00659130007

00659130007

PROJECTWIJZER 6 Leerjaar 2

Carrosserie en Milieu

MOTORVOERTUIGENTECHNIEK

WERKPLAATSMANAGER/TECHNISCH SPECIALIST MOBILITEITSBRANCHE

Begeleidershandleiding leid r leidin

Projectwijzer 6 Carrosserie en Milieu Motorvoertuigentechniek

Opleidingssoort

Werkplaatsmanager/Technisch Specialist mobiliteitsbranche

Kwalificatiestructuur Techniek

Niveau

BOL 4

Versie

3 2012- 2013

Artikelnummer 00659130007

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Directie en managementteam M.Wouters, L. Fine, B. Huijberts, A. Pijnenburg, I. Rabelink

Ontwikkelteamleider Bert Grutters

Ontwikkelteam Bert Grutters, Ab Pothmann

Eind Redactie Marjo Brok

Ontwerp en opmaak Studio Blanche: HennyWitjes

Foto’s en afbeeldingen Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2013 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Consortium Beroepsonderwijs. Stichting Consortium Beroepsonderwijs Stichting

3

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

Inhoud

1

Thema

5

2

Project-Start-Up (PSU)

7

3

Project ‘Carrosserie en Milieu’

11

Fase 1

Oriëntatie

12

Fase 2

Plan vanAanpak

16

Fase 3

Realisatie

18

Fase 4

Evaluatie

21

Bijlagen

23

Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11 Bijlage 12 Bijlage 13

Brainstormsessie

24 26 27 28 29 30 32 33 34 36 38 40 42

Het maken van notulen

Format Plan van Aanpak (fase 2)

Tijdsplanning Plan van Aanpak (deel)project

Criterialijst Presenteren

Criteria verslagen

Beoordelingsformulier verslag Handreiking reflectieverslag

Beoordeling Go – No-Go

Beoordelingsformulier medestudenten

BPV-opdracht A: Carrosserie

BPV-opdracht B: Milieu

Monitor PW 6

4

TECHNIEK

5

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

1 < < Thema >>

Algemeen

Aanwijzingen voor de begeleider

Beste docent,

In projectwijzer 6 (PW6 ) gaat de student zich bekwamen in de thema’s carros- serie en milieu. Ook zal hij na dit project de keuze moeten maken de opleiding af te ronden alsWerkplaatsmanager ofTechnisch Specialist. Het hebben van de juiste kennis, vaardigheden en het tonen van de juiste attitude (beroeps- houding) zal de student weer verder moeten ontwikkelen. Door zoveel mogelijk de opdrachten uit deze projectwijzer in de (gesimuleerde) beroeps- praktijk uit te laten voeren, zal hij deze ontwikkelen.

Wij wensen u veel succes met het competentiegericht opleiden in uw ROC.

Beste student,

De titel van deze projectwijzer is: ‘Carrosserie en Milieu’. De onderwerpen waar je binnen deze projectwijzer mee bezig gaat, betreffen ‘herstelwerkzaamheden aan voertuigen’ en ‘het milieu’. Carrosserie Deze projectwijzer is te gebruiken voor studenten die zich willen gaan speciali- seren in de motorvoertuigen-, schadeherstel- en carrosseriebranche. Voor degenen die de keuze voorTechnisch Specialist maken is aandacht besteed aan de actieve en passieve veiligheid van een voertuig en het herstel hiervan na een schade.

