13MEI2BT3OIBEG

13MEI2BT3OIBEG

SERVICE APPARATUUR EN INSTALLATIES

ONDERHOUDSMONTEUR INSTALLATIETECHNIEK Crebo 95742

Beroepstaak 3 begeleidersversie Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar Niveau 2

ONDERHOUDSMONTEUR INSTALLATIETECHNIEK Crebo 95472

Beroepstaak 3 begeleidersversie Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar Niveau 2

Artikelnummer: 13MEI2BT30IBEG

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Directie en managementteam M. Wouters, L. Fine, B. Huijberts, A. Pijnenburg, I. Rabelink

Ontwikkelteamleider J. Berghs

Leden werkgroep C. Princen

ROC Nijmegen

J. Ramakers

ROC Gilde Opleidingen

T. Zuijderduin ROC ASA

Redactie J. Berghs A. Brok M. Brok

Ontwerp Studio Blanche: Henny Witjes

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Foto’s en afbeeldingen C. Princen ROC Nijmegen J. Ramakers ROC Gilde Opleidingen

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat de Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld heeft. Degenen die menen alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Stichting.

© 2014 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting.

Inhoudsopgave

5

Introductie

9

Stap 1 Oriënteren

17

Stap 2 Plannen

27

Stap 3 Voorbereiden

33

Stap 4 Uitvoeren

41

Stap 5 Controleren

47

Stap 6 Beoordelen

53

Stap 7 Terugkijken

Formulier ‘Toestellen’ (tabblad 1)

61 62 63 64 65 66

Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6

Formulier ‘Afspraken en planning’ (tabblad 3)

Formulier ‘Benodigde veiligheidsmaatregelen’ (tabblad 8)

Inspectie-/meetrapport (tabblad 9)

Formulier ‘Verslag klantcontact’ (tabblad 12)

Monitor

3

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Introductie

In deze beroepstaak

In deze beroepstaak ga je een apparaat/installatie gebruiksklaar maken of inregelen. Je krijgt van je praktijkbegeleider de opdracht om deze werkzaamheden aan een bepaald apparaat of een installatie uit te voeren. De begeleider geeft aan welk apparaat/welke installatie dit is en welke werkzaamheden van jou verwacht worden.

Wat moet je weten/kunnen om deze taak uit te kunnen voeren?

• Je weet hoe een verwarmingsketel is opgebouwd. • Je weet hoe een ketel werkt en hoe deze wordt geregeld. • Je weet welke veiligheidsmechanismen in een toestel aanwezig zijn en hoe deze functioneren. • Je weet hoe je informatie kunt vinden over de verschillende toestellen (eventueel ook via internet) en hoe je deze informatie moet gebruiken. • Je kunt storingssleutels van toestellen lezen en gebruiken. • Je weet welke metingen verricht moeten worden om de werking van het toestel te controleren. • Je kunt elektrische schema’s lezen en weet hoe je de werking van toestelonderdelen kunt testen door het verrichten van metingen. • Je kunt de verschillende metingen uitvoeren. • Je kunt de gegevens van de verschillende metingen met de daarbij behorende eenheden in de juiste formulieren noteren. • Je kunt een toestel en alle daarin opgenomen onderdelen demonteren en monteren met de daarvoor geschikte gereedschappen. • Je weet uit welke onderdelen een verwarmingsinstallatie is samenge- steld en wat hun functie is. • Je kunt de klant uitleggen welke werkzaamheden je hebt verricht en wat de conditie van het toestel is. • Je weet hoe je veilig moet werken (VCA). Het merendeel van deze onderwerpen komt in de vaktheorie op school aan de orde, maar sommige onderdelen zullen in de praktijk geleerd moeten worden.

5

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

In te leveren producten per stap

Hieronder vind je een overzicht van de producten die je per stap inlevert.

Stap 1 Oriënteren

• Beschrijving installatie • Documentatie

Stap 2 Plannen

• Volledig ingevulde en ondertekende activiteitenplanner

Stap 3 Voorbereiden

• Verslag/beoordeling montage-oefeningen • Verslag/beoordeling meetoefeningen

Stap 4 Uitvoeren

• Verslag werkzaamheden • Verslag veiligheidsmaatregelen

Stap 5 Controleren

• Inspectie-/meetrapport

Stap 6 Beoordelen

• Opleveringsrapportage

Stap 7 Terugkijken

• Verslag klantcontact • Terugkijkverslag

6

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Werken met de activiteitenmap

Bij de start van je opleiding heb je een projectmap aangelegd. Je werkt deze bij met de gegevens van deze beroepstaak. Alle in te leveren producten per stap komen in deze map, zodat je alle gegevens overzichtelijk bij elkaar houdt.

Deel de map in volgens dit schema.

Stap

TAB Titel tabblad

1 Beschrijving installatie 2 Documentatie

Stap 1

3 Planning verwerven kennis/vaardigheden

Stap 2

4 Planning van de werkzaamheden 5 Oefenen (de)montage/werkzaamheden 6 Oefenen meten

Stap 3

7 Verslag werkzaamheden 8 Verslag veiligheidsmaatregelen

Stap 4

9 Inspectie-/meetrapport

Stap 5

10 Oplevering

Stap 6

11 Verslag klantcontac 12 Terugkijkverslag

Stap 7

Portfolio Alle bewijsstukken die je tijdens het werken aan deze beroepstaak hebt verzameld moeten uiteindelijk in je portfolio terecht komen. Een portfolio is een verzamelmap van alle bewijsstukken van je opleiding. Aan welke eisen moeten je bewijsstukken voldoen? • Het moet eigen werk zijn. (Dit wordt gecontroleerd!) • Altijd aangeven waar je de informatie vandaan gehaald hebt (bronvermelding). • Het moet recent werk zijn dat bij deze beroepstaak hoort.

