Millieu_Compact#13

milieu

compact

en onder e, onder 2º, van deWet algemene bepa- lingen omgevingsrecht (hierna: Wabo), verleend voor het veranderen van haar inrichting te Pannin- gen. Bakkersland betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat ten behoeve van de beoordeling van de aanvraag om de veranderingsvergunning een brandveiligheidsrapport had moeten worden opge- steld. Het college van gedeputeerde staten heeft zich bij de beoordeling van de brandveiligheid ge- baseerdophet brandveiligheidsrapport vandecem- ber 2007, dat is ingediend bij de aanvraag om de oprichtingsvergunning. Gelet op de aard van de aangevraagde veranderingen - met name de op- slag van gevaarlijke afvalstoffen en een aanzien- lijke uitbreiding van de opslagcapaciteit -, lag het op de weg van het college een nieuw brandveilig- heidsonderzoek te verlangen danwel te verrichten. Weliswaar gelden ingevolge de bouwregelgeving eisen voor de brandwerendheid en -veiligheid van de desbetreffende gebouwen, doch deze zijn niet primair gericht op de bescherming van het milieu en nemen ook niet zonder meer de noodzaak tot het verbinden van voorschriften aan de milieuom- gevingsvergunningweg.Nueenonderzoeknaar de brandveiligheid van de inrichting, inclusief de ver- gunde veranderingen, ten onrechte achterwege is gebleven, is het besluit van 20 september 2011 in strijd met artikel 3:2 van de Awb niet met de ver- eiste zorgvuldigheid voorbereid. Het betoog slaagt. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 28-05-2014, nr. 201303702/1/A4 Opheffingschorsing inpassingsplanBuitenring ParkstadLimburg Bij uitspraak van 16 november 2012, in zaak nr. 201207642/2/R1, heeft de voorzitter bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van provinciale staten van 29 juni 2012, waarbij het inpassings- plan “Buitenring Parkstad Limburg” is vastgesteld, gedeeltelijk geschorst. Aanleiding voor het verzoek vandeprovincieomdeschorsingop teheffen, isde beslissing vandeAfdelingbestuursrechtspraak van deRaadvanState inmei 2013omdeeinduitspraak over het inpassingsplanaan tehouden. DeAfdeling deed dat, omdat hij in een zaak over het tracébe- sluit A2 ‘s Hertogenbosch-Eindhoven zogenoemde prejudiciële vragen had gesteld aan het Hof van Justitie inLuxemburg.DeAfdelingwildevanhetHof van Justitie in Luxemburg uitleg over de Europese Habitatrichtlijn en verwachtte dat de antwoorden van het Hof van Justitie ook relevant waren voor de zaak over de Buitenring Parkstad Limburg. Het

Hof heeft deze vragenop15mei 2014beantwoord. Bij uitspraak van 16 november 2012, in zaak nr. 201207642/2/R1, heeft de voorzitter bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van provinciale staten vanLimburg van29 juni 2012, waarbij het in- passingsplan “BuitenringParkstadLimburg” isvast- gesteld, gedeeltelijk geschorst. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt op het verzoek om opheffing van de schorsing op enkele onderdelen onder meer als volgt. Het inpassings- plan voorziet in de realisering van een ringweg (de BPL) inhet gebied vande stadsregioParkstadLim- burg. Het tracédeel tussen de rotonde vanAvantis en de Hamstraat ligt op een afstand van minimaal 5 km vandeNatura2000-gebiedenGeleenbeekdal en Brunssummerheide. Provinciale staten hebben uiteengezet dat zij ter plaatse van deze plandelen wensen te starten met verschillende werkzaamhe- den ten behoeve van de aanleg van dit gedeelte vanhet tracé. Provinciale statenhebben toegezegd dat dit gedeelte van het tracé niet in gebruik zal worden genomen voordat uitspraak is gedaan in de bodemzaak. Onder deze omstandigheden is de voorzitter vanoordeel dat vandehiervoor bedoelde werkzaamheden die mogelijk worden met inwer- kingtreding vandezeplandelen voor deuitspraak in debodemzaakgeenonomkeerbaregevolgenzijn te verwachten voor deNatura2000-gebiedenGeleen- beekdal enBrunssummerheide.Gelet ophet voren- staandeziet devoorzitteraanleidinghet verzoek toe tewijzen en de schorsing gedeeltelijk op te heffen.. zie www.RaadvanState.nl; Vz. ABRS 03-06-2014, nr. 201207642/13/R1 Niet tijdignemenbesluit opbezwaarschrift n.a.v. verlening vergunning De Stichting Open Polders heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college van gedeputeerde staten van Noord- Holland op haar bezwaarschrift van 24 mei 2012, gericht tegenhet besluit vanhet college van22mei 2012, waarbij een vergunning krachtens artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 is verleend voor uitbreiding van een veehouderij te Graft-De Rijp nabij het Natura 2000-gebied “Eilandspolder”. Bij besluit van 3 april 2013heeft het college het be- sluit van 22 mei 2012 ambtshalve gedeeltelijk her- roepenenhet door deStichting gemaakte bezwaar tegen dat besluit ongegrond verklaard. Anders dan de Stichting betoogt, kan de gedane melding in 1992 in het kader van het Besluit melkveehouderij Hinderwet - een regeling die thans niet meer be-

12 12

Made with