CZW20120280

Zorghulp serie 2012 Beroepsprestatie 1.2 Assisteren bij huishoudelijke werkzaamheden

K

Beroepsprestatie 1.2 Assisteren bij huishoudelijke werkzaamheden

Zorghulp | Niveau 1

Beroepsprestatie

1.2

Assisteren bij huishoudelijke werkzaamheden (2012-zh-bp1.2)

Opleiding: Niveau Fase 1 1

Zorghulp

artikelnummer CZW20120280

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg & Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg

Directie enmanagementteam L. Fine B. Huijberts A. Pijnenburg

I. Rabelink M. Wouters

Ontwikkelteamleider M. Pelgrum

Ontwikkelaar van deze fase L. Wesselink

Redactie A. Brink M. Brok

Ontwerp H. Witjes (Studio Blanche)

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Foto’s Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene diemeent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemenmet Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2013 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe- stand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige anderemanier, zonder toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Inhoud

Beroepsprestatie 1.2 .....................................................4

Werkprocessenmet de bijbehorende competenties .............5

Typering .....................................................................5

De opdracht .................................................................8

Het resultaat................................................................9

Beoordelingslijst......................................................... 11

Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld. Waar zorgvrager staat, kan ook worden gelezen: patiënt, cliënt, kind.

Beroepsprestatie 1.2

Assisteren bij huishoudelijke werkzaamheden

Werkprocessenmet de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer en titel van het werkproces

Competenties bij het werkproces

1.1 Plant werkzaamheden op basis van het zorgplan

Q Plannen en organiseren T Instructies en procedures opvolgen L Materialen enmiddelen inzetten R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten T Instructies en procedures opvolgen

1.2 assisteert bij huishouden en wonen

Typering

als zorghulp assisteer jemensen bij huishoudelijke werkzaamheden en bij dagelijkse bezigheden. Voordat je aan het werk gaat overleg je eerst met de zorgvrager. Wat doe je eerst? Wat kan wel even wachten? Waar moet je rekeningmee houden? Wat wil de zorgvrager dat er gebeurt...? Daarnamaak je een werkplanning en kun je aan het werk. Je kiest de juistematerialen enmiddelen bij de taken die je gaat doen. Je zorgt ervoor dat je netjes en zorgvuldig omgaat met dematerialen en apparaten die je gebruikt.

5

assIsTeReN BIJ HUIsHOUDeLIJKe WeRKZaaMHeDeN

De thuiszorg “Mevrouw Groeneveld, zullen we even bespreken wat ik vandaag zal doen? Dan kan ik een werkplanningmaken en weten we zeker dat alles op tijd klaar komt.” “Dat is een goed idee, Marijke. Ik heb er al over nagedacht. Ik zou het fijn vinden als in ieder geval de gordijnen worden gewassen. Ik heb gisteren visite gehad en er werd gerookt. Bah, de gordijnen stinken nu. De wc en de badkamer zijn ook aan een schoonmaakbeurt toe. Zullen we samen de boodschappen doen? Dan kom ik ook nog even buiten.” “Dat is dan afgesproken, mevrouw Groeneveld.” Het verzorgingshuis “Zeg Bo, wil jij zo de koelkast schoonmakenmet mevrouw Van Heugten?” vraagt Bo’s werkbegeleider. “Uuuh, maar ik had gepland om eerst de kledingkasten even na te lopen. Daarna had ik me voorgenomen om de banden van de rolstoel vanmeneer De Graaf op te pompen, dat moet toch echt gebeuren,” zegt Bo. “Je had een prima planning hoor, maar jemoet ook leren om een planning bij te stellen als dit nodig is,” reageert Bo’s werkbegeleider. “Mag ik dat dan zelf bepalen?” vraagt Bo. “Goed dat je dat vraagt, het is altijd verstandig om evenmet je collega en de zorgvrager te overleggen.” “Ok, ik heb het begrepen,” zegt Bo.

