00659160004

00659160004

PROJECTWIJZER 4 leerjaar 2

Communiceren en diagnose stellen

motorVoertUigentechniek

Werkplaatsmanager/technisch specialist moBiliteitsBranche

Begeleidershandleiding leid r leidin

Projectwijzer 4 Communiceren en diagnose stellen Motorvoertuigentechniek

Opleidingssoort

Werkplaatsmanager/Technisch Specialist mobiliteitsbranche

Kwalificatiestructuur Techniek

Niveau

BOL 4

Versie

3 2012- 2013

Artikelnummer 00659160004

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Directie en managementteam M.Wouters, L. Fine, B. Huijberts, A. Pijnenburg, I. Rabelink

Ontwikkelteamleider Bert Grutters

Ontwikkelteam Bert Grutters, Ab Pothmann

Redactie Marjo Brok

Ontwerp Studio Blanche: HennyWitjes

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Foto’s en afbeeldingen Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium

Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2013 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

3 Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

Inhoud

1

Thema

5

2

Project-Start-Up (PSU)

8

3

Project ’Communiceren en Diagnose stellen’

16

Fase 1

Oriëntatie

19

Fase 2

Plan vanAanpak

24

Fase 3

Realisatie

27

Fase 4

Evaluatie

35

Bijlagen

38

Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11 Bijlage 12 Bijlage 13 Bijlage 14

Brainstormsessie Maken van notulen

39 41 42 43 44 45 47 48 49 51 52 53 56 58

Format Plan van Aanpak (fase 2) De tijdsplanning van een (deel)project

Criterialijst Presenteren CriterialijstVerslagen

Beoordelingsformulier verslag Handreiking reflectieverslag

Beoordelings Go – No-Go

Beoordelingsformulier medestudenten

Werkorder

Invullijst communicatieproducten BPV-opdracht Communiceren

Monitor PW4

4

Techniek

5 Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

1 << Thema >>

Algemeen

Beste docent,

Voor u ligt de begeleiderversie bij projectwijzer 4 (PW4). Deze begeleiderversie helpt u om studenten te begeleiden en te ondersteunen bij het project en mogelijke deelprojecten. Alle informatie die u nodig heeft voor het werken met projectwijzers (afgekort PW’s) vindt u in de begeleiderhandleiding van het Basisdocument. In de (deel)projecten van deze projectwijzer werken de studenten aan relatief eenvoudige opdrachten. De werkzaamheden die daarbij voorkomen, worden op gelijke wijze in de mobiliteitsbranche uitgevoerd. U blijft natuurlijk evenals in de eerste 3 projectwijzers de nodige sturing geven aan het proces. Zoals in het Basisdocument is aangegeven maakt de student aan het einde van het tweede leerjaar een keuze tussenWerkplaatsmanager enTechnisch Specialist. Als hij voor de opleiding vanTechnisch Specialist (TS) kiest, dan ligt het accent op de technische activiteiten en in mindere mate op de bedrijfskundige activiteiten. Als hij voor de opleiding vanWerkplaatsmanager (WPM) kiest, dan is dat precies andersom. In het begin van deze opleiding ligt het accent vooral op de technische activiteiten (AT = Autotechnicus). In de projectwijzers 4 t/m6 verschuift dit steeds meer naar de (bedrijfs)organisatorische activiteiten. Behalve met technische en organisatorische activiteiten komt hij ook in aanraking met sociale, economische, administratieve, juridische en commer- ciële activiteiten. Deze projectwijzer heeft twee hoofdthema’s: Communiceren en Diagnose stellen.

Wij wensen u veel succes met het competentiegericht opleiden in uw ROC.

6

Techniek

Aanwijzingen voor de begeleider

In PW 4 gaat de student zich bekwamen in communiceren en het stellen van diagnoses. Het hebben van de juiste kennis, vaardigheden en het tonen van de juiste attitude (beroepshouding) zal de student weer verder moeten ontwik- kelen. Door zoveel mogelijk de opdrachten uit deze projectwijzer in de (gesimu- leerde) beroepspraktijk uit te laten voeren, zal hij deze ontwikkelen. Bij deze competentiegerichte opleiding wordt ieder project in vier fasen doorlopen. Namelijk: Projectmatig werken Fase 1 Oriëntatie Fase 2 Plan van Aanpak Fase 3 Realisatie Fase 4 Evaluatie

Wij wensen u veel succes met de begeleiding bij het uitvoeren van dit project.

7 Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

Beste student,

Een belangrijk onderdeel van jouw functioneren als werknemer in de mobiliteits- branche is, naast de beheersing van de diverse technische vaardigheden, je beroepshouding. Je werkt gedurende je opleiding aan verschillende compe- tenties, net zolang tot je in staat bent te functioneren als een beginnend werknemer. Zowel je technische vaardigheden als je sociale en communicatieve vaardigheden spelen een belangrijke rol. In het begin van je opleiding lag het accent vooral op de technische activiteiten, maar vanaf nu komen ook steeds meer organisatorische, sociale, economische, administratieve en commerciële activiteiten aan bod. Allemaal activiteiten waarbij communicatie een belangrijke rol speelt. In het kader van dit project leer je omgaan met diverse diagnosesystemen. In elk autobedrijf zijn diverse procedures afgesproken. De verschillende procedures zullen in deze projectwijzer uitgebreid aan de orde komen. Daarnaast is in bijlage 13 een BPV-opdracht Communiceren toegevoegd. Wanneer deze opdracht uitgevoerd gaat worden, is afhankelijk van het BPV-moment. De uitvoering hiervan zal dan ook in overleg met je begeleider plaatsvinden. Als werknemer bij een autobedrijf moet je samen met je collega’s diverse technische werkzaamheden uitvoeren, zoals het uitvoeren van onderhoud en reparaties. Ook moet je, net als andere collega’s, af en toe zelfstandig klanten te woord staan en helpen. Daarnaast kan er van je verwacht worden dat je contacten onderhoudt (mondeling en schriftelijk) met bedrijven, leveranciers, importeurs, overheidsinstanties en organisaties zoals de RDW, de milieu- inspectie en kenniscentrum Innovam. Deze projectwijzer heeft twee hoofdthema’s: Communiceren en Diagnose stellen .

Veel succes met deze projectwijzer.

