ALLES voor de onderbouw

ROLLENSPEL IN DE HUISHOEK

HET BELANG VAN SPELEND LEREN

Jolande Kelder, Docent en adviesmedewerker ’jonge kind’, Hogeschool Viaa, Zwolle Leerkracht groep 1 en 2, EBS De Parel, Amersfoort

AL SPELEND HEEL VEEL LEREN!

3. Schep voorwaarden om te spelen Kinderen komen niet automatisch tot goed spel. Naast goede materialen is daarvoor nodig: • Voldoende tijd: Met 5 minuten vrij spel op het einde komen de kinderen niet tot verdiept spel. • Voldoende ruimte: De fietsenwinkel heeft ook een werkplaats. Het zieken- huis ook een apotheek en zo mogelijk zelfs een cadeauwinkeltje om voor de patiënten iets mee te nemen. Verschillende hoeken worden ingezet om de mogelijkheden van het spel te vergroten. En is de klas te vol? Schakel dan bijvoorbeeld de hal in. • Vrijheid om zelf te kiezen: Bij echt spelen heeft ieder zijn eigen inbreng. Zo kan het gebeuren dat in de fietswerkplaats de ramen worden gezeemd met het water om de fiets mee schoon te maken. En een kleuter die tijdens het spel alleen maar in een pan wil roeren, moet dat kunnen doen! • De klassenregels moeten het spel ondersteunen: Als je niet door de klas mag fietsen kun je ook geen fietsen verkopen in de fietsenwinkel. • Veiligheid: Geen open stopcontacten in de hoek. Geen echte pillen in de apotheek. Laat kinderen zich vrij voelen om zich te uiten. 4. Begeleid het spel Goed spelen doen veel kinderen niet vanzelf. De leerkracht volgt het spel in de hoek en kan eventueel elementen toevoegen. Hierbij heeft de leerkracht een begeleidende en soms sturende rol om het spel op een hoger niveau te brengen. Die rol speelt zich af vooraf, tijdens en na het spel. De begeleiding kan bestaan uit: • Input geven door verhalen / gesprekken / een interessant probleem: ”Thirza heeft een fietsvlag maar die zit nog niet aan haar fiets...” Of: ”De baby heeft allemaal bloed op het been en moet even naar het ziekenhuis... Waar is de ambulance?”. • Input door voorspelen: ”Ik ben de fietsenmaker... hoe kan Thirza dat aan mij vragen?”. • Zelf meespelen in de hoek: Een rol nemen. • Voorzeggen en/of de regie nemen: ”Jij bent de dokter, wat heb je nodig om de baby te onderzoeken?”. • Na het spelen samen evalueren, reflecteren. Maak tijdens het spel een foto en gebruik die bij je evaluatie: wat deed je hier? • Observeren, noteren en registreren

”Heb je ook een fiets te koop? Hoeveel centjes?” Met rode wangen staat mevrouw Hannah bij de fietswinkel. Fietsenmaker Levi kan haar wel helpen en na het afrekenen fietst mevrouw weg op haar driewieler. Erg hard kan ze niet, want overal in de klas hangen verkeersborden: je mag hier niet harder dan 5 kilometer per uur. Ondertussen is in de fietswerkplaats Mike in zijn werkschort druk bezig met het plakken van een band. In een ’handleiding’ kijkt hij hoe dat moet. Bella maakt een fiets rijklaar, door het schoon te maken met een spons...

66

67

Geweldig is het om spelenderwijs de wereld om je heen te verkennen

SPELEND LEREN Wat leren de kinderen in dit voorbeeld allemaal?

2. Maak samen met de kinderen de themahoek Een rijke themahoek staat of valt met de materialen die gebruikt worden. Inventariseer met de kinderen: wat hebben we nodig om een goede hoek te maken? Wie kan iets mee nemen? Vraag (klasse)ouders om zo mogelijk echte materialen aan te leveren. Of loop b.v. zelf eens een fietsenwinkel of kringloopwinkel binnen, op zoek naar spullen. En dat hoeven niet altijd kant en klare materialen te zijn. Een doos prikkelt de creativiteit van de kinderen en kan voor vele doeleinden worden gebruikt. Zoek op internet voorbeeldfoto’s op van het interieur dat je wilt maken, of ga met de kinderen op stap naar een winkel / ziekenhuis / restaurant / bouwplaats. Verdieping in de huishoek kan bijvoorbeeld met de opdracht dat er in de huishoek iemand jarig is... Zorg ervoor dat er in de hoek tenminste materialen zijn voor de taal- ontwikkeling zoals papier, pennen, etiketten en scharen. En voor de rekenontwikkeling bijvoorbeeld een kassa en weegschaal. Ook verkleed- kleren zijn onmisbaar in een (thema)hoek. o

Ze spelen de volwassen wereld na en gebruiken de taal die daarbij hoort. Naast het ontwikkelen van hun taal ontwikkelen ze hun rekenen, techniek en motoriek. Maar ook leren ze plannen maken, samenwerken, problemen oplos- sen, doelgericht handelen en hun impulsen te beheersen. Kortom: al spelend leren ze heel veel! Veel meer dan als ze een prikwerkje aan hun tafeltje doen.

HOE PAK JE DAT AAN ALS LEERKRACHT? 1. Kies een thema dat in de belevingswereld van de kinderen ligt en waarin gespeeld kan worden

Spelend leren door kinderen betekent dat de leerkracht een rijke leeromgeving moet maken. Bij de keuzes van thema’s wordt gekeken naar de interesses van de kinderen. Dit zijn thema’s waarbij gespeeld kan worden, zoals bijvoor- beeld het restaurant, de fietsenwinkel, ziek zijn of de bakker. De hoek moet tenminste 3 mogelijkheden tot rollen hebben. En dat moeten rollen zijn waarin gepraat kan worden (dus geen baby’s / honden). Taal is een middel waardoor het spel zich verdiept.

Kleuters leren door te spelen. Geweldig is het om spelenderwijs de wereld om je heen te verkennen. En de leerkracht die ze laat spelen is werkelijk een topper!

Made with