6

ZORGHULP - Fase 1

Oriënteren en plannen

Overlegmet je begeleider over de POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdracht in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de beoordelingslijst. Wanneer bepaalde bewijsstukken niet haalbaar zijn, zoek dan naar vervangende bewijsstukken. soms is het nodig dat je een aanvullend bewijsstuk inlevert. Bespreek je keuze voor de bewijsstukkenmet je begeleider. Maak vervolgens je PaP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

GO / NO GO

Demoeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven. Demate van compl xiteit van de beroepssituatie Demate van zelfsturing Dem t van verantwoordelijkheid voor

gesloten context

geleid

uitvoering van eigen takenpakket

open context

begeleid

jouw samenwerkingmet collega’s

complexe context

zelfstandig

de hele zorg- en begeleidingscyclus

aansturing van collega’s op hetzelfde of lager niveau

7

assIsTeReN BIJ HUIsHOUDeLIJKe WeRKZaaMHeDeN

De opdracht

A. De totale opdracht Deze opdracht voer je uit in de beroepspraktijk.

Tijdens de BPV assisteer je bij het uitvoeren van verschillende huishoudelijke werkzaamheden op basis van een werkplanning. Tot jouw taak hoort onder andere: het opruimen, schoonhouden, gezellig en sfeervol maken van de leefomgeving. Net als textiel verzorgen, bedden opmaken, helpen bij de bereiding vanmaaltijden en boodschappen doen. Je vraagt regelmatig aan de zorgvrager of hij nog tevreden is.

Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdracht.

B. Eenwerkplanning van verschillende huishoudelijke werkzaamheden

Maak voor twee zorgvragers een werkplanning voor drie dagen waarin verschillende huishoudelijke werkzaamheden aan bod komen. In je werkplanning laat je zien dat: – je de werkzaamheden en dematerialen aan de hand van het zorgplan plant – je hierbij aangeeft wat het eerst moet gebeuren – je aangeeft hoeveel tijd je nodig hebt voor de werkzaamheden – je de instructies en aanwijzigingen opvolgt.

als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

8

ZORGHULP - Fase 1

Het resultaat

A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifiek bewijsstuk: B. Twee werkplannenmet verschillende huishoudelijke werkzaamheden die je gedurende drie dagen bij twee zorgvragers hebt uitgevoerd. WP 1.1: Q, T enWP 1.2: L, R, T.

Vervangende of aanvullende bewijsstukken – – – –

Neem de bewijsstukken op in je portfolio.

9

ASSISTEREN BIJ HUISHOUDELIJKE WERKZAAMHEDEN

Beoordelingslijst

beroepsprestatie 1.2 Assisteren bij huishoudelijke werkzaamheden (2012-zh-bp1.2)

Naam student:

Opleiding: Zorghulp

Fase:

Cohort:

Datum:

voldoende goed

onvoldoende

Prestatie-indicatoren

Kwalificerend

Competenties

- componenten

Werkproces 1.1 Plant werkzaamheden op basis van het zorgplan Q Plannen en organiseren R Dit betekent dat:

• je de volgorde van de huishoudelijke werkzaamheden plant • je aangeeft hoeveel tijd de werkzaamheden kosten zodat: • duidelijk is hoe jouwwerkzaamheden verlopen.

– activiteiten plannen – doelen en prioriteiten stellen – mensen en middelen organiseren – tijd indelen

11

assIsTeReN BIJ HUIsHOUDeLIJKe WeRKZaaMHeDeN

voldoende goed

onvoldoende

Prestatie-indicatoren

Competenties

Kwalificerend

- componenten

R Dit betekent dat:

T Instructies en procedures opvolgen –– instructies opvolgen –– werken conform voorgeschreven procedures

• je bij het maken van de werkplanning de instructies en aanwijzigingen opvolgt • je werkt volgens de opdracht en de procedures van de instelling

zodat: • de kwaliteit van de werkplanning gegarandeerd wordt.