8

Techniek

2 << Project-Start-Up (PSU) >>

Aanwijzingen voor de begeleider

Communicatie en diagnose stellen is het startpunt van dit project. In de projectwijzers is de wens van de klant steeds als uitgangspunt gekozen. De daaruit voortkomende werkzaamheden zijn de basis voor de projecten. Hierdoor is het mogelijk een strak gestructureerde opzet van een project c.q. deelproject te krijgen. Het verdient aanbeveling om het startpunt de eerste keer gezamenlijk met alle betrokkenen en begeleiders door te nemen. De begeleider bepaalt, eventueel in overleg met de studenten, hoe de groeps- samenstelling voor deze projectwijzer eruit gaat zien. U kunt ervoor kiezen om zelf deelprojecten vrij te geven of om de studenten de deelprojecten te laten vormen. De beste manier is om van tevoren zelf duidelijk te hebben welke deelprojecten mogelijk / wenselijk zijn voor een goed verloop van het project. Laat de studenten daarna zelf de deelprojecten benoemen en kijk of deze stroken met de lijst die u zelf heeft samengesteld. Maak dan samen een keuze waarbij met de wensen van beide partijen rekening wordt gehouden. In de fasen en stappen van dit startpuntproject creëert de projectgroep in principe zelf de opdrachten en deelprojecten. Daarnaast is in bijlage 13 een BPV-opdracht Communiceren toegevoegd. Wanneer deze opdracht uitgevoerd gaat worden, is afhankelijk van het BPV-moment. De uitvoering hiervan zal dan ook in overleg met de student plaatsvinden. Bij aanvang van elke projectwijzer is het aan u de samenstelling van de projectgroepen te bepalen. Mogelijk kunnen de studenten dat in deze fase van de opleiding ook al zelf.

9 Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

Aanwijzingen voor de begeleider

Te verwachten resultaat Uiteindelijk moet de student binnen de oriëntatiefase inzicht krijgen in wat er wordt verwacht bij het uitwerken van deze projectwijzer en aan welke beroeps- competenties hij kan gaan werken. 1. De kennis die nodig is om diagnoses te kunnen stellen en goed te kunnen communiceren. 2. Het uitvoeren van de vaardigheden die nodig zijn om diagnoses te kunnen stellen en goed te kunnen communiceren. 3. De beroepshouding die in zulke situaties verwacht/vereist wordt. De student moet zicht bewust worden van het feit dat een goede communi- catie met klanten en de diverse collega’s binnen het bedrijf een wezenlijk onderdeel is van het (bedrijfs)proces. Goede communicatie leidt tot de gewenste oplossingen en activiteiten/handelingen. De bedoeling bij deze projectwijzer is hier nadrukkelijk dat alle studenten zowel het onderwerp ‘Communicatie’ als het onderwerp ‘Diagnose stellen’ uitvoeren. (Dus niet een deel van de projectgroep communicatie en een ander deel van de projectgroep diagnose.) In dit project staan zowel de communicatieprocessen in een autobedrijf als de oplossing van technische (diagnose)problemen centraal. Het project bestaat uit 2 hoofdthema’s.We noemen deze hoofdthema’s in dit project onderwerpen. De doelstelling is dat jij het onderwerp ‘Communicatie’ én het onderwerp ‘Diagnose stellen’ uitwerkt. Tevens zijn er verbanden tussen communiceren en problemen oplossen. Belangrijk is dat jij ook de verbanden tussen de twee hoofdthema’s kunt benoemen en kunt toepassen. Aandacht- en actiepunten bij procesbegeleiding • Controle op het agenda voeren, de notulen en het (groeps)logboek. • Begeleiding van de uitwerking van het Plan van Aanpak. • Sturen van een goede informatie-uitwisseling naar elkaar. • Inschakelen van een BPV-begeleider en/of vakdocenten. • Wekelijkse voortgang van het projectdossier begeleiden en controleren. • Werkorders voorbereiden. • Voorbereiding van de presentaties begeleiden. • Rapportagemomenten vastleggen en de wijze van rapporteren begeleiden. • Evaluatie, reflectiemomenten vastleggen en beoordelen (bijlage 7 PW4). • Beoordelingsmomenten (Go - No-Go) vastleggen. Aanwijzingen voor de begeleider

10

Techniek

1.1 Communicatie Als er een klant met een probleem komt, is het van belang dat je voor een correcte afhandeling de juiste diagnose stelt. Om de juiste diagnose te kunnen stellen moet je alle belangrijke informatie van een klant krijgen.Wat is precies het probleem? In welke situaties komt dat voor? Sinds wanneer komt dat voor? Heeft de klant een bepaalde handeling verricht waardoor het probleem veroorzaakt wordt? Als je alle informatie hebt gekregen van de klant, wat betekent dat voor de correcte afhandeling binnen het bedrijf (zender en ontvanger van de boodschap)?Wie moet van jou in het bedrijf de informatie krijgen, die jij van de klant hebt gekregen? Hoe gebeurt dat? Hoe zorg je ervoor dat de informatie goed wordt overgebracht? Hoe communiceer jij het probleem van de klant naar je collega’s? Hoe wordt de klant weer op de hoogte gesteld van bijvoorbeeld de kosten en duur van de reparatie? 1.2 Diagnose stellen Eén van de werkzaamheden, die in de werkplaats regelmatig wordt uitgevoerd, is het uitlezen van een managementsysteemm.b.v. diagnoseapparatuur. Met deze diagnoseapparatuur kun je foutcodes uitlezen, meetwaardenblokken bekijken, service-intervallen resetten, parameters wijzigen en nog veel meer. Als de klant met een dergelijke storing komt, moet je ervoor zorgen dat de monteur, die de diagnoseapparatuur gaat gebruiken, de correcte en volledige informatie van de klant krijgt. Uiteindelijk moet de klant ook weer juist en volledig geïnformeerd worden over probleem, oplossing, kostenplaatje enzovoort. Realiseer je daarbij dat het soms gemakkelijker is een bestaande klant te verliezen dan een nieuwe klant te krijgen en te behouden. De klanten stellen het op prijs als ze tijdig, juist en zo volledig mogelijk geïnformeerd worden. Als er bijvoorbeeld reparaties uitgevoerd worden zonder dat klanten daartoe nadrukkelijk toestemming hebben gegeven, kan dat tot ongewenste klachten leiden. Suggesties voor mogelijke uitvoeringsvormen / demonstratievormen, waarbij wellicht de docent Communicatie (Nederlands) een belangrijke rol kan spelen: een video waarin een kritische (een zich beklagende) klant aan de balie zijn verhaal komt doen. Een rollenspel aan de balie met een klant met klachten. Een rollenspel met een telefoongesprek met leveranciers, een vertegenwoordiger van … Een opdracht waarbij een groepje studenten gaat onderzoeken welke interne afspraken en procedures er binnen een autobedrijf over communicatie gelden. Dit om het belang van interne en externe communicatie en interne afspraken daarover nog eens nadrukkelijk duidelijk te maken (organisatie en/of uitvoering). Klanten kunnen zowel particulieren als bv. leasemaatschappijen zijn. Het schema hieronder geeft de communicatieprocessen en -lijnen weer. Binnen de bedrijfsprocessen, zoals in het onderstaand schema afgebeeld, spelen zich de diverse communicatieprocessen af. 1.3 Afspraken en procedures Aanwijzingen voor de begeleider

11

Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

Belangrijk is dan ook dat er binnen het bedrijf duidelijke afspraken gemaakt worden over communicatie naar klanten en bijvoorbeeld de afhandeling van klachten. Klachten van klanten worden volgens bepaalde interne afspraken en procedures, die zijn vastgelegd, afgehandeld. In figuur 1 wordt nog eens schematisch weergegeven met welke interne bedrijfs- en communicatieprocessen jij te maken hebt/krijgt.

