SAM catalogus Nederlands

DYNAMOMETRIE

DE CORRECTIECOËFFICIËNT

De kenmerken van de momentsleutels wijzigen bij gebruik van bits met bevestigingsranden die geen standaardmaten heb ben. U moet dus rekening houden met een correctiecoëfficiënt voor het instellen van de sleutel om met het juiste moment te kunnen aandraaien. Afhankelijk van uw vakgebied of behoeften, kan het zijn dat u op maat gemaakte bits moet gebruiken voor het uitvoeren van een specifieke aanspanning.

MOMENTBEREKENING MET CORRECTIE

SAM-momentbits die niet voldoen aan de standaard bevestigingsranden, worden geïdentificeerd met een voor hun referentie. Ontdek ons assortiment bits vanaf p. 170. Hieronder staan de standaard afmetingen van de bevestigingsranden: > Van 17,5 mm met rechthoekige bits 9x12 mm > Van 25 mm met rechthoekige bits 14x18 mm > Van 25 mm 12 mm > Van 35 mm 19 mm > Van 83 mm 30 mm

Standaardlengte Aangepaste lengte

In te stellen draaimoment Gewenst moment =

x

(op de sleutel)

(op de moer)

Standaardlengte - vb.: 479 mm

Delta

Aangepaste lengte - vb.: 489 mm

Aangepaste lengte = standaardlengte +/- delta

Bevestigingsrand (L)

TIP VAN DE SPECIALIST

Test uitgevoerd met een MOMENTSLEUTEL DYNATECH DYTC-200-0 en een bit met ratel DTC-S en een op maat gemaakte bit met ratel, verlengd met 10 mm in vergelijking met een standaard DTC-S. Gewenst aandraaimoment: 140 Nm

Standaardlengte: 479 mm Aangepaste lengte: 489 mm

479

x

=

140

137,1

In te stellen draaimoment:

489

De sleutel DYTC-200-0 moet dus worden ingesteld op 137 Nm opdat het werkelijk aangewend moment op de subset gelijk is aan 140 Nm.

Voorbeeld van een toepassing waarbij een correctiecoëfficiënt moet worden gebruikt om de sleutel correct in te stellen.

Delta

158