13MEI2BT1OIBEG

• Je weet welke materialen en gereedschappen je nodig hebt om verschil- lende onderhoudswerkzaamheden aan apparatuur/installaties uit te voeren en hoe je deze moet gebruiken. • Je weet welke schoonmaakmiddelen gebruikt kunnen worden en wat de werking en de risico’s van deze middelen zijn. • Je weet welke metingen verricht moeten worden om de werking van het toestel te controleren. • Je kunt de verschillende metingen uitvoeren. • Je kunt de gegevens van de verschillende metingen met de daarbij behorende eenheden in de juiste formulieren noteren. • Je weet uit welke onderdelen een verwarmingsinstallatie is samenge- steld en wat hun functie is. • Je kunt de klant uitleggen welke werkzaamheden je hebt verricht en wat de conditie van het toestel is. • Je weet hoe je veilig moet werken (VCA). Het merendeel van deze onderwerpen komt in de vaktheorie op school aan de orde, maar sommige onderdelen zullen in de praktijk geleerd moeten worden.

6

onderhoudsMonteur Installatietechniek

Made with