7

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

8

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Stap 1 Oriënteren

Competentieontwikkeling in stap 1

In te leveren producten

Voldoende Goed

Criteria

Werkproces

competentie

Onvoldoende

Beschrijving van de werkzaamheden/installatie

In eigen woorden opdracht weergeven

2.1 E

Documentatie

Zo volledig mogelijk

2.1 E

Taalkaarten nummer: 5, 10, 11, 15, 16, 20 LB-kaarten nummer: 1, 2, 3, 9, 10, 11, 12

9

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Competentiebeoordeling

Voldoende Goed

Beoordelings- methode

Onvoldoende

Maakt apparatuur/installaties gebruiksklaar

Kerntaak 3

Voorbereiden werkzaamheden

Werkproces 2.1

E. Samenwerken en overleggen • Je bespreekt de opdracht met de leidinggevende. • Je vraagt bij onduidelijkheid om uitleg aan de leidinggevende.

Observatie • Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Beschrijving werkzaamheden/installatie • Documentatie

Beoordeling Competent uitvoeren werkproces 2.1 Voorbereiden van inspectie

Opmerkingen:

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam

Functie

Datum

Handtekening

In deze stap ga je onderzoeken waar je allemaal mee te maken kunt krijgen als je de opdracht van deze beroepstaak gaat uitwerken. Met een productanalyse of een STAR-verslag kun je dat overzichtelijk in kaart brengen.

10

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Activiteiten

Achter het eerste tabblad van je projectmap moet je alle belangrijke gegevens opnemen, zodat duidelijk is wie jij bent en met wie je tijdens je opleiding en je werk/ stage te maken hebt (startgesprek).

1) Beschrijving van de werkzaamheden/installatie

Informatie over de klant (naam, adres, soort installatie, ouderdom installatie). Uit te voeren handelingen en metingen (meetverslag).

1) Documentatie

Toestelgegevens (documentatie, eerder uitgevoerde werkzaamheden).

11

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

S

• Waar maak je het werkstuk? (school/bedrijf) • Voor wie maak je het werkstuk? • Wanneer ga je het werkstuk maken? • Met wie ga je samenwerken? • Wie heeft de eindverantwoording? Is de taakomschrijving/tekening duidelijk? Welke competenties vinden de opdracht- gevers/beoordelaars belangrijk? Waar moet het eindresultaat aan voldoen? • Welke werkzaamheden ga je uitvoeren? Welke vaktechnische handelingen komen daarbij kijken? Welke vaardigheden moet je nog leren? Wat is het eindresultaat van de opdracht? Waaraan moet het eindresultaat voldoen volgens de opdrachtgevers/beoordelaars? Wanneer is het voldoende/onvoldoende? Waar letten de beoordelaars nog meer op? • • • Hoe kijk je op deze beroepstaak terug? • Positief of negatief? Waarom? • Wat ging er goed? Wat ging minder goed? • Zijn er belangrijke leerpunten? Waar ga je meer aandacht aan besteden? • Hoe ga je je opgedane kennis en vaardig- heden toepassen in volgende taken? • • • • • • • • Hoe ga je het werk organiseren?

Situatie

Stap 1 Oriënteren

T

Taak

Stap 2 Plannen

A

Actie

Stap 3 Uitvoeren

R

Resultaat

R

Reflectie

Stap 4 Terugkijken

T

Transfer

Stap 1 Oriënteren

12

Onderhoudsmonteur installatietechniek

13

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Informatie voor begeleiders

De taak van de begeleider

De begeleider moet zorgen voor een opdracht, die door de student in stap 4 (Uitvoeren) gemaakt kan worden. In deze opdracht moeten bij voorkeur ook de verschillende handelingen terugkomen die relevant zijn bij het gebruiksklaar maken van apparatuur/installaties. Deze opdracht is afhankelijk van: • Het bedrijf waar de student werkzaam is. • De ervaring die de student heeft (het moment binnen de opleiding, waarop de student deze beroepstaak uitvoert’. • De situatie waarin de opdracht kan worden uitgevoerd. In deze stap moet de student zich oriënteren op de opdracht. Hij moet de beschikking hebben over documentatie over de apparatuur/installatie of hij moet deze documentatie opzoeken voordat hij met de planning gaat beginnen. Het is de bedoeling dat hij kan uitleggen wat de beroepstaak inhoudt. U kunt met hem overleggen op welke manier hij dat gaat doen. Een schriftelijk verslag is daarbij niet altijd noodzakelijk. Er zijn genoeg mogelijkheden om doeltreffend te communiceren. Zorg er wel voor dat de student na het overleg bewijsmateriaal heeft om aan te tonen dat hij zich goed voorbereid heeft op zijn taak. Met controlerende en sturende stapvragen kunt u de student activeren zich zo goed mogelijk te oriënteren. De student moet duidelijk maken: • Hoe de hele installatie is opgebouwd. • Wat de functie is van de apparatuur/installatie waaraan hij gaat werken (wordt behandeld in de theorie). • Welke vaktechnische handelingen hij tijdens het inregelen/gebruiksklaar maken gaat uitvoeren. • Welke materialen en (meet)gereedschappen hij gaat toepassen. Omschrijving van de opdracht

14

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Voor de beschrijving van de opdracht kunt u de student bevragen via de eerste vier onderdelen van de STARRT-methode.

S

• Waar maak je het werkstuk? (school/bedrijf) • Voor wie maak je het werkstuk? • Wanneer ga je het werkstuk maken? • Met wie ga je samenwerken? • Wie heeft de eindverantwoording? Is de taakomschrijving/tekening duidelijk? Welke competenties vinden de opdracht- gevers/beoordelaars belangrijk? Waar moet het eindresultaat aan voldoen? • Welke werkzaamheden ga je uitvoeren? Welke vaktechnische handelingen komen daarbij kijken? Welke vaardigheden moet je nog leren? Wat is het eindresultaat van de opdracht? Waaraan moet het eindresultaat voldoen volgens de opdrachtgevers/beoordelaars? Wanneer is het voldoende/onvoldoende? Waar letten de beoordelaars nog meer op? • • • Hoe kijk je op deze beroepstaak terug? • Positief of negatief? Waarom? • Wat ging er goed? Wat ging minder goed? • Zijn er belangrijke leerpunten? Waar ga je meer aandacht aan besteden? • Hoe ga je je opgedane kennis en vaardig- heden toepassen in volgende taken? • • • • • • • • Hoe ga je het werk organiseren?