12

Techniek

Als medewerker heb je met heel wat communicatie(lijnen) te maken.

13

Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

Procesgang project 4

14

Techniek

Aanwijzingen voor de begeleider

De student werkt vanaf fase 3 in deelprojecten. In fase 2 moet al rekening worden gehouden met dit gegeven (in verband met de planning).

Informatiebronnen (algemeen) Gedurende de looptijd van dit project zal je diverse informatiebronnen moeten raadplegen om de gewenste/vereiste informatie te verkrijgen. Hieronder staat een lijst van algemene informatiebronnen die bij iedere fase en stap geraad- pleegd kunnen worden: • fabrikanten/importeurs • leveranciers van onderdelen en materialen • motorvoertuigbedrijven (via bedrijfsbezoek of als stagiair, werkplaats- en magazijndocumentatie) • leveranciers van (test-/diagnose-)apparatuur • beurzen • derden (vrienden, kennissen enzovoort) • ROC (theorielessen, praktijklessen, docenten, begeleiders, open leercentrum, studieservicecentrum) • literatuur (naslagwerken, studieboeken, instructieboeken, handleidingen van (meet-/test-) apparatuur, vakbladen, folders, internet) • automatiseringsprogramma’s • enzovoort. In te leveren beroepsproducten De beroepsproducten die aan het einde van ieder project en deelproject ingeleverd moeten worden, staan benoemd aan het einde van elke fase. Aan het einde van elke fase en elk deelproject moeten deze beroepsproducten aan je begeleider getoond kunnen worden. Wat zijn de verwachtingen en hoe weet je waaraan je moet voldoen? Zoals je in vorige projectwijzers hebt gelezen moet je alsWerkplaatsmanager/ Technisch Specialist beschikken over twee ‘soorten’ competenties: • vakmatige competenties: de competenties uit het Kwalificatiedossier • competenties uit het Brondocument Loopbaan en Burgerschap. In dit project werk je aan kerntaken, werkprocessen en competenties uit het document LB en het Kwalificatie DossierWerkplaatsmanager Mobiliteitsbranche. Het zijn kerntaak 3 (TS) met de werkprocessen 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5 en en kerntaak 1 (WM) met de werkprocessen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6. en kerntaak 2 (WM) met de werkprocessen 2.1, 2.2, 2.3. Deze kun je terugvinden in het Basisdocument. Als je bij een fase specifieke informatiebronnen hebt gevonden, voeg je die aan in je groepslogboek of persoonlijk logboek toe.

15

Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

Dit project voer je uit met je projectgroep volgens de fasen en stappen zoals hierna worden aangegeven.

Hoe je een project kunt aanpakken In het Basisdocument zijn de projectorganisatie en de methode van aanpak voor het oplossen van uitgebreide projecten beschreven. Omdat de informatie daarin te groot is om dit in een korte tijd ‘je eigen te maken’, worden daarom in deze projectwijzer deze zaken weer stapsgewijs en soms onopgemerkt ingebracht. In het kort komt het er steeds op neer dat je elk probleem gaat verwerken in vier fasen namelijk:

Projectmatig werken

Fase 1 Oriëntatie Fase 2 Plan van Aanpak

Fase 3 Realisatie Fase 4 Evaluatiie

16

Techniek

3 << Project ’Communiceren en Diagnose stellen’ >>

Aanwijzingen voor de begeleider

In dit project gaat de student al meer zelfstandiger aan het werk dan in de voorgaande projecten. De fasen en stappen zijn bewust minder gedetailleerd uitgeschreven. Van studenten mag inmiddels verwacht worden dat zij, op basaal niveau, weten hoe ze aan het werk moeten gaan. De student gaat zich meer zelfstandig vakinhoudelijk verder verdiepen en daarbij ook de proactieve (beroeps)houding ontwikkelen. De ondersteuning, zoals in deze handleiding omschreven, is bedoeld als een advies, u kunt daar zelf naar eigen inzicht en mogelijkheden van afwijken. Om iedere student zijn eigen competenties te kunnen laten ontwikkelen is het van het grootste belang dat, waar mogelijk, ieder zijn eigen creativiteit in kan zetten. Denk daarbij aan eigen inbreng in projectvergaderingen, zelf opzoeken van verschillende informatiebronnen, eigen presentatie enz. Nog meer dan in de vorige projectwijzer zal het organiseren van de eigen werkzaamheden centraal staan in deze projectwijzer. De complexiteit van de omgeving waarin het project plaatsvindt, is van een hoger niveau dan in de vorige projectwijzer. Vanaf PW4 is het ook nadrukkelijk de bedoeling in de realisatie en in de beoor- deling van dit project (en de volgende projecten) zoveel mogelijk de werkpro- cessen en competenties op het gebied van Nederlands, MVT en Loopbaan en Burgerschap te integreren. Daartoe dienen de docenten Nederlands, MVT en LB zoveel mogelijk bij de projecten betrokken te worden. Doel van deze projectwijzer is: • omgaan met diagnoseapparatuur • het stellen van bijbehorende diagnose(s) • herkennen van en omgaan met diverse aspecten van interne en externe communicatie in een autobedrijf.

