PW10n4 Routinebepalingen studentenversie

TERUG NAAR INHOUD

Bijlage 12 Niveauomschrijving CEF Engels

Kwaliteitskenmerken Lezen Tekstkenmerken receptief A1

A2

B1

B2

C1

Teksten hebben o.a. betrekking op abstracte, complexe, onbekende onderwerpen. Taalgebruik is complex. Idiomatische uitdrukkingen en onduidelijk gestructu- reerde zinnen zonder expli- ciete signaal- woorden worden begrepen. Spreker spreekt normaal tot snel en hoeft niet duidelijk te articuleren. Luisteraar begrijpt slecht verstaanbare en vervormde spraak. Afwij- kingen van standaardtaal vormen over het algemeen geen probleem.

Alledaagse onderwerpen en onder- werpen die aansluiten bij het vakgebied Er zijn geen beperkingen, mits woorden- boeken e.a. aanwezig zijn

Vertrouwde, alledaagse of werkge- relateerde onderwerpen.

Alledaags, bekend en concreet

Concrete zaken over vertrouwde, alledaagse situaties

Onderwerp

Eenvoudig en alledaags.

Hoogfrequente woorden en woorden bekend uit de eigen taal of behorend tot internationaal vocabulaire. Teksten zijn eenvoudig en helder van structuur De indeling geeft visuele ondersteuning bij het begrijpen van de tekst

Hoogfrequente woorden en korte, eenvoudige zinnen

Woordgebruik en zinsbouw

Er zijn geen beperkingen

Teksten zijn goed gestructureerd.

Visuele ondersteuning

Tekstindeling

Speelt geen enkele rol

Teksten kunnen lang zijn

Korte teksten Teksten

Korte, eenvoudige teksten

Tekstlengte

kunnen langer zijn

90

ANALIST