Situatie

Stap 1 Oriënteren

T

Taak

Stap 2 Plannen

A

Actie

Stap 3 Uitvoeren

R

Resultaat

R

Reflectie

Stap 4 Terugkijken

T

Transfer

Stap 1 Oriënteren

Actieplan voor de begeleiders

Stappen

Activiteiten

Gewenste resultaten

1. Oriënteren

Oriëntatie op de taak Afstemmen met SLB’er en praktijkopleider Observatie op basis van prestatie-indicatoren

Opdrachtomschrijving in eigen woorden aan de hand van instructie en tekeningen U kunt gebruik maken van: • Productanalyse • STAR-verslag

15

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Informatie voor docenten

Een voorbeeld voor de uitwerking van de lesstofonderdelen is uitgewerkt in het overallschema van deze beroepstaak. Zie: www.consortiumbo.nl .

Toepassing Taalkaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende Taalkaarten.

Stap

Product(en)

Taalkaart

Vaardigheid

1. Oriënteren

• Overleg, discussie • Lezen informatie • Informatie samenvatten

5 10 10,11 18 15,16 20

• Gesprekken voeren • Lezen • Lezen • Schrijven • Gesprekken/Schrijven • Woordkennis

• Oriëntatieverslag • Solliciteren/Stage • Woordenschat

Toepassing LB-kaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende LB-kaarten.

Stap

Product(en)

LB-kaart

Uitwerking

1. Oriënteren

• Oriëntatieverslag

Communicatie over: • Wie ben ik? • Wat wil ik? • Bepaling kwaliteiten • Beroepsbeeld • Solliciteren stageplaats

1 2 3 9 10,11,12

16

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Sta

Plannen

Competentieontwikkeling in stap 2

In te leveren producten

Voldoende Goed

Criteria

Werkproces

competentie

Onvoldoende

2.1 E, K

Planning werkzaamheden

Afgetekend door begeleider

Planning verwerven kennis/ vaardigheden

Afgetekend door begeleider

2.1 K

Activiteitenplanner

Afgetekend door begeleider

2.1 E, K

Taalkaarten nummer: 4, 5, 6, 18 LB-kaarten nummer: 3, 4, 5

17

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Competentiebeoordeling

Voldoende Goed

Beoordelings- methode

Onvoldoende

Maakt apparatuur/installaties gebruiksklaar

Kerntaak 3

Voorbereiden werkzaamheden

Werkproces 2.1

E. Samenwerken en overleggen • Je bespreekt de opdracht met de leidinggevende. • Je vraagt bij onduidelijkheid om uitleg aan de leidinggevende. K. Vakdeskundigheid toepassen • Je verzamelt de noodzakelijke kennis van de apparatuur en installatie. • Je zorgt dat je de noodzake- lijke meet- en regelapparatuur beschikbaar hebt. • Je maakt een werkplanning, waarbij

Observatie • Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling • Planning werkzaamheden • Activiteitenplanner Observatie Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling • Planning werkzaamheden • Planning verwerven kennis/ vaardigheden

je voorkomt dat er binnen het bedrijf knelpunten ontstaan.

Beoordeling Competent uitvoeren werkproces 2.1 Voorbereiden werkzaamheden

Opmerkingen:

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam

Functie

Datum

Handtekening

18

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Opstellen activiteitenplanner

De opdracht voor deze beroepstaak heb je nu duidelijk in kaart gebracht. In deze stap ga je: a. de nodige kennis verwerven en het oefenen van vaardigheden plannen b. in de activiteitenplanner invullen wat je gaat oefenen en leren c. de TIPS uit de vorige beroepstaak plannen.

Overleg daarover met je begeleiders.

Je geeft met de begin- en einddatum ook aan hoeveel tijd je aan de verschillende onderdelen gaat besteden.

19

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Activiteitenplanner

Beroepstaak 5 Complexiteit

A B C

Naam student

Praktijkopleider

Begeleider school

Begin

Eind

Ik ga leren

ontwikkelen/

Onderwerpen

vervaardigen

TIPS uit de vorige beroepstaak Student neemt opmerkingen uit Terugkijkverslag vorige BT over

Competenties die extra aandacht krijgen in deze beroepstaak De begeleider geeft aan welke competenties in deze BT extra aandacht moeten krijgen

Praktijk Gebruik van meetapparatuur Uitvoering van de verschillende metingen aan toestellen Afstellen van toestellen Veilig en milieuverantwoord werken Controleren op dichtheid

Vaktheorie Opbouw en werking van gastoestellen

Verbranding van aardgas Basiskennis meettechniek Basiskennis elektrotechniek Regeltechniek

20

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Onderwerpen

Ik ga leren

Begin

Eind

ontwikkelen/

vervaardigen

Tekening lezen Installatietekeningen Toesteltekeningen (exploded view) Elektrische schema’s Nederlands Verslagen maken Gesprekken voeren

Luisteren naar instructies Presenteren van resultaten

Rekenen/Wiskunde 2F WiNa

Verantwoording

Datum

Handtekening

Begeleider school

Praktijkopleider

Student

21

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Activiteiten

1) Planning van de praktijkoefeningen

Noteer in de activiteitenplanner: a de praktijkoefeningen die je gaat uitvoeren b waar je de praktijkonderdelen gaat uitvoeren c per oefening/onderdeel vóór welke datum je dat wil afronden.

2) Planning van de theorie

Noteer in de activiteitenplanner: a de theorieonderdelen die je op het school gaat volgen b de ondersteunende vakken zoals Rekenen, Wiskunde, Nederlands en LB c per onderdeel vóór welke datum je dat wil afronden.

