CZW20120191

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

Werkproces 1.4 Begeleidt een zorgvrager

P Dit betekent dat: • je een sturende, motiverende of activerende begeleiding biedt • je de cliënt stimuleert om handelingen en activiteiten zoveel mogelijk zelf uit te voeren zodat: • de cliënt een positieve instelling en vertrouwen in zijn eigen kunnen opbouwt en zoveel mogelijk zelfstandig functioneert.

C Begeleiden

–– adviseren –– motiveren

Dit betekent dat: • jemantelzorgers en naasten adviseert om rekening te houdenmet hun draagkracht • je hun gerichte adviezen geeft hoe zij hun draagkracht kunnen versterken

zodat: • demantelzorgers en naasten niet overbelast raken.

P Dit betekent dat: • je betrokkenheid toont bij het fysieke enmentale welzijn van de patiënt • je de cliënt met respect en geduld behandelt zodat: • er een goede relatie bestaat tussen jou en de cliënt als basis voor de begeleiding bij de zelfredzaamheid. P Dit betekent dat: • je controleert of er aan de verwachtingen en wensen van de cliënt en naasten wordt voldaan • je de tevredenheid zo objectief mogelijk vaststelt zodat: • de cliënten en naasten tevreden zijn en blijven over de begeleiding bij de zelfredzaamheid.

D Aandacht en begrip tonen

–– interesse tonen –– verdraagzaamheid en welwillendheid tonen –– bezorgdheid tonen voor anderen R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

–– klanttevredenheid in de gaten houden

Werkproces 1.7Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties

P Dit betekent dat:

E Samenwerken en overleggen

• je tijdig hulp inroept van anderen

zodat: • de cliënt snel en adequaat wordt behandeld en begeleid.

–– anderen raadplegen en betrekken

16

VERPLEEGKUNDIGE - Fase 3

Made with