006121810005

Bijlage 10 Handreiking voor het product- en bedrijfsmatig onderzoek

• Wat is de naam van dit bedrijf? • Waar is het gevestigd? • Hoeveel mensen werken er? • Wat is de missie van het bedrijf? • Wat is de bedrijfsstructuur/organisatievorm? (Verkoop-of handelsorganisatie, product- of productieorganisatie, service- of dienstverlenende organisatie, projectorganisatie). • Wat zijn de kenmerkende activiteiten van het bedrijf? • Wie zijn de klanten? • Maak een organisatieschema en geef jouw plaats aan in de organisatie.

• Is er een communicatiestructuur/vergaderplan vastgelegd? • Hoe zit het organisatieschema van jouw afdeling in elkaar? • Hoeveel mensen werken op jouw afdeling? • Wie deelt het werk op jouw afdeling in? • Wat zijn de werkzaamheden van jouw afdeling? • Hoe zien jouw werkzaamheden eruit (functieomschrijving)?

• Wordt er in het bedrijf projectmatig gewerkt? • Ben jij betrokken bij een project? Zo ja: Welke projectmanagementmethode wordt er gehanteerd? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen projectmatig werken op school en in het bedrijf? Zo nee: Herken je situaties die, met jouw kennis van projectmanagement, projectmatig kunnen worden aangepakt? • Worden er producten geproduceerd binnen het bedrijf? • Wat vervaardigt de productieafdeling? • Wat zijn de stappen in het productieproces? • Als er geen stappen worden genomen, hoe gaat dat dan? • Is het bedrijf internationaal gericht? • Is een moderne vreemde taal noodzakelijk voor de communicatie binnen het bedrijf?

• Heb je jouw leerdoelen gerealiseerd? Licht je antwoord toe. • Welke competenties heb je ontwikkeld? • Zou je dit bedrijf aanbevelen bij je medestudenten?

78

WERKTUIGBOUWKUNDE