006PWIB0006

Inleiding In de inleiding moet verteld worden: x Waarom het verslag is geschreven, m.a.w. wat de opdracht was die aangepakt c.q. opgelost diende te worden. Dit wordt ook wel de probleemstelling genoemd. x Welke procedure er gevolgd is om tot een oplossing te komen. x De structuur van het verslag. N.B. Schrijf de inleiding pas als de hoofdtekst klaar is. De hoofdtekst De hoofdtekst bestaat uit genummerde hoofdstukken, alle voorzien van een titel. Begin ze steeds op een nieuwe pagina. Voor de onderverdeling van de hoofdstukken is de decimale indeling aan te bevelen. x Het eerste cijfer geeft het hoofdstuk aan: 1 x Het tweede cijfer geeft de paragraaf aan: 1.1 x Het derde cijfer geeft de subparagraaf aan: 1.1.1 De gehele nummering van hoofdstukken, paragrafen en subparagrafen moet in de inhoudsopgave terug te vinden zijn (zie inhoudsopgave). Conclusies Conclusies zijn gevolgtrekkingen. Ze geven aan in hoeverre de probleemstelling is opgelost en wat de betrouwbaarheid is van het verrichte onderzoek. Onthoud: x Conclusies moeten begrijpelijk, kort en informatief zijn. x Conclusies mogen geen nieuwe informatie bevatten: de onderbouwing moet in de hoofdstukken terug te vinden zijn. x Zet conclusies altijd in de tegenwoordige tijd. N.B. Het is niet zo dat conclusies een samenvatting overbodig maken, want ze komen daarin slechts beknopt terug. Voetnoten In voetnoten kun je informatie kwijt die niet direct noodzakelijk is voor de tekst, zoals literatuurverwijzingen. Voetnoten plaats je: of: - Onderaan de bladzijde; in Word: Invoegen – Verwijzing - Voetnoot of: - aan het einde van ieder hoofdstuk of: - aan het einde van je verslag Nabeschouwing / evaluatie In dit onderdeel van het verslag geef je een beschrijving van je ervaringen tijdens de stage. x Hoe is de prestatie verlopen? x Was het leerzaam? x Was het werken bij het bedrijf wat je ervan verwachtte? x Wat heb je geleerd tijdens de BPV? x Welke doelen zijn gehaald en welke doelen niet of gedeeltelijk? x Van de doelen die niet of niet geheel zijn gehaald; waar heeft dit aan gelegen? x Is de opdrachtgever tevreden? x Ben je zelf tevreden? x Wat zou je de volgende keer anders doen? x Hoe is jouw tijdsinvestering geweest? Hoe is de samenwerking verlopen met de werknemers van het bedrijf en je opdrachtgever?

-52-

Made with