13MEI2BT1OIBEG

Informatie voor begeleiders

De taak van de begeleider

de begeleider moet zorgen voor een opdracht die door de student in stap 4 (uitvoeren) gemaakt kan worden. In deze opdracht moeten bij voorkeur ook de verschillende handelingen terugkomen die relevant zijn bij de onderhoudswerk- zaamheden aan apparatuur/installaties. deze opdracht is afhankelijk van: • het bedrijf waar de student werkzaam is. • de ervaring die de student heeft (het moment binnen de opleiding, waarop de student deze beroepstaak uitvoert). • de situatie waarin de opdracht kan worden uitgevoerd. In deze stap moet de student zich oriënteren op de opdracht. hij moet de beschikking hebben over documentatie over het toestel of hij moet deze documen- tatie opzoeken voordat met de planning wordt begonnen. het is de bedoeling dat hij kan uitleggen wat de beroepstaak inhoudt. u kunt met hem overleggen op welke manier hij dat gaat doen. Een schriftelijk verslag is daarbij niet altijd noodza- kelijk. Er zijn genoeg mogelijkheden om doeltreffend te communiceren. Zorg er wel voor dat de student na het overleg bewijsmateriaal heeft om aan te tonen dat hij zich goed voorbereid heeft op zijn taak. Met controlerende en sturende stapvragen kunt u de student activeren zich zo goed mogelijk te oriënteren. de student moet duidelijk maken: • hoe de hele installatie is opgebouwd. • Wat de functie is van de apparatuur/installatie waaraan hij gaat werken (wordt behandeld in de theorie). • Welke vaktechnische handelingen hij tijdens het onderhoud en de controlemet- ingen gaat uitvoeren. • Welke materialen en (meet)gereedschappen hij gaat toepassen. Omschrijving van de opdracht

Voor de beschrijving van de opdracht kunt u de student bevragen via de eerste vier onderdelen van de sTArrT-methode.

12

OnDeRhOuDsMOnTeuR InsTallaTIeTeChnIek

Made with