17

Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

COMMUNICATIE

Belangrijk doel is dat studenten hun sociaalcommunicatieve vaardigheden verder ontwikkelen. In deze PWwordt de student geprikkeld om te communi- ceren met alle betrokkenen in het project. Natuurlijk moet de student ook in de schoolomgeving communiceren: hij overlegt met medestudenten in het projectoverleg, met de projectbegeleider, met de praktijkbegeleider en met alle medewerkers in de schoolomgeving. In de ‘Leerlijn Nederlands’ (LN) wordt uitgegaan van een systematische aanpak van de communicatie. Deze aanpak bestaat uit de stappen a t/m f gebaseerd op het communicatieschema. (bijlage 12) a Duidelijk omschreven doel, onderwerp en thema. b Duidelijk omschreven publiek en een omschrijving van de consequenties daarvan voor de boodschap. c Gemotiveerde keuze van het medium. d Juiste en correcte toepassing van conventies van het medium. e Opbouw van de boodschap volgens vaste en logische structuren. f Beperking ruis. In deze PWmoeten de studenten dan ook nog meer bewust gemaakt worden van deze systematische aanpak. U kunt dit invullen door middel van een training, workshop of hoorcollege, waarin u aandacht besteedt aan het communicatieschema (begrippen als zender, ontvanger) en aan de stappen a t/m c als ontvanger en a t/m f als zender. Na deze theoretische inleiding communicatie kunnen de studenten deze theorie in praktijk brengen. De invullijst leidt hen door alle stappen. In deze PW kan de student deze invullijst in ieder geval gebruiken bij de volgende producten: • werkbespreking • overzicht maken van materiaal van internetsites en uit vakliteratuur • schema van communicatielijnen in een bedrijf

• handleiding • presentatie • reflectieverslag

Door middel van een beoordelingsformulier (beroeps)communicatiepro- ducten (bijlagen 11 en 12) , dat uitgaat van dit schema, worden de beroepspro- ducten van de student beoordeeld op vakinhoud en talige aspecten (het is immers altijd een combinatie van juiste inhoud, juiste toon, taal, lay-out etc.).

18

Techniek

Dit beoordelingsformulier kan gebruikt worden voor sturing en evaluatie. De beoordeling kan door meerdere docenten (de vakdocent en de taaldocent) gebeuren, maar dit hoeft niet altijd. Een vakdocent of BPV-begeleider is vaak uitstekend in staat om te beoordelen of het product aan de eisen van de praktijk voldoet. Een docentTalen kan specifiek beoordelen, op basis van de niveauomschrijvingen volgens het Raamwerk Nederlands of het Raamwerk MVT, of het taalvaardigheidniveau van de student voldoende is. Hiervoor kan een aantal beroepsproducten geselecteerd worden. Moderne vreemde talen (MVT) De docenten MVT kunnen in de ondersteuning alle taalvaardigheden aan de orde kunnen laten komen. Vooral de technische woordenschat en de basis- structuren moeten worden aangeleerd evenals het lezen en schrijven van technische teksten. In deze projectwijzer zal de student o.a. een demonstratie moeten realiseren. Omdat hij/zij daar over het algemeen nauwelijks ervaring mee heeft, is onder- steuning daarbij belangrijk.

De onderwerpen zijn vakoverstijgend toepasbaar en kunnen desgewenst gezamenlijk worden aangeboden.

Bronnen Leerlijn Nederlands en MVT

Aanwijzingen voor het team

Loopbaan en Burgerschap De begeleider Loopbaan en Burgerschap adviseren wij dit project te begeleiden met een aantal ondersteunende workshops. Deze kunnen afdeling- overstijgend en desgewenst gezamenlijk worden aangeboden.

De onderwerpen van de workshops (kunnen) zijn: • Wetgeving; hoe komen wetten tot stand? • Milieuwetgeving

19

Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

Oriëntatie

Oriëntatie (project)

Fase 1

Aanwijzingen voor de begeleider In projectwijzer 4 is sprake van twee projecten. Project A Communiceren en Project B Diagnose stellen.

Hieronder is een aantal verschillende deelprojecten benoemd. Natuurlijk is het team vrij hier andere deelprojecten aan toe te voegen. Aan u de taak de project- groepen te sturen bij het maken van keuzes betreffende de diverse deelprojecten. Opmerking: Elke projectgroep krijgt dus het project Communiceren en het project Diagnose stellen door de begeleider toegewezen. Advies aan de project- groepen is de projecten afzonderlijk één voor één uit te voeren en deze dan ook apart van elkaar te laten presenteren. Houd bij het toewijzen rekening met de bezetting van de werkplaats. Uw begeleiding in de fase Oriëntatie zal bestaan uit het sturen van de project- groepen in het vinden van de deelprojecten van beide projecten. U moet de studenten aansturen opdat zij hun vragen in het Basisdocument beantwoord kunnen krijgen. De verwijzingen naar het Basisdocument zullen daarom veelvuldig benoemd worden. De projecten worden door u onder de verschillende projectgroepen verdeeld.Wanneer de projectgroepen afzon- derlijk van elkaar met de projecten beginnen, is het uw taak de studenten bij onderstaande activiteiten intensief te begeleiden. De projectgroepen zullen de door hen gevonden deelprojecten evenredig moeten verdelen onder de subgroepen. Mogelijke deelprojecten Communiceren en Diagnose stellen.

20

Techniek

Communiceren: Interne communicatie (verbaal en non-verbaal) • hoe lopen de lijnen (wie communiceert met wie) • nieuwe ontwikkelingen interne communicatie • communicatie tussen sales en after-sales • procedure klachtenafhandeling (continu verbeteringsproces) • procedure terugkomacties • procedure backorders • procedure routing werkorders • procedure wie bestelt de onderdelen en de follow-up hiervan • procedure backorders • enz. Externe communicatie (verbaal en non-verbaal) • nieuwe ontwikkelingen in externe communicatie • vormen van non-verbale communicatie in en om het bedrijf • promoten van de after-sales • vormen van acquisitie en relatiebeheer • enz.

Let op: In bijlage 13 is een BPV-opdracht toegevoegd die de student op het BPV-bedrijf moet uitvoeren. De studenten zullen hierin veel begeleiding moeten krijgen; het is voor hen immers de eerste keer dat ze een dergelijke ’niet-technische’ taak in de BPV uitvoeren. Het moment van uitvoeren is afhankelijk van het BPV-moment en zal dus in overleg moeten worden afgesproken.

Diagnose stellen: • Hoe kom ik aan de juiste informatie? • Hoe vertaal ik het probleem van de klant? • Welke diagnoses kun je stellen? • Welke diagnoseapparatuur zet ik in? • Hoe kom ik tot het stellen van de juiste diagnose? • Hoe vertel ik het de klant? bijv. kostenaspect? • enz.

In deze projectwijzer krijg je als projectgroep twee projecten door de begeleider aangewezen. Project A betreft communiceren. Project B is een technisch project en gaat over het stellen van diagnoses. Je gaat deze projecten één voor één uitvoeren. Pas als je na voltooiing van het project een Go hebt gekregen ga je met je projectgroep met het volgende project aan de gang.

21

Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

Opmerking Zoals al eerder vermeld is, wordt er vanaf PW4 meer zelfstandigheid en zelf- werkzaamheid van je verwacht. De structuur voor het aanpakken van deze projectwijzer is gelijk aan de voorgaande projectwijzers. Kijk dan ook regelmatig terug hoe je de vorige projectwijzers hebt aangepakt.

