00640840003

StAP 3 uItVoerIng en ControLe

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

uItVoerIng

de leerling heeft inzicht in de methoden om lasspanningen en vervormingen te minimaliseren.

theorie 1. de begrippen en gevolgen van lengte-, dikte-, en dwarskrimp noemen. 2. de mogelijkheden van het opspannen van werkstukken noemen zoals: hechtlassen, hechtbruggen, klemmagneten e.d. 3. Het nut van een bepaalde lasvolgorde noemen in relatie tot krimpspanningen en vervormingen.

de leerling heeft kennis van Arbo-regels ten aanzien van veiligheid en gezondheid bij de laswerkzaamheden.

theorie 1. Voor de mens gevaarlijke situaties herkennen bij omgaan met elektriciteit m.b.t. de spanning, invloed van vocht, verschil van wissel- en gelijkstroom. 2. Voorschriften noemen met betrekking tot de toegang en het werken in besloten ruimten.

3. de gezondheidsrisico’s van lasdampen en lasgassen noemen. 4. de gevaren m.b.t. lassen en snijden in besloten ruimten noemen.

5. brand- en explosiegevaarlijke situaties herkennen. 6. behandeling en opslag van gascilinders beschrijven.

7. de ventilatie- en afzuigmogelijkheden ruimtelijk en plaatselijk beschrijven. 8. Het gebruik van maskers en verse luchtmaskers, lashelmen beschrijven. 9. gevaar van het ontstaan van giftige dampen bij ontvettingsmiddelen beschrijven. 10. Het begrip MAC waarde beschrijven. 11. de schadelijke straling en bescherming daartegen beschrijven (geïmpregneerde kleding). 12. Is op de hoogte van oogbeschermingsmiddelen. 13. de gevaren bij het werken op stellingen beschrijven. 14. Persoonlijke beschermingsmiddelen zoals veiligheidsgordels, -schoenen en -helm beschrijven. 15. Het veilig werken met transportmiddelen, hulpmiddelen en verlichting beschrijven. 16. de milieuvoorschriften beschrijven t.a.v.: • milieubelastende afvalstoffen • scheiden van afvalstoffen

de leerling heeft kennis van het toepassen van hulpmiddelen voor het lassen.

39 lastechnologie

Made with