6

TECHNIEK

Milieu De uitvoering, van de wet- en regelgeving voor het milieu, valt onder de verant- woording van deWerkplaatsmanager en deTechnisch Specialist en zal dan ook in deze projectwijzer uitgebreid aan de orde komen. Iedereen heeft te maken met het milieu.We leven samen op deze planeet en dat is de bindende factor. De keuze is aan jou Dit is de laatste projectwijzer voordat je een definitieve keuze maakt om de opleiding af te ronden alsWerkplaatsmanager of alsTechnisch Specialist. Heb je al een keuze gemaakt in welke richting je verder wilt, dan kies je een project dat past bij de door jou gemaakte keuze. In deze projectwijzer ga je de onderdelen ‘Carrosserie en Milieu’ in de voor jou toepasbare keuze uitwerken. Je maakt een keuze tussen: Studie loopbaan Na deze laatste projectwijzer komt het moment dat je een keuze moet maken tussen een regelaar of sleutelaar. Beide beroepen bevatten verschillende compe- tenties omdat er verschillende werkprocessen zijn. Denk daarbij aan het verschil in kijken naar de commercie en de techniek. Kijk bij het maken van een keuze ook naar het kwalificatiedossier en bekijk en vergelijk de bijbehorende kerntaken, werkprocessen en competenties met elkaar. Vraag je daarbij af of benoemde werkprocessen en competenties overeenkomen met het beeld dat je hebt van je toekomstige beroep. In projectwijzer 5 hebben jullie een symposium georgani- seerd waarbij je misschien al gemerkt hebt welke werkzaamheden,’regelen of sleutelen’, je het beste lagen. Als er nog twijfels zijn, moet je je nog verder oriënteren. • werkplaatsmanager voertuigentechniek • werkplaatsmanager schadeherstelbedrijf • werkplaatsmanager carrosseriebedrijf • technisch specialist.

In de bijlagen 11 en 12 vind je de BPV-opdrachtenA en B. Deze hebben betrekking op de carrosserie en het milieu. Je voert de opdrachten uit in overleg met je begeleider op school en je BPV-begeleider.

7

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

2 < < Project-Start-Up (PSU) >>

Aanwijzingen voor de begeleider

Ook bij deze projectwijzer is er sprake van meerdere projecten. Belangrijk is het dat de studenten een definitieve keuze maken welke richting zij in leerjaar 3 gaan volgen. Bij de samenstelling van de projectgroepen moet hier rekening mee worden gehouden. Het is de bedoeling dat de projectgroepen beroepsgerelateerde projecten opleveren. Deze projectwijzer bestaat uit 2 projecten en de daarbij behorende deelprojecten.

Project A: Carrosserie Project B: Milieu

Het verdient aanbeveling om het startpunt de eerste keer gezamenlijk met alle betrokkenen en begeleiders door te nemen. Als begeleider bepaalt u, eventueel in overleg met de studenten, hoe de groepssamenstelling voor deze projecten eruit gaat zien.

In de bijlagen 11 en 12 vindt u de BPV-opdrachten, die betrekking hebben op carrosserie en het milieu.

In deze projectwijzer staan de projecten Carrosserie en Milieu centraal. Belangrijk is het dat je een keuze hebt gemaakt voor je toekomstige beroep. Bij de uitwerkingen van de projecten zul je het resultaat hierop af moeten stemmen. Voor de werkplaatsmanager motorvoertuigentechniek en werkplaatsmanager schadeherstel betekent dit dat zij het complete traject in kaart brengen, van binnenkomst van een schade tot het overdragen aan de klant na een reparatie. De werkplaatsmanager carrosseriebouw laat zien hoe een offerte tot stand komt, waarbij rekening gehouden is met de wensen van de klant, benodigde tijd, materialen en hulpmiddelen. Dit is project A. Project B is het in kaart brengen van alle zaken die betrekking hebben op de wet- en regelgeving binnen het autobedrijf. Project B is ook van toepassing voor deTechnisch Specialist. Project A voor de Technisch Specialist is het uitwerken van onderwerpen die te maken hebben met actieve en passieve veiligheid, die ingebouwd is in moderne voertuigen.

8

TECHNIEK

Carrosserie Binnen de autobranche is het vanzelfsprekend dat het afhandelen van schades door de werkplaats een onderdeel is van de omzet. Er worden dan ook afspraken gemaakt met schadebedrijven over de reparatie van een schade en de levering van originele onderdelen. Daarom is het van belang dat een werkplaatsmanager bekend is met het gehele proces. Een aantal dagen meelopen in een schadeher- stelbedrijf tijdens je stage zal veel informatie opleveren. Dit geldt ook voor de Technisch Specialist. Milieu De bedrijfstak voor de mobiliteits- en schadebranche heeft dagelijks te maken met het milieu. Dit kan zowel de wet- en regelgeving zijn alsook de praktische uitvoering. De uit te voeren onderzoeken en opdrachten zullen dan ook in deze sfeer liggen. Je zult vanuit je toekomstige positie in de bedrijven moeten gaan kijken. De koppeling naar de praktijk is van groot belang. Denk alleen maar aan de afvalstroom die een autobedrijf en een schadeherstel- bedrijf dagelijks moeten verwerken. Je moet controleren wat het bedrijf ingaat en uitgaat. Denk bijvoorbeeld aan de registratie van het koudemiddel bij het vullen van airco’s.