Ideeën genoeg, maar leg ze wel vast.

De projecten Communiceren en Diagnose stellen vragen natuurlijk elk een eigen benadering. Het stellen van de juiste vragen zal leiden tot het verkrijgen van de juiste informatie. Waar zou je informatie kunnen vinden? • bij een autobedrijf

• in de werkplaatsinformatie op school • in de kwalificatiedossiers Autotechnicus • op school bij de begeleiders

• theorielessen • vakblad AMT • internet • enz. Project A ‘Communiceren’

Door het stellen van de goede vragen kun je de juiste antwoorden krijgen. Neem dan ook bij het uitvoeren van de activiteiten onderstaande hulpvragen mee.

Interne communicatie (verbaal en non-verbaal) 1. Hoe lopen de interne communicatielijnen 2. Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van interne communicatie? 3. Welke procedures zijn er in de werkplaats van een autobedrijf? 4. Waar kunnen we hier informatie over vinden? 5. Wie kunnen we benaderen voor het stellen van vragen? 6. Wie gaan de informatie verzamelen? 7. Doen we dat alleen of met meerdere personen?

8. Hoeveel tijd hebben we nodig om de informatie te verzamelen? 9. Waar kunnen we de verzamelde gegevens digitaal opslaan? 10. Hoe zal de verdeling van de deelprojecten eruit zien? 11. Welke begeleiders ondersteunen ons?

22

Techniek

Externe communicatie (verbaal en non-verbaal) Door het stellen van de goede vragen kun je ook de juiste antwoorden krijgen voor de invulling van project B. Neem dan ook bij het uitvoeren van de activiteiten onderstaande hulpvragen mee. 1. Welke vormen van externe communicatie zijn er te vinden in de autobranche? 2. Hoe gaan we die inzetten en met welk doel? 3. Waar kunnen we hier informatie over vinden? 4. Wie kunnen we benaderen voor het stellen van vragen? 5. Wie gaan de informatie verzamelen? 6. Doen we dat alleen of met meerdere personen? 7. Hoeveel tijd hebben we nodig om de informatie te verzamelen? 8. Waar kunnen we de verzamelde gegevens digitaal opslaan? 9. Hoe zal de verdeling van de deelprojecten eruit zien? 10. Welke begeleiders ondersteunen ons? Project B ‘Diagnose stellen’ Door het stellen van de goede vragen kun je ook de juiste antwoorden krijgen voor de invulling van project B. Neem dan ook bij het uitvoeren van de activiteiten onderstaande hulpvragen mee. 1. Hoe verkrijg ik de juiste informatie over het probleem? 2. Hoe vertaal ik het probleem van de klant? 3. Welke diagnoseapparatuur is er?

4. Welke aanpak en diagnoseapparatuur kan ik inzetten? 5. Wie kunnen we benaderen voor het stellen van vragen? 6. Wie gaan de informatie verzamelen? 7. Doen we dat alleen of met meerdere personen? 8. Hoeveel tijd hebben we nodig om de informatie te verzamelen? 9. Waar kunnen we de verzamelde gegevens digitaal opslaan? 10. Wat verstaan we onder een garantieprocedure? 11. Hoe zal de verdeling van de deelprojecten eruit zien? 12. Welke begeleiders ondersteunen ons?

Aanwijzingen voor de begeleider

Bij de uitvoering van de activiteiten binnen de projectwijzer kunnen studenten besluiten informatie te verzamelen door bijvoorbeeld bezoeken af te leggen bij bedrijven in de autobranche. Als begeleider is het raadzaam de student aan te geven dit in overleg met u te doen. De begeleider heeft dan inzicht in welke bedrijven er bezocht worden en kan voorkomen dat bedrijven teveel bezocht worden wat de relatie met het bedrijfsleven negatief kan beïnvloeden. Maak de projectgroepen er op attent dat de subgroepen pas mogen starten met de oriëntatiefase van het deelproject als het Plan vanAanpak van het project door de projectgroep, is afgerond.

23

Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

In deze projectwijzer PW4 is dus sprake van twee projecten nl.: Project A Communiceren en project B Diagnose stellen. Bij de uitwerking van de projecten is het zaak de volgende activiteiten bij elk project uit te voeren. Werk Fase 1 van het project uit m.b.v. van de volgende activiteiten. 1. Vraag aan je begeleider aan welk project jouw projectgroep gaat werken. 2. Ga met je projectgroep bij elkaar zitten en verdeel de rollen en taken. 3. Maak afspraken hoe en wat gedocumenteerd moet worden. 4. Beleg een vergadering en maak een stappenplan voor fase 1. 5. Stel d.m.v. van een brainstormsessie vast welke werkzaamheden er uitge- voerd moeten worden om te kunnen starten met het project. 6. Bepaal in de brainstormsessie welke deelprojecten er bij het project horen en wanneer deze opgeleverd moeten worden. 7. Verdeel de deelprojecten onder de groepsleden, zodanig dat ieder een evenredig deel uitwerkt. Er moet van zowel Communiceren als van Diag- nose stellen, minstens één deelproject uitgevoerd worden. 8. Overleg of kijk terug wat goed of minder goed ging in fase 1. 9. Laat de notulist de notulen maken en bewaar deze in het groepslogboek. Afsluiting fase 1. Project Wanneer de projectgroep denkt klaar te zijn met Fase 1 van het project, dan beoordeelt de begeleider of de projectgroep door kan naar Fase 2.

1. Laat je begeleider het format Go – No-Go Fase 1 invullen en doe dit in je groepslogboek.

Bronnen • workshop Word • workshop vergadertechniek • workshop verslaglegging en notuleren • workshop Burgerschap omgaan met mensen

• bijlage 1: Brainstormsessie • bijlage 2: Maken van notulen

In te leveren producten • Projectgroep: Vragenlijst en aantekeningen gemaakt tijdens de gesprekken • Projectgroep: Resultaat van de brainstormsessie; notulen • Projectgroep: Lijst met gekozen deelprojecten (project A / project B) • Projectgroep: Groepslogboek • Individueel: Persoonlijk logboek/urenverantwoording

Flankerende ondersteuning ICT

Digitale verwerking aantekening / notulen / tabellen

Nederlands Word, verslaglegging, rapportage Praktijk Handleiding H-base, ATH online e.d. Bezoek bedrijf

24

Techniek

Plan van Aanpak

Plan van Aanpak (project)

