Kwaliteitsrapport 2017

40

41

Visie van onze interim bestuurder

Reflectie van onze belanghebbenden

Thea Bongers

Centrale cliëntenraad (CCR)

De Passerel heeft altijd veel waarde gehecht aan het bie- den van kwalitatief goede dienstverlening. Dat is een van de eerste dingen die ik als interim bestuurder bemerkte. Kwaliteit staat echt op de voorgrond, iedereen levert net dat extra stukje inspanning om het verschil te maken. Bin- nen De Passerel is aandacht voor mensen. Dat merk ik in gesprekken met cliënten, hun familie, onze medewerkers en dat heb ik ook zelf mogen ervaren. Door het bieden van kwalitatief goede dienstverlening zet je jezelf als zorgaanbieder op de kaart. Gezien de vele, mooie, initiatieven heeft De Passerel dit de afgelopen ja- ren ook nadrukkelijk gedaan. Een gezonde balans tussen kwaliteit, veiligheid en financiële middelen is daarbij van belang. Door de nadruk op kwaliteit te leggen, is bij De Passerel het financiële deel soms aan de aandacht ont- snapt. Eind 2017 hebben we de nodige stappen gezet om hier verandering in te brengen. Zo is er gekeken naar de inzet van medewerkers in relatie tot de aanwezigheid van cliënten. Ook werken we eraan dat de medewerkers van de staf- en centrale diensten hun collega’s in de dagelijk- se dienstverlening nog beter kunnen ondersteunen. Dit vraagt voortdurend om afstemming en een scherpe blik op de financiën zonder de kwaliteit uit het oog te verlie- zen. De Passerel heeft altijd vanuit de klantvraag invulling ge- geven aan de dienstverlening. Een mooi voorbeeld vind ik de start van woonvorm EIGEN aan de Homerusstraat, voor kinderen met zeer moeilijk verstaanbaar gedrag. De uitdaging voor de organisatie ligt ook in het optimaal ge- bruik maken van de beschikbare overheidsvergoedingen voor bijzondere doelgroepen. Dit om ervoor te zorgen dat we cliënten de ondersteuning geven die zij nodig hebben

en we tegelijkertijd onze medewerkers niet overvragen. Door de keuze te maken om cliënten met een zeer inten- sieve zorgvraag te begeleiden, zijn we als organisatie immers verplicht om onze medewerkers voldoende te ondersteunen. De kwaliteit van onze dienstverlening gaat dan hand in hand met de kwaliteit van arbeid. In 2017 kreeg de verbinding met de in- en externe omge- ving extra aandacht. Intern, door nadrukkelijk de dialoog aan te gaan met de Centrale Cliëntenraad en de Onder- nemingsraad. Extern door ons aan te sluiten bij regionale initiatieven waaronder het Zorgplatform Apeldoorn. Hierin werken we samen met andere (zorg)instellingen aan een plan van aanpak rondom de uitdagingen van de regionale arbeidsmarkt. In 2018 wordt hier gezamenlijk verder invulling aan gegeven. In 2017 maakten wij de keuze voor het tijdsregistratie- systeem ONS. Onze uitdaging voor 2018 ligt in het verbe- teren van de in- en externe verantwoording wat door het gebruik van het registratiesysteem wordt ondersteund. Wij verliezen de cultuurverandering die hiermee gepaard gaat niet uit het oog. Het kwaliteitskader is met open armen ontvangen omdat het ons een nieuwe kans biedt om kwaliteit en veiligheid nog beter zichtbaar te maken. Gezien de enthousiaste wijze waarop er invulling wordt gegeven aan het werken aan kwaliteit, heb ik dan ook het volste vertrouwen dat De Passerel zich op deze gebieden sterk blijft ontwikkelen.

Op 7 mei 2018 is het kwaliteitsrapport besproken in het overleg van de Centrale Cliëntenraad (CCR) met de be- stuurder. De CCR vindt de inhoud van het rapport herken- baar, hierbij een reflectie op de bouwstenen. Bouwsteen 1 zorgproces rond de individuele cliënt De CCR is positief over de wijze waarop er binnen De Pas- serel gewerkt wordt met het ondersteuningsplan. De be- schreven werkwijze komt overeen met de ervaring in de praktijk. Er wordt zo veel mogelijk samen met de cliënt gesproken over de ondersteuning en de doelen. Waar de cliënt dit niet zelf kan, wordt er samen met de fami- lie gekeken naar wat nodig is. Tevens wordt opgemerkt dat er niet enkel binnen De Passerel wordt samengewerkt tussen het wonen en de (arbeidsmatige) dagbesteding. Dit gebeurt ook bij cliënten die bij een andere organisa- tie wonen of werken. Het onderdeel ‘Mijn perspectief’ is niet voor iedere cliënt in te vullen, soms is dit te moeilijk, het is geschikt voor een gedeelte van de cliënten van De Passerel. De uitkomsten van de cliënt- en verwantenraadpleging zijn op een eerder moment besproken met de CCR. Er zijn door de leden drie speerpunten bepaald: de tevreden- heid over het wonen bij De Passerel, cliënten ondersteu- nen bij het omgaan met geld en hen helpen om gezond te leven. De CCR vindt het opvallend dat de waardering voor de dagbesteding hoger ligt, dan de ervaren tevredenheid over het wonen. Dit wordt door de leden verklaard door- dat het wonen aan meer veranderingen onderhevig is ge- weest. De CCR vindt het goed dat zowel de hoogste als Bouwsteen 2 onderzoek naar cliëntervaringen

de laagste scores staan opgenomen in het rapport. Deze worden ook herkend. De lage scores roepen zorgen op. De CCR mist de vertaling naar een concrete aanpak. Wat wil de organisatie bereiken en hoe wordt dit gemonitord? Tevens geeft de CCR mee dat de respons op het onder- zoek omlaag gegaan is, dit is een punt van aandacht. De CCR wordt betrokken bij het evalueren van deze raadple- ging en hoe hier vervolg aan te geven. Bouwsteen 3 zelfreflectie in teams De CCR merkt op dat het ambitieniveau hoog ligt, er wordt gestreefd naar een lerende organisatie. De midde- len zijn er, de CCR is benieuwd hoe dit in de praktijk de ruimte krijgt. Of medewerkers voldoende tijd ervaren om hiermee aan de slag te gaan. Over het algemeen is er te- vredenheid over de ondersteuning die er geboden wordt door De Passerel. De CCR ziet bevlogen medewerkers en heeft respect voor de wijze waarop begeleiders invulling geven aan het werken met de cliënt. Al gaat dit niet altijd vlekkeloos en is het soms zoeken naar de juiste aanslui- ting. Als zaken niet goed lopen, is het belangrijk om hier- over het gesprek te voeren met elkaar. Die ruimte wordt wel gevoeld. De cijfers van de meldingen van incidenten worden nog als te algemeen ervaren. De CCR ziet het als positief dat medewerkers een melding durven te maken, echter zou het streven moeten zijn dat het aantal meldingen afneemt. Daarnaast wordt opgemerkt dat het woord in- cident een zware lading heeft, omdat de verdere classifi- catie ontbreekt.

Stichting De Passerel

Kwaliteitsrapport 2017

Made with FlippingBook flipbook maker