9

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

Procesgang project 6

10

TECHNIEK

Wat zijn de verwachtingen en hoe weet je waaraan je moet voldoen?

Zoals je in vorige projectwijzers hebt gelezen moet je alsWerkplaatsmanager/ Technisch Specialist beschikken over twee ‘soorten’ competenties: • vakmatige competenties: de competenties uit het Kwalificatiedossier • competenties uit het Brondocument Loopbaan en Burgerschap. In dit project werk je aan kerntaken, werkprocessen en competenties uit het document LB en het Kwalificatie DossierWerkplaatsmanager/Technisch Speci- alist Mobiliteitsbranche. Afhankelijk van welk beroep je gekozen hebt, krijg je te maken met onderstaande werkprocessen. Het zijn kerntaak 3 (TS) met de werkprocessen 3.1, 3.2, 3.3 en kerntaak 1 (WM) met het werkproces 1.4, kerntaak 2 (WM) met het werkproces 2.3, kerntaak 3.1, 3.3, 3.4, kerntaak 4 (WM) met de werkprocessen 4.1, 4.3, 4.4, 4.5 en kerntaak 5

(WM) met de werkprocessen 5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 5.6. Deze kun je terugvinden in het Basisdocument.

11

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

3 < < Project ‘Carrosserie en Milieu’ >>

12

TECHNIEK

Oriëntatie

Oriëntatie

Fase 1

Aanwijzingen voor de begeleider

Afhankelijk van de (voorlopige) beroepskeuze wordt door de begeleider, in overleg, de projectgroepen samengesteld. Doelstelling is dat studenten beide projecten op hun eigen vakgebied gaan uitwerken.

In deze projectwijzer is sprake van twee projecten: Project A: Carrosserie Project B: Milieu

Project A: Carrosserie Werkplaatsmanager motorvoertuigen De student moet het volledige proces voor de afhandeling van een schade in kaart brengen. Mogelijke deelprojecten zijn: • communicatie met klant en schadeherstelbedrijf • aanname van een schade • het opnemen van een schade • reële inschatting schade en tijdsplanning

• logistiek proces vervoer voertuigen • logistiek proces levering materialen • afspraken met schadeherstelbedrijf • facturatie • enz.

13

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

Werkplaatsmanager schadeherstel De student moet het volledige proces voor de afhandeling van een schade in kaart brengen. Mogelijke deelprojecten zijn: • communicatie met klant en schadeherstelbedrijf • aanname van een schade • het opnemen van een schade • reële inschatting schade en tijdsplanning • logistiek proces vervoer voertuigen • logistiek proces levering materialen • afspraken met autobedrijf en klanten • facturatie • plaatwerken, meten en richten, verbindingstechnieken, voorbewerken • enz.

Werkplaatsmanager carrosseriebouw De student gaat bepalen wat nodig is om een juiste dienst uit te voeren bij het

werken aan carrosserieën. Mogelijke deelprojecten zijn: • bepalen en bewaken werkopdracht • voorbereiden werkzaamheden • wijzigingen aan het chassis • wet- en regelgeving over veranderingen aan de carrosserie • enz.

Technisch Specialist Mogelijke deelprojecten zijn: • actieve veiligheidssystemen • passieve veiligheidssystemen • inregelen van regelsystemen • uitlijnen • enz. Project B: Milieu Mogelijke deelprojecten zijn: • wet- en regelgeving • betrokken instanties • innovatie • kostenaspect • imago • uitvoering in de praktijk • enz.