Fase 2

Aanwijzingen voor de begeleider

Als begeleider ziet u erop toe dat projectgroepen twee maal een Plan van Aanpak opleveren omdat deze projectwijzer uit twee afzonderlijke projecten bestaat. Let op: Een Plan van Aanpak bestaat niet alleen uit een tijdsplanning. Zie bijlage 3 en 4 PW4. Dit geldt ook voor de deelprojecten. Door je begeleider zijn twee projecten aan de projectgroep toegewezen. Hij heeft tevens aangegeven welke eerst moet worden uitgewerkt. Beide projecten A en B krijgen dus hun eigen Plan van Aanpak! In deze fase maak je een compleet Plan van Aanpak met tijdsplanning en een keuze ten aanzien van de projecten die jullie gaan uitvoeren. Aan de hand van het Plan van Aanpak maakt de projectgroep ook de tijdsplan- ning. Je houdt hierbij rekening met de competenties waar je aan gaat werken, wie wat gaat doen, hoe het gedaan wordt en wanneer de projecten klaar moeten zijn. Hierbij wordt ook aangegeven wanneer welke activiteiten van de deelpro- jecten opgeleverd moeten worden. Je geeft aan welke ondersteuning daarbij gewenst of nodig is. Leg ook de overlegmomenten vast die je met elkaar en met de begeleider wilt hebben. Je maakt afspraken over hoe je de verslaglegging en de informatie-uit- wisseling gaat doen. Om de voortgang te controleren zul je tussentijdse evalua- tiemomenten moeten plannen. Ook die moet je vastleggen. Om alles te kunnen verantwoorden geeft ieder lid van de projectgroep in zijn persoonlijk logboek aan welke werkzaamheden hij gedaan heeft en gaat doen. Dit moet nauwkeurig worden bijgehouden. Ook bij het maken van een Plan van Aanpak ga je, net als bij fase 1 Oriënteren, methodisch te werk. Dus ook hier moet een stappenplan gemaakt worden.

Aanwijzingen voor de begeleider

De subgroepen mogen pas starten met de oriëntatiefase van het deelproject als het Plan vanAanpak van het project , door de projectgroep, is afgerond.

25

Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

Gebruik voor het maken van een Plan van Aanpak de volgende vragen. 1. Hoe gaan we de werkzaamheden verdelen? 2. Wie zoekt wat uit? 3. Wie verzamelt de informatie en stelt deze samen tot een verslag? 4. Welke bronnen worden geraadpleegd? 5. Een tijdsplanning opzetten: Wanneer moet het deelproject ingeleverd zijn? 6. Hoe en wanneer wisselen we de informatie binnen de projectgroep uit? 7. Hoe houd ik mijn persoonlijke leerdoelen in de gaten houden bij de planning?

Aanwijzingen voor de begeleider

Tijdsplanning (zie bijlage 4, PW4)

De looptijd van het project is afhankelijk van de beschikbare tijd en het lesrooster. De omvang en inhoud van het project worden hierdoor mede bepaald. Afspraken zullen daarom van tevoren vastgelegd moeten worden. Zo nodig kan de opdracht in opeenvolgende kortere projecten opgedeeld worden. Ook kan het project in de fase (Plan van Aanpak) in de planning opgenomen worden zodat de realisatiefase opgedeeld wordt in meerdere verschillende uitvoerende taken. Andere factoren die de duur en inhoud van het project bepalen zijn: • Beginsituatie/niveau van de student

• Plaats in de opleiding • Gewenste complexiteit • In welke setting gaat het plaatsvinden • Welke beoordelingsvormen worden toegepast

De projecten A en B worden verdeeld in deelprojecten. Voorbeelden hiervan zijn benoemd bij de Project-Start-Up (PSU). Door middel van workshops kan verdieping aangebracht worden. Ook met wis- en natuurkundige, en MVT-aspecten.

Werk Fase 2 van het project uit m.b.v. van de volgende activiteiten. 1. Ga met de projectgroep bij elkaar zitten en stel door het houden van een brainstormsessie vast welke werkzaamheden er uitgevoerd moeten worden om te kunnen starten met het uitvoeren van deze fase. 2. Maak een stappenplan voor het uitvoeren van fase 2. 3. Laat de notulist de notulen maken van het overleg en bewaar deze in het 4. groepslogboek. 5. Maak een Plan van Aanpak. 6. Evalueer hoe fase 2 is verlopen en leg het vast in groepslogboek.

26

Techniek

Aanwijzingen voor de begeleider

Persoonlijke leerdoelen in de gaten houden.

In de beoordelingsmonitor voor projectwijzer 4 is aangegeven aan welke competenties gewerkt zal worden. Het is verstandig om de competenties op te nemen die vermeld staan. ‘Bereidt opdracht voor’ en ‘Zijn eigen werk controleren’ kunnen problemen opleveren. Laat de student weten dat hij niet alle vereiste competenties ineens hoeft te bezitten c.q. te verwerven.

Afsluiting fase 2 Project Wanneer de projectgroep denkt klaar te zijn met Fase 2, dan beoordeelt de begeleider of de projectgroep door kan naar Fase 3.

1. Laat je begeleider het format Go – No-Go Fase 2 invullen en doe dit in je groepslogboek.

Bronnen • workshop plannen en planschema’s • bijlage 3: Format Plan van Aanpak • bijlage 4: De tijdsplanning van een (deel)project

In te leveren producten • Projectgroep: Overzicht tijdsindeling van de deelprojecten • Projectgroep: Plan van Aanpak project A en B • Projectgroep: Groepslogboek • Individueel: Persoonlijk logboek/Urenverantwoording

Flankerende ondersteuning ICT

Digitale verwerking aantekeningen / notulen - tabellen

27

Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

Realisatie

Realisatie (project)

Fase 3

Aanwijzingen voor de begeleider

Uitwisseling van de informatie

Iedereen in de projectgroep gaat in fase 3 aan de slag met het de realisatie van het Plan van Aanpak. Het is belangrijk dat de projectgroep wekelijks op een of meerdere vaste momenten op school bij elkaar komt en samen de vorderingen en mogelijke knelpunten bespreken. Dit is van wezenlijk belang en vereist ook discipline. Spreek de studenten aan op het niet nakomen van afspraken. De projectgroep moet digitaal of op papier zichtbaar maken wat zij gedaan hebben. De realisatiefase is de afronding van het project. In deze fase komen alle werkzaamheden uit de vorige fasen samen. Tijdens de realisatiefase, oftewel de uitvoering, voert de projectgroep het in fase 2 gemaakte Plan van Aanpak uit. Om te kunnen beoordelen of het deelproject binnen de geplande tijd gereali- seerd wordt en goed wordt uitgevoerd, zal men met de projectgroep meerdere malen tussentijds moeten overleggen of er zich problemen voordoen. Alle resultaten die in de loop van deze fase gerealiseerd zijn, legt de projectgroep vast in het groepslogboek. Op basis hiervan bepaalt de begeleider een Go – No-Go.

