00640370002

BEROEPSTAAK DRAAIEN 3

4 Zoek alle passingmaten uit deze tekeningen op en zet ze in een tabel. 5 Bepaal van elke passingmaat de grootste en de kleinste grensmaat en de grootte van het tolerantieveld. 6 Wat is de kleinste speling en wat is de grootste speling tussen de klepstang (14g6) en de veerschotel (14H7)? Zie stuknummer 6 en 10. 7 Waarom wordt 14H7 met een hoofdletter geschreven? 8 Waarom wordt 14g6 met een kleine letter geschreven? 9 Wat is het voordeel van werken volgens het ISO-passingstelsel? Ook bij passing draaien heb je te maken met grote nauwkeurigheden. Vaak moet niet alleen de maat nauwkeurig zijn, maar ook de vorm van het werkstuk. Dit stelt dus hoge eisen aan de opspanning van het werkstuk. Soms staat het hart van de losse kop niet in lijn met het hart van de hoofdspil. Je moet dan de losse kop verstellen zodat deze in het hart komt te liggen met het hart van de hoofdspil. 10 Op welke wijze kun je de losse kop verstellen om deze in lijn te zetten met de hoofdspil? 11 Zoek de formule op waarmee je de verstelling van de losse kop kunt uitrekenen. Geef ook de betekenis van de verschillende letters in de formule. 12 Geef door middel van een voorbeeld aan hoe je de instelmaat (verstelling van de losse kop) kunt berekenen. 13 Bepaal door berekenen wat de verstelling moet zijn van de losse kop en naar welke kant deze verstelling (Xa of Xt) moet worden ingesteld. De as is cilindrisch gedraaid. Daaruit blijkt dat bij punt A een diameter van 60,87 en bij punt B een diameter van 60,63 wordt gemeten. 14 Beschrijf hoe je deze instelling in de praktijk uitvoert. Maak eventueel foto’s of een schets.

15 Bepaal ook van de onderstaande tekening de verstelling van de losse kop om de afwijking op te heffen. Bepaal ook naar welke kant deze versteld moet worden.

Afbeelding 4:

20

Made with