CZW20120115

Als verpleegkundige werk je in diverse branches onder verschillende omstandigheden. Naast gemeenschappelijke kenmerken heeft iedere branche haar eigen doelstelling en taken en dit vereist specifieke vaardigheden van jou als verpleegkundige. Op het moment dat je als verpleegkundige in het ziekenhuis werkt, zul je vaker temaken krijgenmet bijvoorbeeld wondzorg, dan wanneer je als verpleegkundige werkt in de transmurale zorg voor mensenmet psychiatrische stoornissen. In de zorg voor mensenmet een verstandelijke beperking ben je meer gericht op ondersteuning in de ontwikkeling en het geven van voorlichting en advies dan wanneer je als verpleegkundige werkt in de opvang van asielzoekers in een asielzoekerscentrum. In deze fase van de opleiding integreer je diverse werkprocessen en bijhorende competenties uit fase 1. Dat betekent dat je concreet aan het werk gaat met bijvoorbeeld het opstellen van verpleegplannen voor zorgvragers met midden- tot hoogcomplexe zorgvragen. Je voert bewust en bekwaam verpleegtechnische vaardigheden uit, je reageert adequaat op diverse (crisis)situaties, je begeleidt de zorgvrager en een groep zorgvragers bij het sociale functioneren, jemonitort de zorgvrager in de zorgverlening. Hierbij werk je samenmet je directe collega’s, andere disciplines enmensen uit het sociale netwerk van de zorgvrager(s). Dit vraagt communicatievaardigheden (gesprekstechnieken, bewust gebruik van taal), inzicht in het sociale netwerk van de zorgvrager en een houding waarmee je openstaat voor de invloed van bijvoorbeeld andere culturen. Er wordt in deze fase van je verwacht dat je eerder opgedane kennis, vaardigheden en houding integreert in complexere verpleegsituaties en ook de transfer maakt naar nieuwe situaties en branches. Je houdt trends en innovaties binnen de verpleegkunde bij. Denk bijvoorbeeld aan nieuwe wetgeving, zoals het wetsvoorstel dwang en drang of de wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling die van kracht gaan worden. Maar denk ook aan de ontwikkelingen op het gebied van kleinschalig wonen en de ontwikkelingen rondom kwaliteitskaders. In de VVT is dit het ‘Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg’. In de GGZ het ‘Zichtbare Zorg geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg’ en in de GHZ het ‘Kwaliteitskader gehandicaptenzorg’. Oriënteren en Plannen Overlegmet je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de proeve. Bekijk de resultaten en de beoordelingslijst. Wanneer bepaalde bewijsstukken niet haalbaar zijn, zoek dan naar vervangende bewijsstukken. Soms is het nodig dat je een aanvullend bewijsstuk inlevert. Bespreek je keuze voor de bewijsstukkenmet je begeleider. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Plan een datum voor het voortgangsgesprek met je beoordelaar.

GO / NO GO

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

7

PROEVE 2

Made with