Handboek Vervoerproces Tab Arriva Versie 006

Handboek Vervoerproces

Handboek Vervoerproces

Arriva

6.3.21 Brand in de trein Naast de in het Handboek opgenomen tekst geldt dat: Als u stopt, ontgrendelt u de deuren aan de veilige kant. Indien u de trein moet verlaten – om reizigers te evacueren – laat u de stuurstroom- sleutel zitten.

6.3.22

Voertuig zonder juiste spoordetectie

Geen aanvullingen.

6.3.23

Modellen bij storingen/nemen van maatregelen

Geen aanvullingen.

6.3.24 Defecte centrale deursluiting Als tijdens de rit de lamp “deuren dicht” aangeeft dat de deuren niet (meer) gesloten en vergrendeld zijn, brengt u de trein tot stilstand. U geeft opnieuw sluitcommando; overtuigd u ervan dat de deuren dicht zijn door middel van de meldlamp “deuren dicht”. Indien deze procedure geen resultaat heeft: sluit u, indien mogelijk, de betreffende deur af en neemt u de eventueel zoals beschre- ven in het bedieningshandboek; én informeert u de reiziger; én indien noodzakelijk, past u uw snelheid aan. Defect diagnosescherm Indien het diagnosescherm defect is (volledig zwart toont), meldt u dit onmiddellijk aan ASL. Het materieel wordt op het eindstation uit de dienst genomen. Defecte spiegel Bij een defecte spiegel controleert u het vertrekproces via het zijraam. De storing meldt u aan de ASL. 6.3.25 6.3.26

6.4 Overige onregelmatigheden

6.4.1 ATB-vv ingreep Indien u een ATB-vv remingreep krijgt ter hoogte van een hoofdsein, overtuigt u zich ervan dat het voor u geldende hoofdsein uit de stand stop is. Indien u het hoofdsein na stilstand niet meer kunt waarnemen, mag u alleen verder rijden na toestemming van de Treindienstleider.

6.4.2

ATB Buiten Bedrijf

Verder rijden met Buiten Bedrijf geschakelde ATB treinapparatuur Indien u verder moet rijden met Buiten Bedrijf geschakelde ATB-treinapparatuur, mag u uw rit vervolgen met een snelheid van ten hoogste 80 km/h. U informeert de Treindienstleider en de ASL. Het materieel wordt zo snel mogelijk uit dienst genomen, uiterlijk op het eerstvolgend station waar herstel kan plaats vinden.

6.4.3

Winterse omstandigheden

Rembediening bij materieel met schijfremmen Bij stuifsneeuw en temperatuur onder 0°C voert u elke 10 minuten een kortstondige pneumatische volremming uit.

Versie: 2.1

6-5

Arriva

Made with FlippingBook - Online magazine maker