00681330003

beroepstaak Frezen 1

Bekijk tekening 100-111 . 17 Bepaal welke frezen er gebruikt worden om dit werkstuk te maken. 18 Maak een indeling welke freeshouders er voor deze snijgereedschappen toegepast worden. 19 Beschrijf wat je moet doen om een frees in de hoofdspil van de freesmachine te plaatsen. 20 Maak foto’s van elke freesbevestiging en de daarbij benodigde hulpgereedschappen voor het spannen van de frezen. 21 Zet de benamingen van de gebruikte gereedschappen en freesbevestigingen bij de foto’s. 22 Noteer welke veiligheidsmaatregelen je moet nemen voordat je het snijgereedschap in de freesbevestiging plaatst. Bij het spannen van werkstukken kom je verschillende spanmiddelen en verschillende spanmethoden tegen. Je gaat een aantal spanmiddelen en spanmethode onderzoeken. Tevens ga je zien welke problemen en oplossingen bij het spannen naar voren komen. 23 Wat kom je tegen bij het plaatsen van de machineklem op de spantafel? 24 Beschrijf hoe je de evenwijdigheid van de machineklem ten opzichte van de freesas controleert. 25 Er zijn veertien oefeningen voor het frezen met een nauwkeurigheid van ± 0,1 mm. Je vindt ze op de tekeningen:

• 100-111 • 100-112 • 100-113 • 200-110 • 200-111 • 200-113 • 200-114 • 200-115 • 200-116 • 200-117 • 300-110 • 300-111 • 300-112 • 300-308 • 300-314 Maak op bijlage 1 (zie achter in deze beroepstaak) de werkvoorbereiding voor alle werkstukken.

26

Made with