CZW20120103

D. Casus van grensoverschrijdend gedrag Beschrijf een casus waarin jij temaken hebt (gehad) met grensoverschrijdend gedrag van een zorgvrager, mantelzorger of naaste. Je kunt hiervoor de zorgvragers uit de opdrachten B . en C . gebruiken. stel bij de casus vragen op die je zelf hebt bij het grensoverschrijdende gedrag en het hanteren daarvan. Leg de casus en de vragen voor in een intervisiegesprek met twee collega’s. Laat in de casus en de vragen ook terugkomen: • hoe je in deze casus de voorgeschreven procedures en wettelijke richtlijnen volgt • welke beslissingen je neemt en hoe je handelt in deze situatie • hoe je in de gegeven situatie je gevoelens hanteert en gericht blijft op de uit te voeren taken.

Vraag na afloop van het intervisiegesprek feedback van je collega’s op je inbreng en aanpak.

als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Het resultaat A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken B.

Observatielijst grensoverschrijdend gedrag. WP 1.2: J.

C. samenvatting over twee zorgvragers met grensoverschrijdend gedrag plus feedback. WP 1.2: E, F, R enWP 1.11: M. D. Casus over grensoverschrijdend gedrag plus vragen plus feedback op het intervisiegesprek. WP 1.5: R. WP 1.9: T. WP 1.11: D.

Vervangende of aanvullende bewijsstukken – –

Neem de bewijsstukken op in je portfolio.

9

OMGaaNMET GRENsOVERsCHRIJDEND GEDRaG

Made with