CZW20120106

onvoldoende

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

- componenten

P Dit betekent dat:

L Materialen en

middelen inzetten

• je voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen kiest en gebruikt die aansluiten bij het onderwerp

–– geschiktematerialen en middelen kiezen

zodat: • je de juistematerialen enmiddelen inzet.

Werkproces 1.9Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties

Gericht op onvoorziene situaties

P Dit betekent dat:

E Samenwerken en overleggen

• je tijdig de hulp inroept van anderen

zodat: • de zorgvrager snel en adequaat wordt behandeld en begeleid.

–– anderen raadplegen en betrekken

R Dit betekent dat: • je handelt volgens de voorgeschreven procedures die gelden voor onvoorziene óf crisissituaties • je de wettelijke richtlijnen kent die gelden in dergelijke situaties • je deze wettelijke richtlijnen toepast

T Instructies en

procedures opvolgen

–– werken conform

voorgeschreven procedures –– werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen en instructies

zodat: • de kwaliteit van de uitgevoerde interventies gewaarborgd is.

P Dit betekent dat: • je in stressvolle situaties gericht blijft op het werk en de zaken die gedaanmoeten worden • je bij het stellen van grenzenmogelijke alternatieven geeft • je eigen gevoelens en grenzen goed kunt hanteren

V Met druk en tegenslag omgaan

–– effectief blijven presteren onder druk –– gevoelens onder controle houden –– grenzen stellen

zodat: • je effectief en professioneel blijft handelen.

Werkproces 1.10 Stemt de zorgverlening af

P Dit betekent dat: • je in het kader van de afstemming van de zorgverlening de mening van alle betrokkenen vraagt • je regelmatig en tijdig overlegt met betrokkenen

E Samenwerken en overleggen

–– anderen raadplegen en betrekken –– afstemmen

zodat: • ieders taak en inbreng duidelijk is.

Q Plannen en organiseren

P Dit betekent dat: • je in overlegmet betrokkenen bepaalt welke werkzaamheden en activiteiten prioriteit hebben • je zorgt dat activiteiten goed op elkaar zijn afgestemd zodat: • je de benodigde werkzaamheden binnen de beschikbare tijd uitvoert.

–– doelen en prioriteiten stellen –– activiteiten plannen –– tijd indelen

21

PROEVE 2

Made with