14

TECHNIEK

Doelstelling bij deze projectwijzer is dat de student met gebruikmaking van de verkregen informatie uit fase 1 en fase 2 dit in fase 3 bij een (BPV-) bedrijf gaat realiseren. Het is niet aan te bevelen beide projecten tegelijkertijd uit te laten voeren. Als begeleider bepaalt u de volgorde. De projecten zijn ook uit te voeren als uw ROC geen schadeafdeling heeft. De opdrachten die in een bedrijf uitgevoerd worden, zijn in enkele dagen te realiseren. Het is dus niet nodig voor deze projecten een langdurige BPV te organiseren. Gastlessen door experts geven studenten belangrijke informatie. Denk daarbij aan uitdeuken zonder spuiten, spot repair, schade-expertise of lakdes- kundige, maar ook milieudeskundigen van branche en overheidsorganisaties. In de mobiliteitsbranche staat de innovatie, als het gaat om de carrosserie van auto’s, niet stil. Natuurlijk is de vormgeving van de carrosserie aan mode en trends onderhevig. Ook worden er nieuwe materialen toegepast. Reden hiervoor is dat de nieuwe materialen mogelijk lichter en sterker zijn. Het verlagen van het totale gewicht van het voertuig kan leiden tot een lager brandstofgebruik, wat weer gunstig is voor het milieu. De veranderingen leiden tot het toepassen van nieuwe technieken bij bijvoor- beeld schadereparatie. Ook de vorm van een voertuig kan van invloed zijn op een lager brandstofgebruik. Denk hierbij aan de luchtweerstand van een voer- tuig. Daarom staat de ontwikkeling nooit stil. Ook zijn de werkzaamheden in de mobiliteitsbranche belastend voor het milieu. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de oliën en vetten die men gebruikt bij onderhoud aan voertuigen. Maar ook oude banden, accu’s e.d. zijn belastend voor het milieu. Daarom zijn alle bedrijven verplicht zich te houden aan de wet- en regelgeving die gelden voor het milieu.

Hier is het een en ander te herstellen.

15

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

In deze projectwijzer krijgt de projectgroep, in overleg met je begeleider, twee projecten aangewezen. Project A betreft Carrosserie. Project B gaat over het Milieu. Afhankelijk van je eventuele toekomstige beroepskeuze zul je in een project- groep ingedeeld worden. Tip Bij het kiezen van de onderwerpen voor je deelprojecten is het raadzaam je BPV- bedrijf te raadplegen. Misschien dat zij een wens hebben over de te kiezen onderwerpen. Opmerking Zoals al eerder vermeld is, wordt er vanaf PW4 meer zelfstandigheid en zelf- werkzaamheid van je verwacht. De structuur voor het aanpakken van deze projecten is gelijk aan de voorgaande projecten. Kijk dan ook regelmatig terug hoe je dat in vorige projecten hebt gedaan. Activiteit Werk fase 1 uit door in het overleg te onderzoeken welke deelprojecten je voor project A en B (bijlagen 11 en 12) gaat uitwerken in een (BPV-) bedrijf en leg dit vast. Sluit fase 1 af.

Milieu heeft met je omgeving te maken, maar ook maar ook met jezelf.

In te leveren producten • Groep:

Notulen van de brainstormsessies

• Groep: • Groep:

Lijst schadeafhandeling/reparatie/ontwikkelingen/processen

Lijst met aandachtsgebieden milieu

• Individueel: Evaluatieverslag • Individueel: Logboek / Urenverantwoording

16

TECHNIEK

Plan van Aanpak

Plan van Aanpak (Projecten)

Fase 2

Aanwijzingen voor de begeleider

Als begeleider ziet u erop toe dat projectgroepen twee maal een Plan van Aanpak opleveren omdat deze projectwijzer weer uit twee afzonderlijke projecten bestaat. Let op: Een Plan van Aanpak bestaat niet alleen uit een tijdsplanning. Zie de bijlagen 3 en 4. Dit geldt ook voor de deelprojecten.

Door je begeleider zijn in overleg twee projecten aangewezen. Beide projecten A en B krijgen dus hun eigen Plan van Aanpak!

