13ZW4VPCE2BEG
Voldoende Goed
Prestatie-indicatoren
Onvoldoende
Competenties
Kwalificerend
- componenten
1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie
P Dit betekent dat:
I Presenteren
• je onderwerpen duidelijk en correct uitlegt • je in je stijl van communiceren, rekening houdt met de doelgroep • je regelmatig controleert of de informatie goed is overgekomen zodat: • de doelgroep beschikt over relevante informatie en je deskundig advies geeft.
–– duidelijk uitleggen en toelichten –– op de toehoorder(s)/ toeschouwer(s) inspelen
P Dit betekent dat:
L Materialen en
middelen inzetten
• je voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen kiest en gebruikt die aansluiten bij het onderwerp
–– geschikte materialen en –– middelen kiezen
zodat: • je de juiste materialen en middelen inzet.
1.9 Evalueert de zorgverlening
P Dit betekent dat: • je de zorgvrager en andere betrokkenen vraagt naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding • je aandachtig luistert en zonodig doorvraagt
D Aandacht en begrip tonen
–– luisteren –– interesse tonen
zodat: • je deze informatie inbrengt bij de evaluatie.
P Dit betekent dat: • je scherp en kernachtig en op een ongecompliceerde manier je bevindingen formuleert zodat: • de evaluatie (verslaglegging) van de zorgverlening voor alle betrokkenen inzichtelijk en begrijpelijk is. T Dit betekent dat: • je uit de evaluatiegegevens de belangrijkste informatie kunt halen • je uit deze informatie logische gevolgen trekt • je manieren vindt om eventuele problemen op te lossen
J Formuleren en rapporteren
–– vlot en bondig formuleren
M Analyseren
–– informatie uiteenrafelen –– conclusies trekken –– oplossingen voor problemen bedenken
zodat: • het verpleegplan zonodig op een verantwoorde wijze
bijgesteld kan worden en de kwaliteit van de zorgverlening verbeterd of wordt of de zorgverlening afgesloten wordt. EIGENDOM CONSORTIUMBO
17
2 ONDERSTEUNEN BIJ VERPLEEGTECHNISCHE HANDELINGEN
Made with FlippingBook