3) Volledig ingevulde activiteitenplanner

a Stel met je begeleider het complexiteitsniveau van deze beroepstaak vast. a Maak de activiteitenplanner compleet. a Samen stellen jullie vast dat de activiteitenplanner correct en volledig is ingevuld. a Laat je ingevulde activiteitenplanner ondertekenen door je begeleider op school en/of je praktijkopleider in het bedrijf.

Berg dit portfolioproduct op in je projectmap achter tabblad 6.

4) Planning van de werkzaamheden (tabblad 4)

Nadat je een planning gemaakt hebt van de theorie en de praktijk, is het noodzakelijk dat je afspraken gaat maken met het bedrijf of met de praktijkdocent. • Welke toestellen zijn er beschikbaar? • Wanneer kun je aan deze apparaten werken?

• Wie gaat je begeleiden/beoordelen? • Wanneer kun je de eindopdracht doen? • Enz.

22

Onderhoudsmonteur installatietechniek

In bijlage 2 vind je een formulier waarin je deze afspraken kunt opnemen. Zorg dat je goede afspraken maakt over plaats en tijd van de werkzaamheden, maar vooral ook over de beoordeling van je werkzaamheden.

( Complexiteitsniveau gaat niet over de moeilijkheidsgraad van de installatie, maar over de mate van zelfstandig handelen en mate van begeleiding tijdens de uitvoering van de beroepstaak. )

23

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Informatie voor begeleiders

Een activiteitenplanner opstellen

Het doel van deze stap is dat de student een activiteitenplanner opstelt voor de beroepstaak. Hij moet in samenspraak met zijn begeleider(s) en docenten kunnen aangeven welke theoretische kennis en welke praktische vaardigheden hij nodig heeft om de beroepstaak goed uit te kunnen voeren. Veel studenten hebben in het begin problemen met het invullen van deze planner, zodat een aantal voorbeeldonderwerpen al zijn ingevuld. De begeleider op school (of in de praktijk) kan tijdens een begeleidingsgesprek de student helpen bij het invullen van de planner, door gerichte vragen te stellen over de al of niet aanwezige kennis en vaardigheden. Als voorbeeld staat er een activiteitenplanner in de beroepstaak. U kunt deze uitbreiden en aanpassen naar eigen inzicht. U kunt de activiteiten- planner downloaden via: www.consortiumbo.nl .

Actieplan voor de begeleiders

Stap

Activiteiten

Gewenste resultaten

2 Plannen

• Opstellen van een activiteitenplan • Afstemmen met SLB’er en praktijkopleider • Observatie op basis van prestatie-indicatoren

• Planning van praktijkoefeningen • Planning van theorie • Volledig ingevulde activiteitenplanner

Informatie voor docenten

Een voorbeeld voor de uitwerking van de lesstofonderdelen is uitgewerkt in het overallschema van deze beroepstaak. Zie www.consortiumbo.nl .

24

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Toepassing van Taalkaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende Taalkaarten.

Stap

Product(en)

Taalkaart

Vaardigheid

2 Plannen

• Overleg, discussie • Een plan opstellen Een plan presenteren

4, 5 18 6

• Gesprekken voeren • Schrijven • Spreken

Toepassing van LB-kaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende LB-kaarten.

Stap

Product(en)

LB-kaart

Uitwerking

2 Plannen

Ingevulde activiteitenplanner

Communicatie over: • Activiteitenplanner • Bepaling leerstijl • Planning van de

3 4 5

activiteiten van de beroepstaak

25

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

26

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Sta

Voorbereiden

Competentieontwikkeling in stap 3

In te leveren producten

Voldoende Goed

Criteria

Werkproces

competentie

Onvoldoende

Verslag/beoordeling van montage-oefeningen Verslag/beoordeling van meetoefeningen Taalkaarten nummer: 8, 11 LB-kaart nummer: 5

Afgetekend door begeleider

2.1 E, K

Afgetekend door begeleider

2.1 E, K

27

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Competentiebeoordeling

Voldoende Goed

Beoordelings- methode

Onvoldoende

Maakt apparatuur/installatie gebruiksklaar

Kerntaak 3

Voorbereiden werkzaamheden

Werkproces 2.1

E. Samenwerken en overleggen • Je verzamelt alle benodigde informatie. • Je toont een proactieve rol bij het inwinnen van informatie.

Observatie • Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling • Montage-oefeningen • Meetoefeningen Observatie • Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling • Montage-oefeningen • Meetoefeningen

K. Vakdeskundigheid toepassen • Je kent de beschikbare materialen

en meettoestellen, zodat je het juiste materieel gebruikt voor de werkzaamheden.

Beoordeling Competent uitvoeren werkproces 2.1 Voorbereiden werkzaamheden

Opmerkingen:

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam

Functie

Datum

Handtekening

28

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Tijdens deze stap ga je de kennis en vaardigheden leren die je nodig hebt om de opdracht uit te kunnen voeren.

Activiteiten

1) Montage/demontage (tabblad 5)

Tijdens je werk als onderhoudsmonteur moet je verschillende toestellen en appendages kunnen monteren en demonteren. Je zult niet alleen moeten leren hoe deze apparaten in elkaar zitten, maar vooral ook hoe ze uit elkaar gehaald kunnen worden op een veilige en efficiënte manier, zonder dat er beschadiging optreedt of een gevaarlijke situatie kan ontstaan.

De beste manier om dit te leren is: • De documentatie van het toestel bestuderen. • Toestellen uit elkaar halen en weer in elkaar zetten.

