14ZW3SCWCW

Competentie Q: Plannen en organiseren

Werkprocessen:

1.2 Maakt een plan van aanpak voor projecten of activiteiten (BP 1.3, BP 1.4, BP 2.5) Componenten: doelen en prioriteiten stellen, activiteiten inplannen, tijd indelen, mensen en middelen organiseren, activiteiten plannen Eindgedrag: Je werkt de doelstellingen en de activiteiten/projecten ruim van te voren uit en stelt hierin prioriteiten. Je maakt een tijdsplanning en een overzicht van de benodigde menskracht en middelen.

2.2 Bereidt projecten of activiteiten voor (BP 1.3, BP 1.4, BP 2.5) Componenten: mensen en middelen organiseren Eindgedrag: Je regelt de beschikbaarheid van essentiële middelen en menskracht. 2.4 Zet professionals in bij de uitvoering van activiteiten (BP 2.2, BP 3.2) Componenten: voortgang bewaken Eindgedrag: Je bewaakt de voortgang van de activiteit en stuurt zo nodig bij.

3.3 Voert coördinerende taken uit (BP 2.2, BP 2.3, BP 3.2) Componenten: doelen en prioriteiten stellen, activiteiten plannen Eindgedrag: Je werkt de doelstellingen en de activiteiten/projecten ruim van te voren uit en stelt hierin prioriteiten. Je maakt een tijdsplanning en een overzicht van de benodigde menskracht en middelen.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • de stappen voor het maken van een werkplanning • • communicatie- en gesprekstechnieken

• • een werkplanning uitvoeren • • de voortgang bewaken • • tijd indelen • • methodisch werken • • mensen en middelen organiseren • • prioriteiten stellen in het bereiken van doelen in overleg met betrokkenen en collega’s

• • planmatig • • doelgericht • • efficiënt • • zorgvuldig • • proactief • • initiatiefrijk

• • verschillende methoden om activiteiten te plannen en te organiseren

• • communicatief • • klantvriendelijk

• • de eisen aan een plan van aanpak • • de manier om doelen SMART te formuleren • • de eisen waaraan een doelstelling moet voldoen • • de Nederlandse taal op 3F niveau • • een moderne vreemde taal • • ICT-vaardigheden

• • activiteiten plannen • • planmatig werken • • de verschillende (activiteiten)

• • ...................

werkzaamheden op elkaar afstemmen • • planmatig werken en rekening houden met alle betrokkenen • • je mondeling en schriftelijk in de Nederlandse taal uitdrukken op 3F niveau

• • ...............................................

• • je mondeling en schriftelijk in een moderne vreemde taal uitdrukken • • ICT-vaardigheden toepassen

• • .......................................................

18

Zorg & Welzijn serie 2014

Made with