Uitvoering van de deelprojecten

In het Plan van Aanpak van het project hebben jullie vastgelegd welke subgroep wat en wanneer gaat doen. Het is de bedoeling dat de afzonderlijke subgroepen nu eerst hun deelproject uitwerken. Verzamel al je verkregen gegevens en informatie in je persoonlijk logboek.

28

Techniek

Fase 1: Oriëntatie deelproject

Nadat je samen met je projectgroep het Plan van Aanpak bij fase 2 hebt ge- maakt, ga je met je subgroep je oriënteren op het deelproject dat je hebt toege- wezen gekregen. Ook bij de aanpak van een deelproject is het belangrijk metho- disch te werken. In het deelproject start je weer met oriënteren. Gebruik de eerder genoemde vier fasen en stappen. Hulpvragen die je kunnen helpen bij het uitvoeren van onderstaande activiteiten zijn: 1. Welke informatie hebben we nodig om ons deelproject uit te werken?

2. Waar kunnen we deze informatie vinden? 3. Moeten we het bedrijfsleven raadplegen? 4. Wat weten we wel en wat niet? 5. Welke stappen zijn er en hoe gaan we deze doorlopen? 6. Hoe gaan we de taken verdelen in de subgroep? 7. Wie legt de verkregen informatie vast in de notulen? 8. Waar kunnen we de verzamelde gegevens digitaal opslaan?

Werk Fase 1 van het deelproject uit m.b.v. van de volgende activiteiten. 1. Bespreek met je subgroep wat je in de vier stappen van het stappenplan gaat doen in de fase Oriëntatie van het deelproject . 2. Schrijf per stap voor fase1 van het deelproject op, welke acties je gaat uitvoeren. 3. Leg de uitkomsten vast in de notulen en bewaar deze in je persoonlijk logboek. In de bijlagen vind je de diverse hulpdocumenten die je kunt gebruiken en anders kan je begeleider je op weg helpen. Als de aantekeningen en notulen zijn uitgewerkt, kun je met een gerust gevoel een Go voor fase 1 van het deelproject vragen.

In te leveren producten • Subgroep:

Notulen met aantekeningen • Individueel: Persoonlijk logboek/urenverantwoording

Aanwijzingen voor de begeleiders

Belangrijk is het dat de begeleider stuurt bij de uitvoering van fase 1 van het deelproject en hoe de subgroepen hun informatie gaan verzamelen. Het verkrijgen van de juiste informatie zal leiden tot het goed voltooien van het deelproject. De studenten moeten zich oriënteren op hoe zij deze fase gaan aanpakken en hoe zij de stappen gaan invullen. De verkregen informatie en afspraken zullen vastgelegd moeten worden in de notulen.

29

Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

Fase 2: Plan van Aanpak deelproject

In deze fase wordt duidelijk wat er van het deelproject verwacht wordt. Eisen en afspraken worden vastgelegd in het Plan van Aanpak. In deze fase ga je samen met de andere leden van de subgroep het deelproject opdelen in werkzaamhe- den en krijgt ieder lid zijn deel. De planning van het deelproject moet worden vastgelegd in dit Plan van Aanpak. Een tijdsplanning opzetten Alle door de subgroep geïnventariseerde werkzaamheden moeten worden vastgelegd in een tijdsbalk. Hierin kun je aflezen wie wat moet doen en wanneer het opgeleverd moet worden. Gebruik het blanco format. Werk Fase 2 van het deelproject uit m.b.v. de volgende activiteiten. 1. Bespreek met je subgroep over wat je in de vier stappen van de fase, Plan van Aanpak , gaat doen. 2. Leg de uitkomsten vast in de notulen en bewaar deze in je persoonlijk logboek. 3. Maak een Plan van Aanpak 4. Bedenk wat er goed ging en minder goed ging bij de uitvoering van fase 2.

In te leveren producten (voor ieder deelproject) • Subgroep: Lijst met verdeling werkzaamheden • Subgroep: Tabel met tijdsplanning deelproject • Subgroep: Logboek met urenverantwoording • Individueel:

Persoonlijk logboek met urenverantwoording

30

Techniek

Fase 3 Realisatie deelprojecten

Aanwijzingen voor de begeleider

Hoe zal de uitwisseling van de informatie plaatsvinden

Iedereen in de subgroep gaat in fase 3 aan de slag met het de realisatie van het Plan van Aanpak. Het is belangrijk dat de projectgroep wekelijks op een of meerdere vaste momenten op school bij elkaar komt en samen de vorderingen en mogelijke knelpunten bespreken. Dit is van wezenlijk belang en vereist ook discipline. Er moet wekelijks gecontroleerd worden door de begeleider, wie wat heeft gedaan en eventueel waarom niet. Zonder controle bestaat het gevaar dat de geplande data voor alle werkzaamheden niet gehaald worden en dat bijvoorbeeld het concreet bezoeken van een automobielbedrijf in het gedrang komt. Spreek de studenten aan op het niet nakomen van afspraken. De projectgroep moet digitaal of op papier zichtbaar maken wat zij gedaan hebben. Ga niet af op mooie verhalen die niet digitaal / schriftelijk gestaafd kunnen worden. Spreek studenten onmiddellijk erop aan wanneer ze de gemaakte afspraken niet zijn nagekomen.Wanneer dat niet gebeurt, werkt de projectgroep zichzelf verder in de nesten. Belangrijk bij CGO is immers de beroepshouding. Nu de subgroepen fase 2 van het project hebben afgesloten en alle activiteiten zijn vastgelegd in het Plan van Aanpak, is het moment aangebroken om de realisatie van de deelprojecten aan te pakken. Zoals eerder aangegeven worden de vier stappen per fase doorlopen. Verzamel al je verkregen gegevens en informatie in je persoonlijk logboek.

Fase 3 Realisatie (deelproject A Communiceren)

Aanwijzingen voor de begeleider

In fase 1 van de projectwijzer zijn onder uw supervisie de deelprojecten evenredig over de studenten verdeeld. Het is belangrijk in fase 3 (Realisatie) dat de deelprojecten uiterst nauwkeurig uitgevoerd worden. Het doel van fase 3 zal door u aan de studenten uitgelegd moeten worden.

31

Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

Goede communicatie voorkomt problemen.