2) Meten en meetverslagen (tabblad 6)

Om te kunnen bepalen of een toestel goed functioneert, moeten er verschillende metingen uitgevoerd worden, zoals:

• Samenstelling verbrandingsgassen • Temperatuur en verschiltemperaturen • Gasdruk en gasdichtheid • Gas- en/of waterhoeveelheid. • Luchtsnelheid en luchthoeveelheid De apparatuur die voor de verschil- lende metingen gebruikt wordt, is vaak erg kwetsbaar en duur. Het is daarom verstandig om daarmee te oefenen voordat deze in de praktijk wordt gebruikt. Zorg dat je tijdens deze stap de documen- tatie van de verschillende apparatuur bestudeert. Verricht de verschillende metingen bij de toestellen die je tijdens de montage-oefeningen hebt gebruikt.

29

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Informatie voor begeleiders

Doel van deze stap

Tijdens de voorbereidingsfase zal de student zich bezig houden met het leren hoe de verschillende toestellen in elkaar zitten. Door de toestellen uit en in elkaar te zetten zal hij leren hoe hij zo efficiënt mogelijk te werk kan gaan bij werkzaamheden aan die toestellen. Behalve deze montage-oefeningen zal de student de verschillende metingen en meettoestellen moeten leren. Voordat de student met de eigenlijke uitvoering kan beginnen, zal de praktijkbege- leider zijn toestemming moeten geven (controle van de werkplek). Daarnaast moet de student zich voorbereiden op de opdracht van de beroepstaak. Hij moet genoeg praktische vaardigheden en theoretische kennis hebben om de taak uit te werken. Zie voor de planning het overallschema van de beroepstaak. Er is goed overleg tussen begeleiders/(vak)docenten/praktijkopleiders nodig over de volgende zaken: • Heeft de student genoeg theoretische kennis om de opdracht straks uit te kunnen voeren? • Heeft de student de eindopdracht qua organisatie al voorbereid? • Kan de student goed overleg voeren met zijn begeleiders? • Heeft de student een duidelijk en gestructureerd overzicht van zijn activiteiten tijdens de voorbereiding voor stap 4?

Actieplan voor de begeleiders

Stap

Activiteiten

Gewenste resultaten

3 Voorbereiden

• Vaardigheden oefenen • Sturen op beroepshandelingen: (vaardigheden) • Afstemmen opdracht praktijk (bedrijf) – theorie (school) • Observatie op basis van prestatie-indicatoren

Communicatie over: • Beoordelen van de gemaakte oefeningen

30

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Toepassing van Taalkaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende Taalkaarten.

Stap

Product(en)

Taalkaart

Vaardigheid

3 Voorbereiden

• Weergeven instructies • Lezen instructies

8 11

• Luisteren/Schrijven • Lezen

Toepassing van LB-kaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende LB-kaarten.

Stap

Product(en)

LB-kaart

Uitwerking

3 Voorbereiden

Werkvoorbereiding

5

• Communicatie over: Planning

31

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

32

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Sta

Uitvoeren

Competentieontwikkeling in stap 4

In te leveren producten

Voldoende Goed

Criteria

Werkproces

competentie

Onvoldoende

Verslag werkzaamheden

Ondertekend door monteur, begeleider en klant

3.1 K

Verslag veiligheidsmaatregelen Ondertekend door monteur

3.1 L, T

Taalkaarten nummer: 6, 9, 11, 17, 18 LB-kaarten nummer: 5, 6, 10 en 12

33

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Competentiebeoordeling

Voldoende Goed

Beoordelings- methode

Onvoldoende

Maakt apparatuur/installaties gebruiksklaar Inregelen en controleren van apparatuur/installaties

Kerntaak 3

Werkproces 3.1

K. Vakdeskundigheid toepassen • Je toont technisch inzicht, werkt snel en accuraat met je handen,

Observatie • Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling • Verslag werkzaamheden

regelt in, stelt af, programmeert en test, zodat de instelwaardes uit de procedures zijn bereikt en de instal- latie gebruiksklaar is.

L. Materialen en middelen inzetten • Je gebruikt materialen, gereed- schappen, materieel en PBM’s efficiënt. • Je zorgt dat alles gedurende de

Observatie • Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling • Verslag veiligheidsmaatregelen

verwachte levensduur te gebruiken blijft en dat het werk veilig wordt uitgevoerd.

T. Instructies en procedures opvolgen • Je werkt volgens procedures, geldende regels en voorschriften, zodat de installatie op doeltreffende wijze wordt afgeregeld en getest. • Je zorgt dat de risico’s voor mens, milieu, installatie en proces zo klein mogelijk worden gehouden.

Observatie • Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling • Verslag veiligheidsmaatregelen

34

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Beoordeling Competent uitvoeren werkproces 3.1 Inregelen en controleren van apparatuur/installaties

Opmerkingen:

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam

Functie

Datum

Handtekening

Activiteiten

1) Een apparaat/installatie gebruiksklaar maken of

een apparaat/installatie inregelen

Je gaat een apparaat/installatie gebruiksklaar maken of een (middel- groot) apparaat/installatie inregelen. Het gaat met name over de werkzaamheden aan het toestel, maar dit is natuurlijk een onderdeel van een groter geheel en kan daar niet helemaal los van gezien worden. Om zeker te weten dat het toestel goed kan (blijven) functioneren, zal je ook moeten controleren of de installatie waarvan dit toestel een onderdeel is, helemaal in orde is. Belangrijk is dat jij je realiseert dat tijdens deze stap het competente gedrag van jou beoordeeld moet worden. Let hierbij op de prestatie- indicatoren in het beoordelingsformulier van deze stap.

35

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

2) Verslag werkzaamheden

Maak een verslag van de uitgevoerde werkzaamheden. Geef hierin aan: • Welke informatie door de klant verstrekt is. • In welke staat de apparatuur/installatie was toen je met de werkzaamheden begon. • Welke handelingen en welke metingen je verricht hebt. • Welk deel van de werkzaamheden door jou en welk deel door je collega is uitgevoerd. Breng variatie aan in de verslaggeving. Probeer daarbij ook de moderne aansprekende varianten aan bod te laten komen: Fotoverslag, videoverslag, PowerPoint, Prezi, weblog, fotostrip.

