CZW1HE90005

6.2 Het maken van een POP / PAP Het persoonlijk opleidingsplan, het POP, en het persoonlijk activiteitenplan, het PAP, geven sturing aan je leerproces. Het POP kan betrekking hebben op persoonlijke leervragen en beroepsinhoudelijke leervragen. Het PAP is afgeleid van het POP en kan betrekking hebben op persoonsgerichte leeractiviteiten en op vakinhoudelijke leeractiviteiten. In je POP/PAP schrijf je op wat jij wilt leren tijdens de beroepsprestatie/proeve. Wanneer je een opdracht combineert met taal, rekenen of loopbaan en burgerschap neem je dit ook op in je POP/PAP.

In je POP schrijf je jouw leerdoelen op. Wat zijn leerdoelen?

• dingen die je wilt weten, maar nog niet weet (kennis) • dingen die je wilt doen, maar nog niet kunt (vaardigheden) • demanier waarop jemet mensen omgaat en omwilt gaan (houding) Formuleer een leerdoel concreet. Bijvoorbeeld volgens SMART. Dat wil zeggen: S pecifiek M eetbaar

A cceptabel R ealistisch T ijdsgebonden

Voorbeeld van een SMART-leerdoel: Ik wil over eenmaand niet meer gespannen zijn als ik met een groepje kinderen werk. Dat merk je aanmijn ontspannen houding en de rustige toon vanmijn stem. Jemerkt het ook aan en demanier van reageren van de kinderen doordat ze geïnteresseerd zijn en vragen stellen. Ik kan tijdens de verzorging een gesprek voerenmet de zorgvrager. Dat gaat me nu nog niet goed af en dan vallen er vervelende stiltes. Ik wil leren om een gesprek op te bouwen.

Bij de eerste stap in de Wegwijzer, het ‘oriënteren’ bekijk je wat jemoet doen, met welke resultaten en waar je op beoordeeld wordt.

In je POP schrijf je: • wat jouw leerdoelen of leervragen zijn bij de opdrachten in de beroepsprestatie of proeve, maak daarbij onderscheid in kennis, vaardigheden en houding • bij welk werkproces en bijbehorende competentie(s) deze leerdoelen horen • jemotivatie om aan deze competenties te werken

Bespreek je POPmet je begeleider.

35

KOMPAS

Made with