13ZW4VPCE3BEG

• Je controleert tijdens en na de uitvoering van het plan of je voldoet aan de verwachtingen van de zorgvrager. Je legt de uitkomsten schriftelijk vast en laat een collega deze voorzien van opmerkingen. • Evalueer de uitvoering van het plan waarbij je ingaat op het effect van de uitvoering van het plan. D. Gesprek met een mantelzorger of naaste Voer een gesprek met een mantelzorger of naaste over de draaglast en draagkracht en het versterken van de draagkracht. • Kies een zorgvrager waarbij de mantelzorger of naaste nauw betrokken is bij de zorg. Je kunt hiervoor een zorgvrager uit opdracht C . kiezen. • Beschrijf de aandoening, de gevolgen en de betekenis van de aandoening voor het sociale functioneren van de mantelzorger of naaste. • Voer een gesprek met de mantelzorger of naaste waarbij je ingaat op de draagkracht en draaglast. • Geef tijdens het gesprek concrete adviezen om de draagkracht van de mantelzorger of naaste te versterken. • Evalueer het gesprek met de mantelzorger of naaste. • Maak een zelfgekozen bewijsstuk van het gesprek en de evaluatie. lotgenotencontactgroepen of patiëntenverenigingen en/of voorzieningen zoals dagopvang. • Onderzoek welke hulpverleningsinstanties/voorzieningen ondersteunend zijn bij het sociaal maatschappelijk functioneren van de twee zorgvragers. Beschrijf de aandoening of ziekte, de gevolgen en de betekenis van de aandoening voor het sociaal en maatschappelijk functioneren van de betreffende zorgvragers • Benoem de hulpverlenende instanties/ voorzieningen • Beschrijf hun taak en rol • Maak een plan van aanpak voor de begeleiding bij het benutten van hulpverleningsinstanties/voorzieningen • Betrek hierin de mantelzorger of naaste van iedere zorgvrager • Evalueer de uitgevoerde begeleiding met de zorgvrager, de mantelzorger of naaste. Neem een beschrijving van de hulpverlenende instanties/ voorzieningen, de beschrijving van beide zorgvragers, het plan van aanpak, een zelfgekozen bewijsstuk van de uitvoering van de begeleiding en de evaluatie op als bewijs. E. Begeleiden bij het gebruik maken van hulpverleningsinstanties en/of voorzieningen Je begeleidt twee zorgvragers bij het benutten van hulpverleningsinstanties, zoals

9

3 HET BIEDEN VAN BEGELEIDING

Made with