2019_NL_FISCHER_EBRUIKERSHANDLEIDING_web[1]

Kinderen en mensen die niet zeker zijn tijdens het fietsen, moeten met hun tenen bij de grond kunnen. An- ders bestaat bij het stoppen de kans op val- len en ernstig letsel. De zadelhoogte dient te worden afgesteld op het lichaam van de be- stuurder; hij of zij moet kunnen rijden zonder dat dit de rijveiligheid of gezondheid beïn- vloedt. De zadelpen dient altijd minstens zover uitgeschoven te zijn dat hij nog steeds stevig vastgeklemd zit door de zadelpen- klem. Zadelhoek instellen Als u de zadelhoogte hebt ingesteld, moet de zadelhoek worden getest en ingesteld. In princi- pe moet het oppervlak van het zadel waterpas staan. Dit kunt u afstellen als de zadelklembou- ten (zadelhoek) van de zadelpen zijn geopend.

Lees voor het instellen en bedienen van de geveerde zadelpennen en telescoop zadelpennen de handlei- ding van de fabrikant van het onderdeel door. Trek de zadelpen niet verder uit de framebuis dan tot de maximummar- kering die in de buis staat gegrift! Als er geen maximummarkering aanwezig is, moet u de pen altijd minimaal 7,5 cm in de framebuis laten steken.

Patentpen met 1-boutsbevestiging

Bevestiging met zadelstrop

STOP

7,5 cm

Bij fietsen met achterwielvering mag de zadelpen ook wanneer de achterwielvering volledig is inge- veerd nooit het veerelement raken!

Geveerde zadelpen

Voordat u wegrijdt, moet u testen of de zadelpen en het zadel goed vastzitten. Houd daarvoor het zadel aan de voor- en achterkant vast en contro- leer of u het kunt draaien. Het zadel mag niet bewegen.

Patentpen met 2-boutsbevestiging

*zie pagina 39

19

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker