14ZW4VPFB3AGZ
Animerende publicatie
3 Fase
MBO-Verpleegkundige Niveau 4
serie 2014 Crebonummer
MBO-Verpleegkundige
Niveau 4
Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg & Welzijn (kwalificatiedossiers 2011, 2012, 2013 of 2014)
Fase 3 Crebonummer . . . . . . . . . . (s.v.p. invullen wat van toepassing is)
artikelnummer: 14ZW4VPFB3AGZ
Colofon
Dit is een uitgave van Stichting Consortium Beroepsonderwijs
Manager Zorg & Welzijn I. Rabelink
Ontwikkelteam MBO-Verpleegkundige R. van der Hoek (ontwikkelteamleider) F. Koster-Holtman I. Kolen L. Wesseling M. Polman P. Mertens-Debats
Eindredactie A. Brink M. Brok
Ontwerp/DTP H. Aalbersberg R. Bokma appeltje-n grafische ontwerpen
© 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Verantwoording Stichting Consortium Beroepsonderwijs heeft van alle haar bekende rechthebbenden op de in deze publicatie opgenomen teksten en afbeeldingen toestemming gekregen om deze te gebruiken.
www.consortiumbo.nl
Inhoud
Beroepsprestatie 3.1
4
Verdiepen in de branche: het ziekenhuis (2014-vp-bp3.1-AGZ)
Beroepsprestatie 3.2 Regie voeren in het ziekenhuis (2014-vp-bp3.2-AGZ)
16
Beroepsprestatie 3.3
24
Professionaliseren in het ziekenhuis (2014-vp-bp3.3-AGZ)
* Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd. * Waar zorgvrager staat, kan ook worden gelezen: cliënt, deelnemer, kind.
* Voor zorgplan kan ook worden gelezen: ondersteuningsplan, handelingsplan, interdisciplinair behandelplan, begeleidingsplan, zorgleefplan, trajectplan, plan van aanpak en zorg- en ondersteuningsplan en omgekeerd.
Beroepsprestatie 3.1 Verdiepen in de branche: het ziekenhuis (2014-vp-bp3.1-AGZ)
Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie
Nummer van het werkproces
Titel van het werkproces
Competenties die bij het werkproces horen
1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op
A Beslissen en activiteiten initiëren
D Aandacht en begrip tonen
H Overtuigen en beïnvloeden
J Formuleren en rapporteren
K Vakdeskundigheid toepassen
M Analyseren
4
Zorg & Welzijn serie 2014
1.2 Biedt persoonlijke verzorging en monitort gezondheid en welbevinden
E Samenwerken en overleggen
F Ethisch en integer handelen
J Formuleren en rapporteren
K Vakdeskundigheid toepassen
R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten V Met druk en tegenslag omgaan
1.4 Begeleidt een zorgvrager
C Begeleiden
D Aandacht en begrip tonen
R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties
E Samenwerken en overleggen
T Instructies en procedures opvolgen
V Met druk en tegenslag omgaan
1.8 Coördineert de zorgverlening
B Aansturen
E Samenwerken en overleggen
Q Plannen en organiseren
2.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
H Overtuigen en beïnvloeden
T Instructies en procedures opvolgen
1
Oriënteren
Typering van deze beroepsprestatie Een opname in een ziekenhuis betekent voor veel mensen een tijd van spanning, onzekerheid en afhankelijkheid. Tijdens de opname vinden er vaak ingrijpende handelingen en behandelingen plaats die voor veel vragen, onmacht en angst bij de patiënt kunnen zorgen. In je werk als verpleegkundige in het ziekenhuis beschik je, naast kennis en inzicht in de meest voorkomende ziektebeelden, over een flinke dosis empathisch vermogen die je inzet in de zorg voor een grote verscheidenheid aan patiënten en hun naasten. Je bent in staat om een vertrouwensrelatie aan te gaan met de patiënt en zijn naasten. Deze vertrouwensrelatie is de basis voor alle zorg aan het bed én het verzamelen van relevante informatie over de patiënt en zijn ziekte. Op basis van deze informatie, in combinatie met je kennis en inzicht, ben je in staat om de verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op te stellen. Je betrekt nadrukkelijk de patiënt en zijn naasten bij de zorg om instemming te verkrijgen. Op deze wijze behoudt de patiënt zoveel mogelijk de regie over zijn eigen leven. Je oefent met het dragen van de verantwoordelijk voor het totale zorgproces van opname tot ontslag. De verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de zorg behoort tot het domein van de verpleegkundige. Je overlegt met collega’s en andere disciplines en stelt indien nodig de zorg bij. Doordat je een mening hebt over wat bijdraagt aan goede zorg en je deze mening ook duidelijk verwoordt, ben je in staat om vanuit je eigen vakdiscipline een bijdrage te leveren aan het beleid dat op de verpleegafdeling gevoerd wordt.
5
Fase 3
MBO-Verpleegkundige
De verpleegkundige zorg in het ziekenhuis kan van dag tot dag verschillen. Je bent in staat om in snel wisselende situaties complexe verpleegkundige interventies op een verantwoorde wijze uit te voeren. Je hebt een visie op de zorg in deze branche en een eigen mening over de trends en positionering van de verpleegkundige daarbinnen. Jeroen van de Paalen is een 14-jarige jongen. Twee weken geleden werd hij ziek. Toen er eergisteren bloed in zijn urine zat, vertrouwde zijn moeder het niet. Ze ging met hem naar de huisarts. Die liet een bloed- en urineonderzoek doen. Vanochtend belde de huisarts met de moeder dat Jeroen direct naar het ziekenhuis moest want men denkt, op basis van de uitslag van het bloed- en urineonderzoek, dat zijn nieren niet goed functioneren. In het ziekenhuis is Jeroen opgenomen op de kinderafdeling om hem verder te onderzoeken zodat een goede diagnose gesteld kan worden. Er is een echo en CT-scan van de nieren ingepland. Jij coördineert vanaf de opname de zorg rondom Jeroen en begeleidt hem en zijn moeder bij de onderzoeken die plaatsvinden. Terwijl Jeroen alles gelaten over zich heen laat gaan, is zijn moeder behoorlijk overstuur. Ze is erg bezorgd en heeft veel vragen. In overleg met haar maak je een afspraak met de behandelend arts voor later op de dag. Mevrouw Tomes is een alleenstaande moeder van vier opgroeiende kinderen. Ze is opgenomen op de afdeling gynaecologie voor een vaginale uterusextirpatie. Zowel de operatie als het herstel verlopen voorspoedig en na vier dagen mag mevrouw naar huis. Voordat zij met ontslag gaat, neem je met haar de leefregels door die mevrouw in acht moet nemen voor voorspoedig herstel thuis. Je noteert de voorlichting en adviezen die je geeft in het verpleegplan en in de overdracht aan de huisarts. Op de afdeling orthopedie is meneer De Boer opgenomen. Hij is 78 jaar. Hij is vanochtend gevallen met zijn fiets en heeft zijn heup gebroken. Meneer De Boer maakt een verwaarloosde indruk. Hij ruikt sterk naar alcohol en is erg verward en angstig. Zijn oorlogstrauma speelt op en hij heeft het idee dat hij weer in Buchenwald zit; het werkkamp waar hij tijdens de tweede wereldoorlog een jaar gevangen heeft gezeten. Hij doet er alles aan om uit zijn bed te komen, terwijl hij voorbereid moet worden op de operatie. Jij, als eerst verantwoordelijke verpleegkundige, overweegt om een consult aan te vragen voor meneer bij de geriater.
6
Zorg & Welzijn serie 2014
2
Plannen
Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.
Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.
De moeilijkheidsgraad
De mate van complexiteit van de beroepssituatie
De mate van zelfsturing
De mate van verantwoordelijkheid voor
{ { gesloten context
{ { geleid
{ { uitvoeren van het eigen takenpakket
{ { open context
3 3 begeleid
{ { jouw samenwerking met collega’s
3 3 complexe context
{ { zelfstandig*
3 3 de hele zorg- en begeleidingscyclus
{ { aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau
* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is
Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie Je hebt als verpleegkundige in de AGZ op basis van intakegegevens en de verpleegkundige diagnose het verpleegplan opgesteld en dit besproken met de cliënt en betrokkenen en instemming gekregen. Je hebt ondersteuning bij de persoonlijke verzorging geboden waarbij je bij de begeleiding aan de cliënt de zelfstandigheid zoveel mogelijk hebt gestimuleerd. Ook heb je de zorgverlening gecoördineerd en besproken en afgestemd met betrokkenen. Crisissituaties of onvoorziene situaties heb je professioneel aanpakt volgens de geldende procedures en regelgeving. Je kennis van het vakgebied heb je ingezet bij verbetertrajecten.
7
Fase 3
MBO-Verpleegkundige
3
Uitvoeren
De opdrachten uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).
Opdrachten
A. Het verzamelen van gegevens bij het verlenen van de totale zorg Verzamel achtergrondgegevens over een cliënt met hoogcomplexe zorgbehoeften en verwerk deze tot één casusbeschrijving. Denk aan een cliënt waarbij sprake is van:
-- een jeugdige patiënt met palliatieve en/of terminale zorg -- een verwarde patiënt voor onderzoek of behandeling -- een patiënt met een verstandelijke beperking voor onderzoek of behandeling -- een psychogeriatrische patiënt voor onderzoek of behandeling -- een patiënt met levensgewoonten vanuit een andere culturele achtergrond
-- complicaties ontstaan tijdens het verblijf in het ziekenhuis -- acuut veranderende situatie na een ingreep of onderzoek.
Beschrijf in je casus de volgende onderdelen: -- het levensverhaal en de voorgeschiedenis van de cliënt (anamnese) -- de meervoudige gezondheidsproblematiek en de wijze waarop deze zich bij iedere cliënt manifesteert -- de oorzaken van de gezondheidsproblematiek, de gevolgen voor het lichamelijke en psychosociale functioneren -- de onderzoeken, behandelingen en medicatie -- de wetgeving die van toepassing is in de setting waarin je deze beroepsprestatie uitvoert en de manier waarop aan deze wetgeving uitvoering gegeven wordt. Bijvoorbeeld de BOPZ, BIG, WMO, AWBZ en WGBO. -- de procedures en protocollen die van toepassing zijn
-- de wijze waarop mantelzorgers, naasten bij de zorg betrokken zijn -- een samenvatting van de eerder geboden verpleegkundige zorg -- het verpleegplan.
Vraag met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst om feedback op de door jou verzamelde gegevens in de casus.
Casusbeschrijving: WP 1.1: K
8
Zorg & Welzijn serie 2014
B. Het op/bijstellen van een verpleegplan Stel het verpleegplan bij op basis van de in opdracht A verzamelde gegevens. Doe dit op de volgende manier: -- Geef verbeterpunten aan ten aanzien van de zorgverlening. -- Verwerk de verbeterpunten in het verpleegplan van de cliënt. Je levert met het verpleegplan zo een effectieve bijdrage aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van zorg. -- Bespreek het verpleegplan in een MDO of een ander relevant coördinerend overleg. -- Op basis van gegevens uit het overleg stel je het verpleegplan bij. -- Onderbouw de wijzigingen met duidelijke argumenten. -- Leg het verpleegplan voor aan de cliënt en/of zijn wettelijke vertegenwoordiger en de betrokken zorgverleners. -- Stel het verpleegplan zo nodig opnieuw bij op basis van de feedback. Lever het aangepaste verpleegplan in waarin je duidelijk maakt welke aanpassingen je hebt gedaan en verantwoord je keuzes hierin. Vraag met behulp van de beoordelingslijst om feedback op het aangepaste verpleegplan en je verantwoording.
Verpleegplan: WP 1.1: A, D, H, J, M en WP 2.2: H, T
C. Uitvoeren van de totale verpleegkundige zorg aan de cliënten Voer de zorg uit volgens het verpleegplan uit opdracht B. Vraag feedback op je handelen aan je begeleider op de beoordelingscriteria die bij deze opdracht horen.
Gedragsbeoordeling: WP 1.2: E, F, J, K, R, V en WP 1.4: C, D, R
D. Rapportage over je handelen in een crisis- of onverwachte situatie Schrijf een rapportage over je handelen in een crisis- of onverwachte situatie.
Betrek in je rapportage de voorgeschreven procedures die in de zorgverlening gelden voor onvoorziene situaties of crisissituaties en de betreffende wetgeving. Vraag om feedback hierop aan je begeleider.
Rapportage: WP 1.7: E, T, V
E. Coördinerende activiteiten Oefen het coördineren van een activiteit. Denk hierbij aan:
-- overdracht naar een andere instelling of de thuissituatie -- voorbereiden en uitvoeren van de artsenvisite -- voeren van een opnamegesprek -- het optreden als intermediair -- consultatie andere zorgverleners.
Vraag met behulp van de beoordelingslijst om feedback op het coördineren van activiteiten.
Gedragsbeoordeling: WP 1.8: B, E, Q
Bewijsstukken
Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Casusbeschrijving met de gegevens van de totale zorg
• Op/bijgesteld verpleegplan met een verantwoording van keuzes • Rapportage over je handelen in een crisis- of onverwachte situatie
9
Fase 3
MBO-Verpleegkundige
4/5 Controleren/Evalueren
Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.
Voortgangsbeoordelingslijst
Beroepsprestatie 3.1 Verdiepen in de branche: het ziekenhuis (2014-vp-bp3.1-AGZ)
Opleiding MBO-Verpleegkundige
Naam student:
Cohort:
G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende
Beoordelingscriteria
Bewijsstuk: Casusbeschrijving met de gegevens van de totale zorg Werkproces 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op Competenties De student:
G V O
K Vakdeskundigheid toepassen
heeft het levensverhaal en de voorgeschiedenis van de cliënt beschreven
heeft de verpleegkundige zorg beschreven
heeft de juridische status van de cliënt, inclusief de consequenties daarvan voor de cliënt zelf, voor de wettelijk vertegenwoordiger, mantelzorgers en zorgverleners beschreven
heeft correct en accuraat de verkregen anamnesegegevens verwerkt
formuleert scherp en kernachtig op basis van klinisch inzicht heeft de meervoudige gezondheidsproblematiek en de wijze waarop deze zich bij iedere cliënt manifesteert beschreven heeft de onderzoeken, behandelingen en medicatie beschreven heeft de wetgeving die van toepassing is beschreven heeft de procedures en protocollen die van toepassing zijn beschreven heeft in een samenvatting de eerder geboden verpleegkundige zorg beschreven heeft het al bestaande verpleegplan aan de casusbeschrijving toegevoegd
10
Zorg & Welzijn serie 2014
Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria
Bewijsstuk: Op/bijgesteld verpleegplan met een verantwoording van keuzes
Werkproces 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op Competenties De student: A Beslissen en activiteiten initiëren heeft gemaakte keuzes beschreven en verantwoordt deze
G V O
heeft een afweging van risico’s beschreven
heeft de juiste verpleegkundige interventies ingezet
D Aandacht en begrip tonen
heeft beschreven hoe de cliënt en naasten betrokken worden bij het op- of bijstellen van het verpleegplan heeft de verschillende belangen en mogelijkheden met betrekking tot de verpleegkundige zorg beschreven heeft wijzigingen in het verpleegplan met duidelijke argumenten onderbouwd heeft verpleegdoelen, activiteiten en interventies geformuleerd heeft een verpleegplan opgesteld dat voor alle betrokkenen inzichtelijk en begrijpelijk is
H Overtuigen en beïnvloeden
J Formuleren en rapporteren
M Analyseren
heeft de juiste verbanden gelegd
heeft logische conclusies beschreven
heeft de verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op/bijgesteld
Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria
11
Fase 3
MBO-Verpleegkundige
Werkproces 2.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Competenties De student:
G V O
H Overtuigen en beïnvloeden
heeft verbeterpunten ten aanzien van de zorgverlening aangegeven heeft voor onderbouwing van het verpleegplan gezorgd heeft aangegeven hoe betrokkenen op de hoogte gehouden worden van mogelijke veranderingen in het verpleegplan
T Instructies en procedures opvolgen heeft zich met betrekking tot het verpleegplan aan voorgeschreven procedures gehouden
heeft met het verpleegplan een effectieve bijdrage aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van zorg gegeven
Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria
Gedragsbeoordeling van de totale verpleegkundige zorg aan de cliënten
Werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en monitort gezondheid en welbevinden Competenties De student:
G V O
E Samenwerken en overleggen
consulteert zo nodig andere zorgverleners
schakelt zo nodig andere zorgverleners in
overlegt tijdig met andere zorgverleners
informeert tijdig en volledig alle betrokkenen
meldt tijdig belangrijke zaken
zorgt voor een professionele samenwerking rondom de persoonlijke verzorging en monitoring handelt volgens de ethische maatstaven van de beroepsgroep (beroepscode) en de organisatie
F Ethisch en integer handelen
is eerlijk en betrouwbaar
respecteert vertrouwelijkheid
accepteert en respecteert verschillen tussen cliënten
communiceert duidelijk verbaal en non-verbaal
behandelt de cliënt respectvol
12
Zorg & Welzijn serie 2014
J Formuleren en rapporteren
formuleert scherp en kernachtig op basis van klinisch inzicht
rapporteert logisch en op gestructureerde wijze
rapporteert op hoofd- en deelonderwerpen
zorgt ervoor dat alle betrokkenen beschikken over een volledige en actuele rapportage over de gezondheidstoestand van de cliënt neemt tijdens observaties snel en veel relevante informatie op voert de monitoring op een professionele wijze uit geeft de cliënt gerichte ondersteuning bij de persoonlijke verzorging richt zich zoveel mogelijk op de behoeften en verwachtingen van de cliënt
K Vakdeskundigheid toepassen
R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
houdt zich aan gemaakte afspraken
checkt regelmatig of de cliënt tevreden is
zorgt ervoor dat de ondersteuning aansluit bij de afspraken en verwachtingen
V Met druk en tegenslag omgaan
hanteert de eigen gevoelens goed
voert de zorg onder acute en emotionele omstandigheden uit
Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria
Werkproces 1.4 Begeleidt een zorgvrager Competenties
De student:
G V O
C Begeleiden
biedt een sturende, motiverende of activerende begeleiding stimuleert de cliënt om handelingen en activiteiten zoveel mogelijk zelf uit te voeren houdt rekening met de draagkracht van mantelzorgers en naasten toont betrokkenheid bij het fysieke en mentale welzijn van de cliënt controleert of het verpleegplan aan de verwachtingen en wensen van de cliënt en naasten voldoet
D Aandacht en begrip tonen
R Op de behoeften en verwachtingen van ‘klant’ richten
Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria
13
Fase 3
MBO-Verpleegkundige
Bewijsstuk: Rapportage over je handelen in een crisis- of onverwachte situatie
Werkproces 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties Competenties De student:
G V O
E Samenwerken en overleggen
heeft de behandeling en begeleiding bij een crisis- of onverwachte situatie gerapporteerd heeft in de rapportage de hulp van andere deskundigen bij de crisis- of onverwachte situatie beschreven
T Instructies en procedures opvolgen heeft in de rapportage de voorgeschreven procedures die in de zorgverlening gelden voor onvoorziene situaties of crisissituaties betrokken
heeft bij de rapportage de wettelijke richtlijnen die gelden voor onvoorziene situaties of crisissituaties betrokken heeft beschreven hoe zij gericht blijft op het werk en de zaken die gedaan moeten worden in stressvolle situaties
V Met druk en tegenslag omgaan
Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria
Gedragsbeoordeling coördineren van een activiteit
Werkproces 1.8 Coördineert de zorgverlening Competenties De student:
G V O
B Aansturen
zorgt dat collega’s en betrokkenen weten wat de doelen en prioriteiten zijn van de activiteit zorgt voor duidelijke en relevante informatie/ instructies voor collega’s en betrokkenen zorgt ervoor dat collega’s en betrokkenen concreet weten wat er van hen wordt verwacht
E Samenwerken en overleggen
overlegt tijdig en regelmatig met betrokkenen
Q Plannen en organiseren
plant en regelt de werkzaamheden in een logische volgorde
organiseert de benodigde capaciteit
zet materialen, middelen en zo nodig apparatuur in
zorgt ervoor dat de activiteit binnen de beschikbare tijd en mogelijkheden kan worden uitgevoerd
Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria
14
Zorg & Welzijn serie 2014
Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)
Beoordeling beroepsprestatie 3.1 Verdiepen in de branche: het ziekenhuis
G oed aangetoond V oldoende aangetoond O nvoldoende aangetoond
(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)
Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)
Functie:
Instelling: BPV
Opleiding
Datum:
Handtekening:
Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)
Functie:
Instelling: BPV
Opleiding
Datum:
Handtekening:
15
Fase 3
MBO-Verpleegkundige
Beroepsprestatie 3.2 Regie voeren in het ziekenhuis (2014-vp-bp3.2-AGZ)
Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie
Nummer van het werkproces
Titel van het werkproces
Competenties die bij het werkproces horen
1.8 Coördineert de zorgverlening
B Aansturen
E Samenwerken en overleggen
Q Plannen en organiseren
1.9 Evalueert de zorgverlening
D Aandacht en begrip tonen
J Formuleren en rapporteren
M Analyseren
2.3 Geeft werkbegeleiding
C Begeleiden
16
Zorg & Welzijn serie 2014
1
Oriënteren
Typering van deze beroepsprestatie De patiënt komt tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis in aanraking met verschillende zorgverleners die ieder vanuit hun eigen discipline zorg verlenen. Mede hierdoor is het belangrijk dat één zorgverlener de zorg afstemt en op deze wijze de continuïteit van zorg waarborgt. In het ziekenhuis wordt vaak een verpleegkundige aangesteld die het verpleegplan beheert en de eerste aanspreekpersoon is voor patiënt en naasten, collega’s en betrokken disciplines. Deze verpleegkundige, ook wel eerstverantwoordelijke verpleegkundige (EVV’er) genoemd, regelt veel zaken rondom en voor de patiënt. De taken van de EVV’er zijn onder meer de onderlinge werkverdeling, het consulteren van de arts, specialisten en de paramedische dienst, het overleg met patiënt en diens naasten en het verwerken van de afspraken die hieruit voortkomen. Regelmatig evalueert de EVV’er de totale verpleegkundige zorgverlening met betrokkenen en stelt indien nodig het verpleegplan bij. De EVV’er heeft het totaaloverzicht, bewaakt de werkzaamheden en kijkt of deze volgens planning en afspraak verlopen. Goede kwaliteit van zorg verlenen staat of valt met een goede coördinatie zorg. Met de regelmaat van de klok komen er nieuwe stagiaires, nieuwe collega’s of invalkrachten op de afdeling. Dat betekent dat je als verpleegkundige de taak hebt om studenten te begeleiden en nieuwe collega’s in te werken. Om dit goed te kunnen doen, ben je niet alleen deskundig op je vakgebied. Je ontwikkelt tevens een visie op de begeleiding van collega’s en invalkrachten en je verdiept je in de eisen en verwachtingen van de opleiding die een stagiaire volgt. Door je kennis van en inzicht in leerstijlen en begeleidingsmethodieken stem je jouw manier van begeleiden af op de leerstijl van de student. Tijdens de begeleidings- en beoordelingsgesprekken geef je de student gerichte feedback op haar leeractiviteiten, beroepsmatig handelen en ontwikkeling. Waardoor de student zich ontwikkelt tot beginnend beroepsbeoefenaar. Op de afdeling chirurgie ligt sinds 3 dagen mevrouw De Boer. Jij hebt als verpleegkundige de verantwoor- delijkheid voor de coördinatie van zorg voor mevrouw De Boer. Mevrouw is eergisteren geopereerd aan een chronische ontsteking van de dunne darm, de ziekte van Crohn. Mevrouw had de laatste maanden erg veel klachten. Ze is erg vermagerd, heeft een tekort aan vitaminen en mineralen en heeft bloedarmoede. Daarom is besloten om een stuk van haar dunne darm dat ernstig is aangetast, te verwijderen en een stoma te plaatsen. Zoals ook is vastgelegd in het verpleegplan, moet er vandaag een afspraak gemaakt worden met de diëtiste zodat mevrouw De Boer gerichte adviezen krijgt voor een betere voedingstoestand. Nadat je mevrouw geholpen hebt met de verzorging, bel je de diëtiste en plan je in overleg met haar het gesprek. “Alweer beschuit met muisjes,” verzucht Janine. “Maar,” zegt ze tegen zichzelf, “dat kan ook bijna niet anders als je werkt als verpleegkundige op de afdeling obstetrie en gynaecologie.” Toch is het deze keer ook voor Janine een bijzonder beschuitje. Want het was vannacht toch wel een spannende bevalling. Mevrouw Delissen werd opgenomen wegens niet-vorderende uitdrijving nadat ze een uur thuis geperst had. De bevalling wilde maar niet vlotten. Mevrouw arriveerde enigszins in paniek met de verloskundige en haar partner in het ziekenhuis. Vanaf dat moment was het hectisch voor Janine. Ze belde de gynaecoloog voor assistentie, maar die kon niet meteen komen. Janine bewaarde de rust en installeerde mevrouw Delissen, haar partner en de verloskundige in de verloskamer. Op dat moment leek mevrouw Delissen te ontspannen en kwamen de persweeën in alle heftigheid terug. De geboorte van het kindje diende zich alsnog aan. Janine assisteerde de verloskundige en begeleidde mevrouw bij de persweeën. De uitdrijving ging voorspoedig en tegelijkertijd met de binnenkomst van de gynaecoloog werd een gezond meisje geboren.
17
Fase 3
MBO-Verpleegkundige
Chantal werkt als verpleegkundige op de afdeling oncologie. Zij coördineert als casemanager de zorg voor meneer De Groot, een man van 42 jaar met uitgezaaide slokdarmkanker. Vandaag heeft ze samen met de heer De Groot en zijn partner een afspraak met de oncoloog. De heer De Groot heeft haar gevraagd om mee te gaan naar de oncoloog omdat hij tijdens deze gesprekken veel complexe informatie krijgt. Vaak voelt hij zich overdonderd en vergeet hij zijn vragen te stellen. Chantal kan hem hierbij helpen. Bovendien kan zij naderhand in alle rust de informatie van de oncoloog herhalen. De heer De Groot vindt het heel fijn dat hij een aanspreekpunt heeft in de ‘keten van zorg’ om hem heen. Hierdoor kan hij zich richten op de behandeling en op zijn gezin. Dit vraagt al heel veel energie van hem.
2
Plannen
Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.
Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.
De moeilijkheidsgraad
De mate van complexiteit van de beroepssituatie
De mate van zelfsturing
De mate van verantwoordelijkheid voor
{ { gesloten context
{ { geleid
{ { uitvoeren van het eigen takenpakket
{ { open context
3 3 begeleid
{ { jouw samenwerking met collega’s
3 3 complexe context
{ { zelfstandig*
{ { de hele zorg- en begeleidingscyclus
3 3 aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau
* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is
Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie Je hebt als verpleegkundige in de AGZ de zorgverlening gecoördineerd en besproken en afgestemd met de betrokkenen. Je hebt collega’s geconsulteerd en neemt deel aan overlegsituaties, waardoor de continuïteit van de zorgverlening gewaarborgd is. Je geeft passende werkbegeleiding en voert begeleidings- en beoordelingsgesprekken met nieuwe collega’s, studenten en/of stagiaires.
18
Zorg & Welzijn serie 2014
3
Uitvoeren
De opdrachten uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).
Opdrachten
A. Coördineren van de zorg Je oefent het draaien van verantwoordelijke diensten. Dit betekent dat je de totale verpleegkundige zorg coördineert over (een deel van) de afdeling of de leefgroep waar je werkzaam bent. Dit betekent dat je: -- de werkzaamheden plant
-- de werkzaamheden verdeelt -- de geboden zorg evalueert -- je plan aanpast bij veranderde omstandigheden -- de juiste beslissingen neemt -- handelt bij onverwachte en crisissituaties.
Vraag feedback op je coördinatie van de zorg.
Gedragsbeoordeling: WP 1.8: B, E, Q
B. Coördinerend overleg Je organiseert een teamoverleg of multidisciplinair overleg. In deze overlegsituatie heb je een leidende rol. Tijdens dit coördinerende overleg kom je tot afstemming van de zorg. Je vraagt feedback op je handelen van je begeleider.
Gedragsbeoordeling: WP 1.9: D, J, M
C. Begeleiden van een student Je begeleidt samen met collega een student.
-- Je onderzoekt de wijze waarop werkbegeleiding gegeven wordt. -- Je verdiept je in de wijze waarop studenten begeleid worden op je afdeling. Onderzoek hoe dit aansluit bij de opleiding, begeleidingsbehoefte en leerstijl van de student. Kijk hierbij naar overdracht van vakkennis, vaardigheden en houding die specifiek zijn voor de afdeling/setting waar je werkt. -- Je voert twee keer een begeleidingsgesprek met een student. Vraag feedback aan je begeleider en de student waarmee je het gesprek gevoerd hebt.
Gedragsbeoordeling: WP 2.3: C
Bewijsstukken
Lever het volgende bewijsstuk aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst
19
Fase 3
MBO-Verpleegkundige
4/5 Controleren/Evalueren
Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.
Voortgangsbeoordelingslijst
Beroepsprestatie 3.2 Regie voeren in het ziekenhuis (2014-vp-bp3.2-AGZ)
Opleiding MBO-Verpleegkundige
Naam student:
Cohort:
G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende
Beoordelingscriteria
Gedragsbeoordeling coördineren van de zorg Werkproces 1.8 Coördineert de zorgverlening Competenties De student:
G V O
B Aansturen
zorgt dat collega’s en betrokkenen weten wat de doelen en prioriteiten zijn van de zorgverlening
zorgt dat ieders rol in het team helder is
zorgt voor duidelijke en relevante informatie/ instructies voor collega’s en betrokkenen zorgt dat collega’s en betrokkenen concreet weten wat er van hen wordt verwacht raadpleegt indien nodig andere deskundigen in het kader van de coördinatie van de zorgverlening
E Samenwerken en overleggen
overlegt tijdig en regelmatig met collega’s
zorgt dat de expertise van de betrokkenen optimaal wordt afgestemd en ingezet
Q Plannen en organiseren
plant en regelt de werkzaamheden voor de zorgverlening in een logische volgorde
organiseert de benodigde capaciteit
zorgt voor optimaal gebruik van benodigde materialen, middelen en apparatuur
zorgt dat alle benodigde werkzaamheden binnen de beschikbare tijd en mogelijkheden kunnen worden uitgevoerd
Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria
20
Zorg & Welzijn serie 2014
Gedragsbeoordeling van het coördinerend overleg
Werkproces 1.9 Evalueert de zorgverlening Competenties De student:
G V O
D Aandacht en begrip tonen
vraagt cliënten en andere betrokkenen naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding
luistert aandachtig en vraagt zo nodig door
brengt de verkregen informatie in bij de evaluatie
J Formuleren en rapporteren
formuleert haar bevindingen scherp, kernachtig en op een ongecompliceerde manier zorgt ervoor dat de evaluatie (verslaglegging) voor alle betrokkenen inzichtelijk en begrijpelijk is haalt uit de evaluatiegegevens de belangrijkste informatie met betrekking tot de resultaten van de zorgverlening en de behaalde verpleegdoelen
M Analyseren
trekt logische conclusies
vindt manieren om problemen op te lossen
stelt het verpleegplan zo nodig op een verantwoorde manier bij
verbetert de kwaliteit van de zorgverlening
sluit of rondt de zorgverlening goed af
Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria
Gedragsbeoordeling van het coördinerend overleg
Werkproces 2.3 Geeft werkbegeleiding Competenties
De student:
G V O
C Begeleiden
gebruikt een professionele gesprekstechniek
stimuleert studenten de grenzen van hun mogelijkheden te verkennen
zorgt ervoor dat studenten zich optimaal kunnen ontwikkelen als een deskundig beroepsbeoefenaar
Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria
21
Fase 3
MBO-Verpleegkundige
Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)
Beoordeling beroepsprestatie 3.2 Regie voeren in het ziekenhuis
G oed aangetoond V oldoende aangetoond O nvoldoende aangetoond
(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)
Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)
Functie:
Instelling: BPV
Opleiding
Datum:
Handtekening:
Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)
Functie:
Instelling: BPV
Opleiding
Datum:
Handtekening:
22
Zorg & Welzijn serie 2014
23
Fase 3
MBO-Verpleegkundige
Beroepsprestatie 3.3 Professionaliseren in het ziekenhuis (2014-vp-bp3.3-AGZ)
Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie
Nummer van het werkproces
Titel van het werkproces
Competenties die bij het werkproces horen K Vakdeskundigheid toepassen
2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 2.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
H Overtuigen en beïnvloeden
T Instructies en procedures opvolgen
24
Zorg & Welzijn serie 2014
1
Oriënteren
Typering van deze beroepsprestatie Dat je als verpleegkundige in het ziekenhuis een afwisselende baan hebt, blijkt wel uit onderstaande beschrijving van een gemiddelde werkdag van Harald. Hij maakt heel wat mee in zijn dienst. Omschakelen van voorlichting geven naar ondersteuning bieden bij ernstige ziekte, van empathie tonen naar rekenkundige vaardigheden. Verpleegkundige: het is een mooi en dynamisch beroep! De gezondheidszorg staat niet stil. Vergrijzing en de multiculturele samenleving zijn van invloed op de wijze waarop zorg geboden wordt. Door de tijden heen hebben er allerlei ontwikkelingen plaatsgevonden. Hierbij kun je denken aan de ontwikkelingen als de invoering van het elektronisch patiëntendossier en het gebruik van steeds meer technologie voor de zorgverlening. Als verpleegkundige ontwikkel je een visie op verpleegkunde. Door de kostenstijging in de gezondheidszorg wordt er een beroep gedaan op de verpleegkundige om de productiviteit en de efficiency zo hoog mogelijk te laten zijn. Het is belangrijk om hier een standpunt over in te nemen en terug te koppelen naar de beroepsgroep. Om deze zorg zo goed mogelijk te kunnen leveren, houd je je eigen deskundigheid op peil en lever je een actieve bijdrage aan kwaliteitszorg. Harald werkt op de kinderafdeling van het algemeen ziekenhuis. Hij heeft zojuist de ouders van Eric uitgelegd hoe het onderzoek dat Eric vanmiddag krijgt, in zijn werk gaat. De ouders hadden nogal wat vragen, vooral omdat de informatie die in de folder stond, afweek van wat Harald vertelde. Harald neemt zich voor om de informatie in de folder te actualiseren en door te geven aan het patiëntenvoorlichtingsbureau. Daarna gaat hij naar de kamer van de 15-jarige Ilse. Ilse ligt al geruime tijd in het ziekenhuis. De behandeling die zij ondergaat voor haar acute lymfatische leukemie slaat niet aan. Ilse en haar vader hebben op internet gezocht naar alternatieve behandelmogelijkheden. Harald regelt voor hen een gesprek met de behandelend arts en neemt zich voor om zelf ’s avonds ook het een en ander op te zoeken op internet. Na zijn lunchpauze gaat hij naar de afdeling training en opleiding van het ziekenhuis waar hij zijn periodieke rekentoets maakt. Deze toets is verplicht voor alle verpleegkundigen om fouten bij de medicatietoediening te voorkomen. Terug op de afdeling ziet Harald dat het bijna twee uur is. In de teamkamer zitten zijn collega’s en de stagiaires al op hem te wachten. Hij pakt vlug zijn spullen bij elkaar voor de klinische les over Benjamin, een patiëntje met spierdystrofie.
25
Fase 3
MBO-Verpleegkundige
2
Plannen
Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.
Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.
De moeilijkheidsgraad
De mate van complexiteit van de beroepssituatie
De mate van zelfsturing
De mate van verantwoordelijkheid voor
{ { gesloten context
{ { geleid
3 3 uitvoeren van het eigen takenpakket
3 3 open context
3 3 begeleid
{ { jouw samenwerking met collega’s
{ { complexe context
{ { zelfstandig*
3 3 de hele zorg- en begeleidingscyclus
3 3 aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau
* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is
Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie Je hebt als verpleegkundige in de AGZ gewerkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen en door je kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. Je bewaakt systematisch de kwaliteit van jouw werkzaamheden en signaleert tijdig knelpunten. Je werkt aan het bevorderen van jouw deskundigheid, geeft uitvoering aan jouw persoonlijk ontwikkelplan en draagt bij aan de professionalisering van het beroep.
26
Zorg & Welzijn serie 2014
3
Uitvoeren
De opdrachten uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).
Opdrachten
A. Kwaliteitsverbetering Onderzoek wat in de zorg verbeterd kan worden. Verdiep je in het onderwerp en bedenk hoe je een kwaliteitsonderzoek zou uitvoeren. Schrijf een verbeterplan. Beschrijf ook de aandachtpunten voor de implementatie en monitoring van je verbeterplan. Presenteer je verbeterplan aan je klasgenoten en eventueel aan iemand uit de BPV. B. Deskundigheidsbevordering met behulp van een artikel of wiki voor collega’s Onderzoek een trend of een nieuwe ontwikkeling in het ziekenhuis die van invloed is op de verpleegkundige zorgverlening. • Verdiep je in het gekozen onderwerp. • Maak een samenvatting van je bevindingen. • Bespreek je bevindingen en visie met je klasgenoten en neem deel aan de inhoudelijke discussie. Raadpleeg indien nodig andere deskundigen. • Schrijf een artikel of wiki over de gekozen trend of nieuwe ontwikkeling. Beschrijf hierin wat het effect is van deze trend of nieuwe ontwikkeling op cliënten, de afdeling, de zorgorganisatie en maatschappelijk gebied. • Geef ook jouw visie op de nieuwe trend of ontwikkeling.
Verbeterplan: WP 2.2: H, T
Artikel of wiki: WP 2.1: K
Bewijsstukken
Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Verbeterplan met gekregen feedback • Artikel of wiki
27
Fase 3
MBO-Verpleegkundige
4/5 Controleren/Evalueren
Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.
Voortgangsbeoordelingslijst
Beroepsprestatie 3.3 Professionaliseren in het ziekenhuis (2014-vp-bp3.3-AGZ)
Opleiding MBO-Verpleegkundige
Naam student:
Cohort:
G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende
Beoordelingscriteria
Bewijsstuk: Verbeterplan met gekregen feedback Werkproces 2.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Competenties De student:
G V O
H Overtuigen en beïnvloeden
heeft ideeën, standpunten en/of voorstellen voor een verbeterplan beschreven heeft gezorgd voor onderbouwing van het verbeterplan heeft ideeën voor een kwaliteitsonderzoek beschreven presenteert het verbeterplan aan betrokkenen
T Instructies en procedures opvolgen heeft de feedback zodanig omschreven dat hieruit blijkt dat het verbeterplan een effectieve bijdrage heeft geleverd aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg
Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria
28
Zorg & Welzijn serie 2014
Bewijsstuk: Artikel of wiki
Werkproces 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Competenties De student: G V O K Vakdeskundigheid toepassen
heeft met het artikel/wiki kennis en expertise op een begrijpelijke wijze overgedragen aan collega’s en andere deskundigen heeft met het artikel/wiki een bijdrage aan de professionalisering van het beroep van mbo- verpleegkundige geleverd
Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria
29
Fase 3
MBO-Verpleegkundige
Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)
Beoordeling beroepsprestatie 3.3 Professionaliseren in het ziekenhuis
G oed aangetoond V oldoende aangetoond O nvoldoende aangetoond
(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)
Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)
Functie:
Instelling: BPV
Opleiding
Datum:
Handtekening:
Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)
Functie:
Instelling: BPV
Opleiding
Datum:
Handtekening:
30
Zorg & Welzijn serie 2014
MBO-Verpleegkundige Niveau 4 Fase 1 Leerprestaties 1.1 Verwerken van gegevens 1.2 Beginnen met zorg 1.3 Planmatig verplegen 1 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties Fase 2 2.1 2.2 Omgaan met lastige situaties 2.3 Planmatig verplegen 2 2.4 Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.5 Ondersteunen bij het sociaal functioneren 2.6 Omgaan met grensoverschrijdend gedrag 2.7 Begeleiden bij verandering, pijn en verliesverwerking Voortgangsgesprek Fase 3 3.1 Verdiepen in de branche: het ziekenhuis 3.2 Regie voeren in het ziekenhuis 3.3 Professionaliseren in het ziekenhuis
artikelnummer: 14ZW4VPFB3AGZ
Made with FlippingBook