14ZW3VZCW

Competentie T: Instructies en procedures opvolgen (vervolg)

Je grijpt in en past in uitzonderlijke situaties middelen en maatregelen toe volgens afspraken in het zorgplan en de richtlijnen van de organisatie. Je roept de hulp in van collega’s of deskundige(n) van andere disciplines. Je probeert, indien mogelijk, crisissituaties te voorkomen. In de GHZ bespreek je achteraf (de gevolgen van) het voorval met de gehandicapte en eventueel zijn omgeving. In de GGZ voer je zo nodig preventieve acties uit die gericht zijn op het voorkomen van erger. 2.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg (BP 3.3) Componenten: werken conform voorgeschreven procedures Eindgedrag: Je werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen en door je kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. Je bewaakt systematisch de kwaliteit van je werkzaamheden en signaleert en rapporteert tijdig knelpunten. Je neemt deel aan onderzoeken die binnen de instelling verricht worden, gebruikt waar mogelijk informatie uit (wetenschappelijk) onderzoek en werkt mee aan standaard- en/of protocolontwikkeling. Je werkt met kwaliteitszorgsystemen. Je ziet toe op naleving van protocollen en richtlijnen van de organisatie.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • de context (achtergrond, cultuur en levensverhaal) van de zorgvrager • • de verschillende materialen en hulp-middelen om veilig te kunnen werken • • de regels m.b.t. veiligheid en milieu • • protocollen, richtlijnen, wettelijke regelingen, (veiligheids)voorschriften • • de visie van de organisatie in verband met het veilig gebruik van materialen en hulpmiddelen • • de verschillende vormen van overdracht o.a. SOAP • • de specifieke wet- en regelgeving in het dagelijks werk (BOPZ, BIG, Arbo, WGBO, WBP, klachtrecht, KWZ, medezeggenschap, bewind voering) • • andere bronnen waar aanvullende informatie over de zorgvrager te vinden is • • de regels van EHBO • • de regels bij hygiënisch en ergonomisch verantwoord werken • • anatomie, fysiologie en pathologie die nodig is voor o.a.: –– reanimeren –– EHBO

• • werken volgens protocollen, richtlijnen en (veiligheids)voorschriften en visie van de organisatie • • materialen en hulpmiddelen op een veilige manier gebruiken • • werken conform voorgeschreven procedures en protocollen • • discipline tonen door je altijd voor te bereiden op een overleg, op tijd te komen • • regels, protocollen en verslagen lezen die betrekking hebben op de zorgvragers die je verzorgt • • in crisissituaties volgens de geldende procedures en wettelijke richtlijnen werken • • je kwaliteiten, wensen en waarden verwoorden • • jezelf presenteren • • de effecten van je eigen gedrag op anderen inschatten en daar goed mee omgaan • • rekening houden met de omstandigheden van anderen en deze vertalen naar de manier waarop je met hen omgaat • • reflecteren • • verwoorden hoe deze kwaliteiten, wensen en waarden invloed hebben op de ontwikkeling van je loopbaan • • verwoorden in hoeverre je kwaliteiten en waarden van invloed zijn op het zoeken naar passend werk • • gericht literatuur zoeken en beoordelen • • teksten samenvatten en de verslaglegging te lezen • • rapporteren aan betrokkenen

• • loyaal • • coöperatief • • respectvol • • correct • • zorgvuldig • • nauwkeurig • • zelfbewust • • kritisch • • reflectief • • tolerant

• • geïnteresseerd • • professioneel • • daadkrachtig • • gemotiveerd

• • ...................

–– de vitale functies –– wondverzorging –– sondevoeding –– stoma –– blaaskatheter en orgaanspoelingen –– medicijnen –– warmteregulatie

35

Competentiewijzer

Verzorgende

Made with