CZW20120170

In de praktijk krijgt de doktersassistent dagelijks zowel aan de balie als via de telefoon veel vragen van patiënten. Vaak gaat het om medische klachten. De doktersassistent verheldert door middel van het stellen van vragen de zorgvraag en stelt het beleid vast. Het is belangrijk altijd te kunnen beargumenteren waarom juist dié vragen gesteld worden en dát beleid gekozen wordt. De doktersassistent kan de zorgvraag vaak zelf afhandelen door de patiënt voorlichting of advies te geven. In andere gevallen verwijst de doktersassistent door of maakt zij een afspraak voor de patiënt.

Werkprocessen met de competenties van beroepsprestatie 2.2

1.1

A Beslissingen en activiteiten initiëren D Aandacht en begrip tonen E Samenwerken en overleggen F Ethisch en integer handelen K Vakdeskundigheid toepassen T Instructies en procedures opvolgen V Met druk en tegenslag omgaan

Staat de zorgvrager te woord en kanaliseert de zorgvraag

1.2

I

Geeft voorlichting en advies

Presenteren

L

Materialen en middelen inzetten

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

J

3.5

Formuleren en rapporteren T Instructies en procedures opvolgen

Voert administratieve taken uit

6

Het bieden van complexe zorg als doktersassistent - Fase 2

Made with