ClearLLab 10C - DU - Nederlandse versie

INLEIDING Dit caseboek is ontworpen om te helpen met de analyse van flowcytometrische immunofenotyperingsgegevens gegenereerd met ClearLLab 10C-panels van Beckman Coulter en reagentia met een CE-IVD-markering voor de analyse van leukemie en lymfoom op de Navios- en Navios EX-flowcytometers van Beckman Coulter. Monstercases met resultaten kenmerkend voor verschillende lymfoïde en myeloïde neoplasma’s zijn inbegrepen, evenals cases van patiënten met klinische en/of laboratoriumresultaten die wijzen op een onderliggend neoplastisch proces, maar waarin geen immunofenotypische abnormaliteit is gedetecteerd. Specimentypes omvatten perifeer volbloed, beenmerg en lymfeklieren. Elke case heeft een klinisch vignet met een beschrijving van de demografische gegevens en klinische geschiedenis van de patiënt, case-specifieke listmode-gegevensbestanden voor heranalyse door de gebruiker van dit caseboek, specifieke analyseprotocollen voor ClearLLab 10C te gebruiken met de listmode-gegevens en een rapport dat de analyse met bijgeleverde protocollen bevat. Elk rapport bevat analyseaantekeningen die de immunofenotypische resultaten en mogelijke tekortkomingen onder de aandacht brengen. OPMERKING: Voorbeelden in het caseboek zijn alleen bedoeld ter illustratie en mogelijk zijn niet alle categorieën hematolymfoïde neoplasma’s aanwezig, noch alle mogelijke beschreven of aangetoonde immunofenotypische varianten. ACHTERGROND Bij flowcytometrische immunofenotypering wordt de aanwezigheid en afwezigheid van specifieke antigenen bepaald voor elke individuele cel die zich in het monster bevindt. Samen vormen deze resultaten een immunofenotypisch profiel voor iedere cel. Het profiel is normaal als het overeenkomt met de verwachte populatie en afwijkend als het niet overeenkomt met de verwachte populatie in een bepaald monstertype. Het beoordelen van monsters van patiënten met vermoedelijke kwaadaardige hematolymfoïde aandoeningen bestaat uit verschillende stappen 1 :

• Het beoordelen van alle celpopulaties in het monster.

• Bij elke celpopulatie aangeven of deze 'normaal' of 'afwijkend' is.

• De afwijkende populatie gedetailleerd beschrijven op basis van de aanwezigheid of afwezigheid van antigenen en de verhoogde of verlaagde intensiteit van kleuring met behulp van antilichamen die zijn gelabeld met fluorochroom. • Het interpreteren van het afwijkende immunofenotype door gebruik te maken van aanvullende informatie (indien beschikbaar), zoals de klinische geschiedenis, histologie, cytologie, immunohistochemie en genotypeonderzoeken, zoals in situ hybridisatie, karyotypering en moleculaire diagnostiek.

Elke gebeurtenis telt

3

Beckman Coulter • ClearLLab 10C-panels • C33374 AA