Werk Fase 3 van het deelproject Communicatie uit m.b.v. van de volgende activiteiten. 1. Oriënteer je op de aanpak van fase 3 van het deelproject. Je bent nu voorbe- reid om fase 3, Realisatie, uit te voeren. 2. Realiseer aan de hand van het Plan van Aanpak en met de opgedane kennis jullie deelproject. 3. Maak een verslag met de verkregen informatie over je deelproject van het project Communiceren. 4. Archiveer dit in je persoonlijk logboek. Na voltooiing van de activiteit is het tijd om terug te kijken. Bedenk wat er goed ging en wat minder goed ging bij de uitvoering van fase 3.

In te leveren producten • Subgroep:

Verslag deelproject A

• Individueel:

Persoonlijk logboek/urenverantwoording

Fase 3 Realisatie (deelproject B Diagnose stellen)

Aanwijzingen voor de begeleider

In fase 1 van de projectwijzer zijn onder uw supervisie de deelprojecten evenredig over de studenten verdeeld. Belangrijk is het in fase 3 (Realisatie) dat de deelprojecten uiterst nauwkeurig uitgevoerd worden. Het doel van fase 3 zal door u aan de studenten uitgelegd moeten worden.

32

Techniek

Bij het diagnose stellen communiceert de auto met het uitleesapparaat.

Werk Fase 3 van het deelproject Diagnose stellen uit m.b.v. van de vol- gende activiteiten. 1. Oriënteer je op de aanpak van fase 3 van het deelproject. Je bent nu voorbe- reid om fase 3, Realisatie, uit te voeren. 2. Realiseer aan de hand van het Plan van Aanpak en met de opgedane kennis jullie deelproject. 3. Vraag je begeleider een werkorder en laat een auto aanwijzen waaraan je deze diagnoseopdracht kunt uitvoeren. 4. Maak een verslag over je praktijkopdracht en het deelproject. Archiveer dit in je persoonlijk logboek. 5. Bedenk wat er goed ging en wat minder goed ging bij de uitvoering van fase 3.

In te leveren producten • Subgroep:

Verslag deelproject B

• Individueel: • Individueel:

Persoonlijk logboek/urenverantwoording

Uitwerking diagnoseopdracht

Fase Realisatie Project A en B

Aanwijzingen voor de begeleider

Voor u als begeleider de belangrijke taak om de fase Realisatie van het project de projectgroepen aan te geven welk project eerst afgerond dient te worden. De voortgang zal nauwlettend in de gaten moeten worden gehouden. De presentaties van de projectgroepen aan elkaar dragen eraan bij, dat men kan zien hoe anderen het project hebben aangepakt. Onderstaande activiteiten moeten dus voor beide projecten uitgevoerd worden door de projectgroepen.

33

Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

In Fase 3 wordt van de projectgroep verwacht gezamenlijk het Plan van Aanpak te realiseren. Namelijk het bundelen van de deelprojecten in een verslag. Afsluitend zal door elke projectgroep een presentatie van het project aan de andere projectgroepen gegeven worden.

Activiteiten: Project A Reparaties en Project B Garanties

Werk Fase 3 van de projecten uit m.b.v. de volgende activiteiten. Opmerking: Bij de fase Realisatie moet voor beide projecten, Communiceren en Diagnose stellen, onderstaande activiteiten uitgewerkt worden. Oriënteer je op de opdracht en maak hiervoor een stappenplan. Maak een Plan van Aanpak voor het uitvoeren van fase 3 (Realisatie van het project). Laat de notulist de notulen maken van de brainstormsessie en bewaar deze in het groepslogboek. In stap 3 (Realiseren) is het de bedoeling dat de deelprojecten gebundeld worden tot het gewenste product. Dit is de afronding van het project van de projectgroep. De subgroepen brengen hun verslagen in volgens het PvA. Verzamel de verslagen van alle deelprojecten en maak hier een totaalverslag van. Laat je begeleider het verslag beoordelen. Om een ieder kennis te laten maken met de verschillende vormen van Commu- niceren en Diagnose stellen presenteert iedere groep hun project aan de andere projectgroepen. Overleg hoe de voortgang van fase 3, van het project, is verlopen.

Flankerende ondersteuning ICT

Digitale verwerking aantekening/ notulen, tabellen

ICT PowerPoint of Prezi Nederlands Word, verslaglegging, rapportage

34

Techniek

Afsluiting fase 3. Project

Wanneer de projectgroep klaar is met Fase 3, dan beoordeelt de begeleider of de projectgroep door kan naar Fase 4.

1. Laat je begeleider het format Go – No-Go Fase 3 invullen en doe dit in je groepslogboek.

In te leveren producten • Projectgroep: Overzicht uitgevoerde praktijkopdrachten

• Projectgroep: Presentatie projecten • Projectgroep: Verslag Project A en B • Projectgroep: Groepslogboek • Individueel:

Persoonlijk logboek/Urenverantwoording

35

Projectwijzer 4 - Communiceren en diagnose stellen

Evaluatie (project)

Fase 4

Aanwijzingen voor de begeleider

Alle vorige fasen bekijken Het is aan te bevelen om aan het einde van iedere fase, met de student, even terug te kijken naar hoe de werkzaamheden verlopen zijn en hoe de communi- catie en samenwerking zijn verlopen.Terugkijken is echt noodzakelijk. Het niet naar elkaar toe uitspreken van ongenoegens over bijvoorbeeld het niet nakomen van afspraken is dodelijk voor het samenwerken en de ontwikkeling van bepaalde competenties.

Bekijken of alle doelen behaald zijn. Wat ging goed, fout?Waaromwel, niet?

Is er bereikt wat is afgesproken en schriftelijk is vastgelegd? Zo nee, wat is daar de oorzaak van?Wat moet er gedaan worden om dat te verbeteren? Laat de student niet alleen naar anderen, maar ook naar zichzelf kijken.Wat had hij zich voorgenomen (POP)? Niet alleen kijken naar wat beter of anders moet, maar ook naar wat goed ging. Waarom ging dat juist goed? In het reflectieverslag moeten de zaken die goed en minder goed zijn verlopen. worden beschreven. Laat de student in de spiegel kijken. Hierdoor leert hij inzicht te krijgen in zijn eigen functioneren en hoe anderen daartegen aankijken.

Bespreken beoordelingsformulieren ingevuld tijdens observaties

De begeleider moet de wijze waarop de student gefunctioneerd heeft in de projectgroep per projectwijzer ook schriftelijk beoordelen. De begeleider observeert de projectgroep en de afzonderlijke leden en legt die observaties vast. Alle verzamelde gegevens en producten (portfolio) worden besproken tijdens een zogenaamd assessment. Er wordt aangegeven aan welke (verbeter) punten er gewerkt moet worden bij de volgende projectwijzer.

Made with