Werkproces 1.2 Assisteert bij huishouden enwonen L Materialen enmiddelen inzetten R Dit betekent dat:

• je de juiste (schoonmaak)middelen en -materialen gebruikt • je zorgvuldig omgaat met demiddelen en dematerialen zodat: • de ondersteuning op de juistemanier en kostenbewust wordt uitgevoerd.

–– materialen en

middelen doelmatig gebruiken

–– materialen

enmiddelen doeltreffend gebruiken

–– geschikte

materialen en middelen kiezen –– goed zorgdragen

voor materialen en middelen

R Dit betekent dat:

R Op de

behoeften en verwachtingen van de klant richten

• je nagaat wat de wensen, behoeften en mogelijkheden van de zorgvrager zijnmet betrekking tot het huishouden

zodat: • je werkzaamheden hierop zijn afgestemd.

–– behoeften en verwachtingen achterhalen –– aansluiten bij behoeften en verwachtingen

12

ZORGHULP - Fase 1

voldoende goed

onvoldoende

Prestatie-indicatoren

Competenties

Kwalificerend

- componenten

R Dit betekent dat je werkt volgens:

T Instructies en procedures opvolgen

• de werkplanning die je hebt gemaakt • de instructies • de richtlijnen • de (veiligheids)voorschriften • de visie van de organisatie • de wettelijke regelgeving • de beroepscode • routines en standaarden van de beroespgroep zodat: • de kwaliteit van jouw ondersteuning bij een schone, verzorgde en veilige leefomgeving gegarandeerd is.

–– instructies opvolgen –– werken

overeenkomstig de wettelijke richtlijnen –– werken conform voorgeschreven procedures

Bewijsstukken Kwalificerend

A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken:

Werkprocessen Competenties

B. Een werkplanning van verschillende huishoudelijke werkzaamheden gedurende drie dagen.

1.1 1.2

Q - T L

Aanvullende of vervangende bewijsstukken:

Werkprocessen Competenties

Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.  ja  nee

13

ASSISTEREN BIJ HUISHOUDELIJKE WERKZAAMHEDEN

Onderbouwing van de beoordeling met voorbeelden die in verband staanmet de prestatie-indicatoren

Indien de student competenties binnen een werkproces onvoldoende heeft aangetoond, geef dan op het niveau van de prestatie-indicator aan wat de oorzaak daarvan is.

De beoordelaars van de beroepsprestatie 1.2 Assisteren bij huishoudelijke werkzaamheden (2012-zh-bp1.2) zijn:

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel) Naam beoordelaar Functie beoordelaar

Handtekening

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel) Naam beoordelaar Functie beoordelaar

Handtekening

Naam student

Handtekening

14

ZORGHULP - Fase 1

15

ASSISTEREN BIJ HUISHOUDELIJKE WERKZAAMHEDEN

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1 Fase 1

Proeve Competentiewijzer Kompas Competentiewijzer 1.1 Beginnenmet plannen 1.2 Assisteren bij huishoudelijke werkzaamheden 1.3 Assisteren bij dagelijkse bezigheden 1.4 Werknemer zijn 1.5 Samen werken Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Fase 2 1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas

Zorghulp Niveau 1

Helpende Zorg &Welzijn Niveau 2

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Verzorgende Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Verpleegkundige Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Medewerker maatschappelijke zorg Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Persoonlijke begeleider gehandicaptenzorg Niveau 4

Persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Pedagogischmedewerker kinderopvang Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Overzicht beroepsprestaties Zorg enWelzijn - 2012 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Gespecialiseerd pedagogischmedewerker KO - Niveau 4

Pedagogisch medewerker JZ - Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Onderwijsassistent Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Sociaal cultureel werker Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Eenuitgave van:

Artikelnummer: CZW20120280

Made with