3) Invullen van formulieren

De formulieren die ingevuld moeten worden zijn: • Veiligheidsmaatregelen • Toestel gegevens • Inspectie-/meetrapport

Projectmap

De gegevens die je tijdens deze fase verzamelt, moeten in de projectmap terecht komen. • Verslag werkzaamheden (tab 7) • Verslag veiligheidsmaatregelen (tab 8) • Inspectie-/meetrapport (tab 9)

36

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Informatie voor begeleiders

Doel van deze stap

Tijdens deze beroepstaken krijgen de studenten te maken met het instellen/ inregelen van een apparaat/installatie. Tijdens deze taak zal dan ook specifiek moeten worden gekeken of de student zich houdt aan de voorschriften van de fabrikant m.b.t. de werkzaamheden aan die apparaten/installatie. Het is zaak dat de student zich vooraf oriënteert en informeert (montagehandlei- dingen e.d.) over de exacte werkzaamheden die aan het apparaat/de installatie verricht moeten worden. Tijdens deze stap vindt een deel van de beoordeling plaats. Bij de competentiebe- oordeling staan hier dan ook specifieke activiteiten genoemd. Bij de andere stappen vindt de competentiebeoordeling meestal plaats naar aanleiding van geleverde prestaties (wat door de student is ingeleverd of opgeleverd). In deze stap voert de student werkzaamheden uit aan een apparaat/installatie. • Hij zorgt voor een verslag van de werkzaamheden. • Hij zorgt voor een verslag van de veiligheidsmaatregelen die hij getroffen heeft. • Hij heeft allerlei metingen verricht en aan de hand daarvan een diagnose van de conditie van het apparaat of de installatie gemaakt. • Hij heeft de gegevens over de uitvoering overzichtelijk opgeslagen.

De uitvoering omvat drie tabbladen van de activiteitenmap, namelijk: TAB 7 verslag van de werkzaamheden TAB 8 verslag van de veiligheidsmaatregelen TAB 9 inspectie-/meetrapport

Door het uitvoeren van de opdracht laat de student zien dat hij de handelingen beheerst die horen bij de bewuste werkzaamheden aan installaties/apparatuur, maar tegelijkertijd demonstreert hij zijn competenties, waarbij een beoordelaar tijdens de uitvoering vooral zal kijken naar:

• [K] Vakdeskundigheid toepassen • [L] Materialen en middelen inzetten • [T] Instructie en procedures opvolgen

Belangrijk is dat de praktijkbegeleider zich realiseert dat tijdens deze stap het gedrag van de student beoordeeld moet worden. Beoordelen (stap 6) wordt het product beoordeeld, maar tijdens de uitvoering moeten de competenties (en de daarbij behorende werkprocessen) beoordeeld worden

37

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Voorbeeld Als de student zijn veiligheidsmiddelen niet of onvoldoende gebruikt, dan toont hij hiermee aan dat instructies en procedures (T) niet opgevolgd worden en dat hij materiaal en middelen onvoldoende inzet (L). Tegelijkertijd kun je je afvragen of hij op die manier blijk geeft van het toepassen van vakdeskundigheid (K). Als het werkstuk is opgeleverd en alle formulieren zijn ingevuld, dan kun je hieruit niet afleiden HOE de student zijn werk heeft uitgevoerd.

Alle werkprocessen moeten tijdens de uitvoering beoordeeld worden en worden ingevuld in de competentiebeoordeling met O, V of G Aangetoond.

Actieplan voor de begeleiders

Stap

Activiteiten

Gewenste resultaten

4 Uitvoeren

• Maken van de eindopdracht (ll) • Bovengenoemde competenties beoordelen (bgl) • Observatie op basis van prestatie-indicatoren

• Complete beoordeling van de werkprocessen tijdens de uitvoering

Toepassing van Taalkaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende Taalkaarten.

Stap

Product(en)

Taalkaart

Vaardigheid

4 Uitvoeren

Werkoverleg Verslag uitvoering Instructies geven Informatie lezen Informatie geven

9, 17 18 6 11 6

Gesprekken voeren Schrijven Spreken Lezen Spreken/Schrijven

38

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Toepassing van LB-kaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende LB-kaarten.

Stap

Product(en)

LB-kaart

Uitwerking

4 Uitvoeren

Communicatie over: • Hoe functioneer ik als werknemer? • Welke rechten en plichten heb ik als werknemer? • Hoe functioneer je als collega?

Uitvoeren als werknemer

10

Rechten en plichten

5

Functioneren als collega

10,12

39

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

40

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Sta

Controleren

Competentieontwikkeling in stap 5

In te leveren producten

Voldoende Goed

Criteria

Werkproces

competentie

Onvoldoende

Inspectie-/meetrapport

Ondertekend door monteur

2.7 L, S, T

Taalkaarten nummer: 18 LB-kaarten: n.v.t.

41

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Competentiebeoordeling

Voldoende Goed

Beoordelings- methode

Onvoldoende

Maakt apparatuur/installaties gebruiksklaar Testen van uitgevoerde werkzaamheden

Kerntaak 3

Werkproces 2.7

L. Materialen en middelen inzetten • Je gebruikt de verschillende meetapparaten efficiënt. • Je zorgt dat de diagnosegegevens voor de klant en het bedrijf (digitaal) beschikbaar zijn. • Je zorgt dat de apparatuur zorgvuldig wordt behandeld. S. Kwaliteit leveren • Je controleert, aan de hand van

Observatie • Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling • Inspectie-/meetrapport

Observatie • Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling • Inspectie-/meetrapport

de meetgegevens, of de instal- latie goed functioneert en zorgt dat eventuele afwijkingen worden gerapporteerd.

T. Instructies en procedures opvolgen • Je werkt bij het testen van de

Observatie • Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling • Inspectie-/meetrapport

uitgevoerde werkzaamheden volgens de geldende normen, bedrijfs- en fabrikantinstructies, zodat vaststaat dat de werkzaam- heden correct zijn uitgevoerd.

