CZW20120144

De opdracht

A. De totale opdracht Je voert de totale opdracht uit in de beroepspraktijk. Werken aan een thema is een uitdagende en terugkerende taak van jou als onderwijsassistent. In deze beroepsprestatie ontwikkel je competenties op het gebied van het voorbereiden van en het werken aan een thema. Je wordt ontwikkelingsgericht beoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars.

Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.

B. Het voorbereiden van het thema Kies in overleg met je begeleider een thema. Overleg bij welke vier programmaonderdelen je gaat ondersteunen. Elk onderdeel komt uit een ander vakgebied. Denk aan de vakgebieden: taal, rekenen, handvaardigheid, verkeer, maatschappijleer etc. In het plan werk je de volgende vragen uit: • Wat is het doel van het thema, wat wil je bereiken?

• Wat wil je bereiken met de verschillende onderdelen (leerdoelen)? • Aan welke afspraken en geldende procedures moet jij je houden? • Hoe ziet de opbouw van de verschillende onderdelen eruit?

• Wat zijn jouw taken precies? (Beschrijf specifiek wat je gaat doen en op welke manier.) • Welke middelen en materialen gebruik je bij de verschillende programmaonderdelen? Leg ook uit waarom je deze gebruikt.

Je bespreekt het plan met je praktijkbegeleider en het team. Pas het plan op basis van de feedback aan.

C. Uitvoeren en evalueren van het thema Je voert het thema uit. Na elk onderdeel waar je bij hebt geassisteerd, evalueer je met je praktijkbegeleider. Leg de feedback van de praktijkbegeleider en van jezelf schriftelijk vast. Om de evaluatie te ondersteunen kan je foto’s en werk van leerlingen toevoegen. Vraag hiervoor toestemming aan de betreffende leerlingen.

Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

8

ONDERWIJSASSISTENT - FASE 2

Made with