CZW1HE90005

Vragen die je kunnen helpen om je planning temaken van opdracht A . • Wanneer hebben jullie het samenwerkingscontract klaar? • Welk thema ga je gebruiken voor de kruiswoordpuzzel? • Wie en wat hebben jullie hierbij nodig? • Wat heb je nodig om een kruiswoordpuzzel temaken? • Waar en door wie laten jullie de kruiswoordpuzzel maken? • Hoe zorg je voor schriftelijke feedback? • Wanneer lever je de bewijzen in? Vragen die je kunnen helpen om je planning temaken van opdracht B . • Welke opdrachten of onderwerpen gaan jullie gebruiken om te vergaderen? • Wie doen allemaal meemet de vergaderingen? • Wanneer is iemand notulist of voorzitter? Vragen die je kunnen helpen om je planning temaken van opdracht C . • Wie kan ik om hulp vragen bij het maken van de test? • Wat zijn demoeilijke woorden in de test en weet ik wat ze betekenen? • Wanneer laat ik de uitslag zien aanmijn begeleider en een groepsgenoot? • Wanneer lever ik bewijzen in? Vragen die je kunnen helpen om je planning temaken van opdracht D . • Welke activiteit wordt er georganiseerd? • Wie zitten er in de commissie? • Wat schrijven jullie in de notulen? • Waar houden jullie de vergaderingen? • Wanneer lever je de bewijzen in?

• Waar wordt de activiteit uitgevoerd? • Wanneer wordt de activiteit gedaan? • Wanneer lever je de bewijzen in?

E . Vervangende opdracht. Je kiest hiervoor omdat een andere opdracht beter aansluit.

Als jij en je begeleider tevreden zijn over de planning, ga naar de volgende stap. Je kunt het schrijven ook gebruiken om je Nederlands te oefenen en te toetsen.

49

KOMPAS