42

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Beoordeling competent uitvoeren werkprocessen 2.7 Testen van uitgevoerde werkzaamheden

Opmerkingen: Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam

Functie

Datum

Handtekening

43

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Activiteiten

1) Controle van de werkzaamheden

De enige manier om echt goed te controleren of de werkzaamheden aan apparatuur/installaties goed zijn uitgevoerd, is het verrichten van verschillende metingen. Voordat je de klus laat beoordelen, controleer je zelf of alles goed is. a. Maak foto’s of video van de controle voor je projectmap. b. Bewaar (een kopie van) het inspectie-/meetrapport in je projectmap (tabblad 9)

Het meetrapport dat je tijdens deze stap maakt, is nodig om te kunnen beoordelen of jij je werk goed hebt gedaan.

44

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Informatie voor begeleiders

Doel van deze stap

Nadat de werkzaamheden zijn afgerond zorgt de student zelf voor het opruimen van de werkplek. Als alles klaar is, controleert hij zelf of alles in orde is. Het is belangrijk dat de student zich aanleert om zijn werk te controleren. Hij moet leren dat hij verantwoordelijk is voor het werk dat hij gedaan heeft. Vanzelfsprekend mag de student tijdens deze controle aanpassingen en/of verbeteringen uitvoeren om het eindresultaat te verbeteren. Als de student van mening is dat alles goed is, vraagt hij om de installatie te beoordelen. De student:

• Controleert eerst zelf of de installatie goed werkt. • Heeft de werkplek op een correcte manier opgeruimd. • Kan uitleggen hoe hij de controle heeft uitgevoerd.

• Heeft (een kopie van) het inspectie-/meetverslag in zijn projectmap opgeslagen. • Heeft de reacties op zijn werk door leidinggevende of collega’s verzameld.

Actieplan voor de begeleiders

Stap

Activiteiten

Gewenste resultaten

5 Controleren

• Toezien op het controleren van het eindproduct • Observeren op basis van de prestatie-indicatoren

Communicatie over: De uitvoering van de controle

Informatie voor docenten

Een voorbeeld voor de uitwerking van de lesstofonderdelen is uitgewerkt in het overallschema van deze beroepstaak.

45

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Toepassing van Taalkaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende Taalkaarten.

Stap

Product(en)

Taalkaart

Vaardigheid

5 Controleren

Controlelijst invullen

18

Schrijven

46

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Sta

Beoordelen

Competentieontwikkeling in stap 6

In te leveren producten

Voldoende Goed

Criteria

Werkproces

competentie

Onvoldoende

Rapportage oplevering

Ondertekend door leidinggevende

3.2 J

Taalkaarten nummer: 2 LB-kaarten nummer: n.v.t.

47

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Competentiebeoordeling

Voldoende Goed

Beoordelings- methode

Onvoldoende

Maakt apparatuur/installaties gebruiksklaar

Kerntaak 3

Rapportage werkzaamheden

Werkproces 3.2

Formuleren/rapporteren • Je vult de formulieren correct in. • Je vult de formulieren volledig en nauwkeurig in, zodat het bedrijf over alle noodzakelijke gegevens van de installatie geïnformeerd wordt.

Observatie • Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling • Rapportage oplevering

Beoordeling competent uitvoeren werkproces 3.2 Rapportage werkzaamheden

Opmerkingen:

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam

Functie

Datum

Handtekening

48

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Activiteiten

1) Oplevering

Om deze beroepstaak af te kunnen sluiten, moet je zorgen voor een opleveringsrapportage. Een kopie van dat rapport komt samen met het verslag van de werkzaamheden en het verslag van de veiligheids- maatregelen in je projectmap. Voor het bedrijf zijn vooral de technische gegevens van belang. Elke bedrijf gebruikt voor administratieve doeleinden een eigen formulier waarin de gegevens van de verschillende toestellen vermeld zijn en waaraan werkzaamheden zijn verricht. Vul dit formulier zo nauwkeurig en zo volledig mogelijk in. Zorg dat een kopie van dit rapport in je projectmap wordt opgenomen (tabblad 10).

49

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Informatie voor begeleiders

In de introductietaak van onderhoudsmonteur Installatietechniek kunt u de achter- grondinformatie over het beoordelen van beroepstaken vinden. Belangrijke onderwerpen zijn: • Beoordeling van product, proces en gedrag • Beoordelen met de beoordelingsmonitor • Beoordelingsmethoden (Bijvoorbeeld: beoordelingsgesprekken met de STARRT-methode) • Beoordelen van competenties met O, V of G Aangetoond. De student: • Heeft vooraf afspraken gemaakt met zijn begeleider(s) over hoe en wanneer hij de beroepstaak oplevert. • Weet welke formulieren hij moet tonen bij de eindbeoordeling. • Levert zijn werk eventueel op met een korte presentatie of demonstratie. • Is bij de beoordeling aanwezig om toe te lichten.

Beoordeling

De servicemonteur of een praktijkdocent kan het werk van de student beoordelen.

De student heeft tijdens de uitvoering foto’s en/of video gemaakt van zijn werk en vraagt de begeleider om zijn werk te beoordelen.

Tijdens de beoordeling is de student aanwezig om eventueel toelichting te geven en te reageren op vragen van de beoordelaar(s).

Bij de eindopdracht wordt de student beoordeeld op de onderstaande competenties: • K - Vakdeskundigheid toepassen • L - Materialen en middelen inzetten • T - Instructies en procedures opvolgen

Actieplan voor de begeleiders

Stap

Activiteiten

Gewenste resultaten

6 Beoordelen

• Beoordeling door praktijkopleider • Ingevuld beoordelingsformulier

50

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Toepassing Taalkaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende Taalkaarten.

