Marianne Luitjes en Ilona de Zeeuw-Jans - Ontwikkeling in de groep

1.3  | Begeleiding van groepen

8.1) en kinderen kunnen positieve feedback beter verwerken dan negatieve feed back. Kinderen in de basisschoolleeftijd zijn niet in staat om goed om te gaan met negatieve feedback; hun brein is hier nog niet klaar voor (Crone, 2008). Pu bers daarentegen kunnen in principe negatieve feedback begrijpen: zij kunnen al abstracter denken en meer verbindingen leggen. Of ze er wat mee doen, is een tweede… Volgens de leertheorieën van Pavlov en Skinner vertonen kinderen gedrag dat positief bekrachtigd is opnieuw en vaker. Kinderen nemen bovendien gedrag van rolmodellen over, vooral als zij zien dat het model daarvoor beloond wordt. Het is dan ook van groot belang dat een begeleider een positief rolmodel is. Het ge drag van de begeleider komt voort uit diens eigen normen en waarden en die van de organisatie waarin de groep is ingebed, maar ook uit zijn persoonskenmerken: de begeleider is van nature meer of minder autoritair, meer of minder bereid te delegeren, te luisteren enzovoort. Onderdeel van de positieve benadering is ook dat de doelgroep als uitgangspunt wordt genomen en de begeleiding erop is gericht de kinderen mondig en zelf standig te maken. Daarom is er overleg met de kinderen over afspraken, activitei ten, regels en dergelijke nodig en moet een klimaat van veiligheid en vertrouwen worden gecreëerd waarin kinderen zich begrepen en geaccepteerd voelen. Het delen van de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de groep is hierbij essentieel. De begeleider moet kinderen bewust de ruimte geven om fouten te kunnen maken. 1.3.3 Algemene speltips per fase In elke fase heeft de groep andere behoeften en zullen door de begeleiding ande re opdrachten en activiteiten ingezet kunnen worden. Per fase wordt hierna een aantal algemene aanwijzingen gegeven. In de volgende hoofdstukken zal in de derde paragraaf steeds verwezen worden naar concrete spelmogelijkheden die op de website te vinden zijn. In de vorming dient veel ruimte gemaakt te worden voor kennismakingsspellen (bijvoorbeeld krantenmeppertje, of in de kring iets van jezelf noemen en kijken hoeveel groepsleden ook naar voren stappen omdat ze hetzelfde hebben). In eer ste instantie maken de kinderen of jongeren oppervlakkig kennis met elkaar en gaat het om zaken als naam, woonplaats, leeftijd en hobby’s. Als de groep groot is, kan deze eerste fase ook in kleinere subgroepjes gedaan worden. Dan kunnen de kinderen iets meer van zichzelf blootgeven, want een kleiner groepje geeft vaak meer veiligheid. In de normering komen regels, normen en waarden aan de orde: wat verwachten de kinderen of jongeren van de groep? Er moet voldoende ruimte en veiligheid zijn, zodat iedereen zijn mening naar voren kan brengen. Een grote groep kan ook in deze fase worden opgesplitst in kleinere subgroepjes, maar het is raad-

| 47

Made with FlippingBook flipbook maker