan uitgaven en beroepslasten zijn afgehouden.

Sinds 2015 mag een gepensioneerde onbeperkt bijverdienen vanaf 1 januari van het jaar waarin hij 65 jaar wordt of wanneer hij een loopbaan van minstens 45 jaar kan bewijzen. De leeftijdsvoorwaarde moet niet vervuld zijn bij de ingang van het pensioen. De loopbaanvoorwaarde daarentegen moet wel bereikt zijn op het moment van de oppensioenstelling.

Voor de gepensioneerden die (nog) niet aan de bovenstaande voorwaarden voldoen, gelden de volgende inkomensgrenzen (deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd):

Jonger dan 65 jaar

Rustpensioen of rust- en overlevingspensioen

Uitsluitend overlevingspensioen

Statuut

Werknemer zonder kinderlast

8.022,00 EUR 12.033,00 EUR

18.677,00 EUR 23.346,00 EUR

met kinderlast

Zelfstandige zonder kinderlast

6.417,00 EUR 9.626,00 EUR

14.942,00 EUR 18.677,00 EUR

met kinderlast

Gepensioneerden vanaf 65 jaar van wie de echtgenoot een gezinspensioen geniet Werknemer zonder kinderlast 23.170,00 EUR met kinderlast 28.184,00 EUR Zelfstandige zonder kinderlast 18.536,00 EUR met kinderlast 22.547,00 EUR

Bij een overschrijding van de grensbedragen is er, ongeacht de omvang, steeds een vermindering van het pensioen van toepassing in verhouding tot het percentage van de overschrijding.

FORMALITEITEN Sinds 2013 is er geen aangifteplicht meer voor de werkgever. De gepensioneerde zelf dient enkel nog een aangifte te doen in onderstaande gevallen:  Bij de eerste betaalbaarstelling van het pensioen;  Bij de uitoefening van een politiek of ander mandaat;  Bij een beroepsactiviteit in het buitenland of genot van sociale zekerheidsuitkeringen in het buitenland;  Bij wetenschappelijke of artistieke activiteiten.

Deze aangifte dient te gebeuren binnen de 30 dagen volgend op de aanvang van de beroepsactiviteit.

Made with FlippingBook HTML5