Stap

Product(en)

Taalkaart

Vaardigheid

6 Beoordelen

Beoordelingsgesprek

2

Gesprekken voeren

51

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

52

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Sta

Terugkijken

Competentieontwikkeling in stap 7

Terugkijkverslag

In te leveren producten

Voldoende Goed

Criteria

Werkproces

competentie

Onvoldoende

3.3 E

Terugkijkverslag

Ondertekend door leidinggevende

3.3 E, R

Verslag klantcontact

Ondertekend door klant

Taalkaarten nummer: 1 en 18 LB-kaarten nummer: 6 en 8

53

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Competentiebeoordeling

Voldoende Goed

Beoordelings- methode

Onvoldoende

Maakt apparatuur/installaties gebruiksklaar

Kerntaak 3

Overdragen aan de klant

Werkproces 3.3

E. Samenwerken/overleggen • Je informeert de klant over de

Observatie • Op basis van de prestatie-indicatoren

status, bediening en gebruik van de installatie en maakt afspraken, zodat de klant de apparatuur/installatie accepteert.

Productbeoordeling • Terugkijkverslag • Verslag klantcontact

R. Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten • Je vraag de klant of deze tevreden is over de werkzaamheden, zodat klachten voorkomen worden. Observatie

• Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling • Verslag klantcontact

Beoordeling Competent uitvoeren werkproces 3.3 Overdragen aan de klant

Opmerkingen:

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam

Functie

Datum

Handtekening

54

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Activiteiten

1) Verslag klantcontact

Vanaf het begin van dit project heb je te maken gehad met een klant. Dit is een van de belangrijkste personen tijdens het werk van een onderhoudsmonteur. Alle gegevens die je vooraf en tijdens de werkzaamheden hebt verzameld, moeten in een duidelijk verslag voor de klant worden samengevat. De klant krijgt dit verslag ter ondertekening, waarna het in je projectmap wordt opgenomen (tabblad 11).

2) Terugkijkverslag

Het terugkijken op de uitgevoerde beroepstaak heeft vooral tot doel dat je leert van de ervaring die tijdens deze taak hebt opgedaan. Door terug te kijken ben je in staat om te beoordelen wat wel of niet goed ging en of er terreinen zijn waar je jezelf kunt verbeteren of waar je kennis tekort schoot. b a. Maak een reflectieverslag aan de hand van de laatste twee onderdelen van de STARRT-methode. c b. Geef aan wat er goed ging bij deze beroepstaak (TOPS). d c. Geef aan wat je gaat verbeteren in de volgende beroepstaken (TIPS). e d. Bewaar dit verslag in je projectmap (tabblad 12).

55

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

S

• In welke situatie heb je de werkzaamheden uitgevoerd? • Wanneer is de inspectie uitgevoerd?

Situatie

Stap 1 Oriënteren

• Met wie heb je samengewerkt? • Wie had de eindverantwoording?

T

• Was de taakomschrijving/tekening duidelijk? • Wist je precies wat je moest doen?

Taak

Stap 2 Plannen

A

• Welke werkzaamheden heb je uitgevoerd? • Hoe heb je het werk georganiseerd? • Welke vakhandelingen waren daarbij nodig? • Welke kennis heb je ingezet? • Wat is het eindresultaat van de opdracht? • Waar moest het eindresultaat aan voldoen? • Was het voldoende/onvoldoende? • Waar hebben de beoordelaars op gelet? • Hoe kijk je op deze beroepstaak terug? • Positief of negatief? Waarom? • Wat ging er goed? Wat ging minder goed? • Zijn er belangrijke leerpunten? Waar ga je meer aandacht aan besteden? • Hoe ga je je opgedane kennis en vaardig- heden toepassen in volgende taken?

Actie

Stap 3 Voorbereiden Stap 4 Uitvoeren Stap 5 Controleren Stap 6 Beoordelen

R

Resultaat

R

Reflectie

Stap 7 Terugkijken

T

Transfer

Stap 1 Oriënteren

56

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Evaluatieformulier

In te vullen door student

Stap

Wat ging goed?

Wat kon beter?

1. Oriënteren

2. Plannen

3. Voorbereiden

4. Uitvoeren

5. Controleren

6. Beoordelen

Invullen door klant, begeleider(s), medestudent

Wie?

Tops (Wat ging goed?)

Tips (Wat kan beter?)

Begeleider van school / begeleider Praktijkopleider

Mijn verbeterpunten zijn: (Geef daarbij aan om welke werkprocessen of competenties het gaat)

Mijn volgende beroepstaak is:

57

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

58

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Informatie voor begeleiders

De student heeft de beroepstaak bijna afgerond. Het is nu tijd om terug te kijken op de uitvoering ervan. Bij het terugkijken wordt een krachtig beroep gedaan op zijn kritische houding en reflectievaardigheden. Daarbij komen ook vragen over zijn leerproces aan bod: • Welke werkprocessen en competenties heeft hij ontwikkeld en op welke manier? • Welke werkwijze paste het beste bij hem? • Wat ging er goed of niet zo goed? • Wat gaat hij de volgende keer veranderen?

In te leveren producten • Een afgevinkte activiteitenplanner • Het reflectieverslag • Ontwikkelingsgerichte beoordeling (door school aan te leveren)

Met het STARRT-schema neemt u systematisch met de student de reflectie op deze taak door. De student heeft ook tijdens de beroepstaak in de lessen op school aandacht moeten besteden aan de STARRT-methode aan de hand van:

• Het reflectiegesprek (Taalkaart 1) • Het reflectieverslag (Taalkaart 18)

Toepassing van de STARRT-methode

Met de laatste twee stappen van de STARRT-methode stelt u systematisch vragen om de reflectie op deze taak duidelijk naar voren te krijgen. Het is de bedoeling dat de student het meeste aan het woord is. Overleg met de student hoe u de verwerking van de reflectie regelt. Breng daarbij afwisseling aan in de communicatievormen. Te veel verslagen maken werkt vaak demotiverend.

59

Maakt apparatuur/Installaties gebruiksklaar

Made with