14ZW4VPCW

Competentie J: Formuleren en rapporteren (vervolg)

Werkprocessen:

1.11 Evalueert de zorgverlening (VZ BP1.4 is facultatief voor VP) (VZ BP 1.4) Componenten: vlot en bondig formuleren Eindgedrag: Je verzamelt gegevens om de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de zorgvrager, eventueel met naasten, in kaart te brengen. In de VVT, de GHZ en de GGZ voer je een anamnesegesprek met de zorgvrager, eventueel gesteund door naasten. Je maakt gebruik van je kennis over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden van zorgcategorieën in de specifieke branche. Je analyseert de verzamelde gegevens, formuleert (mede) zorg- en ondersteuningsdoelen en passende activiteiten en stelt (mede) het zorgplan op. Je bespreekt eventueel het zorgplan met de zorgvrager en betrokkenen, en vraagt om instemming.

• • de oorzaken, verschijnselen en gevolgen van gezondheidsklachten, veel voorkomende ziektebeelden of stoornissen, beperkingen en functioneringsproblematiek van de zorgvragers binnen je branche/BPV • • de lichamelijke, psychische en sociale gevolgen van behandeling, therapie, onderzoek of chirurgische ingreep • • de gezondheidstoestand van de zorgvragers binnen je branche/BPV • • de behandeling en (medicatie)therapieën en de achtergronden zoals het levensverhaal resp. voorgeschiedenis van de zorgvragers binnen je branche/BPV • • de inhoud van het zorgproces • • hulpmiddelen bij het formuleren van het verpleegkundige diagnose, het verpleegprobleem, het verpleegdoel en de planning • • verschillende evaluatievormen • • de inhoud van het verpleegdossier • • de verpleegkundige theorieën • • verschillende technieken om gegevens te verzamelen zoals: observeren, vragen stellen • • de theorie over anamneses • • de taken, verantwoordelijkheden, • • grenzen van het beroep • • bijwerkingen van medicatie • • de bronnen waar aanvullende informatie over de zorgvragers uit je branche/BPV te vinden is

• • op systematische wijze vragen stellen en doorvragen • • een anamnesegesprek voeren • • gericht observeren en rapporteren • • ordening aanbrengen in verkregen • • de vragen, behoeften en verwachtingen van de zorgvrager binnen je branche/BPV in beeld brengen • • actief luisteren, vragen verhelderen en de zorgvrager helpen bij de zorgvraagformulering • • met de zorgvrager het verpleegplan bespreken en hierover overeenstemming bereiken met de zorgvrager en betrokkenen • • de gevolgen of consequenties van het verpleegplan duidelijk maken aan de zorgvrager • • activiteiten plannen en uitvoeren • • overleggen over onvoorspelbare, zeer complexe situaties met ervaren collega’s of leidinggevende • • gebruik maken van geldende protocollen en richtlijnen • • hoofd- en bijzaken scheiden • • omgaan met digitale patiëntendossiers • • mondeling en schriftelijk rapporteren met behulp van het gehanteerde systeem binnen je BPV • • communiceren op 3F niveau Nederlands informatie en deze analyseren, interpreteren en beoordelen

• • doelgericht • • kwaliteits- bewust • • flexibel • • initiatiefrijk • • zorgvuldig

• • precies • • correct

• • ...................

28

Zorg & Welzijn serie 2014

Made with