In deze fase maak je een compleet Plan van Aanpak met tijdsplanning en kies je de projecten en deelprojecten die jullie gaan uitvoeren.

Opmerking De structuur voor het aanpakken van deze fase is gelijk aan die in de voorgaande projectwijzers. Kijk dan ook regelmatig terug hoe je de vorige projectwijzers hebt aangepakt. Activiteit Werk fase 2, het maken van een Plan van Aanpak, voor het project uit. Sluit na het voltooien hiervan fase 2 af.

Aanwijzingen voor de begeleider

Persoonlijke leerdoelen in de gaten houden.

In de beoordelingsmonitor voor projectwijzer 6 is aangegeven aan welke competenties gewerkt zal worden. Het is verstandig om de competenties op te nemen die vermeld staan: ‘Bereidt opdracht voor’ en ‘Zijn eigen werk controleren’. Laat de student weten dat hij niet alle vereiste competenties ineens hoeft te bezitten c.q. te verwerven.

17

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

In te leveren producten • Projectgroep: Overzicht tijdsindeling van de deelprojecten • Projectgroep: Plan van Aanpak project A en B • Projectgroep: Groepslogboek • Individueel: Persoonlijk logboek / Urenverantwoording

18

TECHNIEK

Realisatie

Realisatie Project A en B

Fase 3

Aanwijzingen voor de begeleider

In het Plan van Aanpak van het project hebben de projectgroepen vastgelegd welke subgroep wat (deelprojecten) en wanneer gaat doen. Het is de bedoeling dat de afzonderlijke studenten nu eerst hun project A of B uitwerken, alvorens de projectgroep fase 3 van het project gaat uitwerken. Afwijkend ten opzichte van de voorgaande projectwijzers ga je zelfstandig het project A of B in een (BPV-)bedrijf uitwerken. Houd goed de voortgang in de gaten en overleg regelmatig met je begeleider in het bedrijf, de begeleider op school en je projectgroep. Activiteit Overleg met je BPV-begeleider en begeleider op school welk project je eerst gaat aanpakken. Werk het toegewezen project in het (BPV-)bedrijf uit. Gebruik hiervoor de bijlagen 11 en 12.

In te leveren producten • Individueel: Plan van Aanpak deelproject A en B • Individueel: Uitwerking project A • Individueel: Uitwerking project B • Individueel: Persoonlijk logboek / Urenverantwoording

19

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

RealiRealisatie

Realisatie Project A en B

Fase 3

Aanwijzingen voor de begeleider

In fase 3 wordt van de studenten verwacht dat zij hun uitwerkingen en kennis gaan delen met de andere leden van de projectgroep. Het is belangrijk om het bedrijfsleven hierbij te betrekken. De deelprojecten zullen grotendeels in samenwerking met het bedrijfsleven tot stand komen. Voor bedrijven en de school is dit ook een uitgelezen moment om te kunnen netwerken. Voor u als begeleider de belangrijke taak om de fase Realisatie van het project de projectgroepen aan te sturen. In Fase 3 wordt van de projectgroep verwacht dat ze gezamenlijk het Plan van Aanpak realiseren, namelijk het bundelen van de deelprojecten in een verslag. Afsluitend zal door elke projectgroep een presentatie van het project aan de andere projectgroepen gegeven worden.

Het resultaat mag weer gezien worden.

20

TECHNIEK

Activiteit Organiseer een bijeenkomst met de andere groepsleden en deel de verkregen ervaring, informatie en kennis, d.m.v. een korte presentatie. Sluit in overleg met je begeleider fase 3 af.

Het milieu is continu in beweging.

In te leveren producten • Projectgroepen:

Overzicht uitgevoerde (deel)projecten

• Projectgroep: • individueel: • Individueel:

Groepslogboek

Presentatie project A en B

Persoonlijk logboek / Urenverantwoording

21

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

Evaluatie

Fase 4

Aanwijzingen voor de begeleider

Bekijken of alle doelen behaald zijn. Wat ging goed, fout?Waaromwel, niet?

In het reflectieverslag moeten de zaken die goed en minder goed zijn verlopen. worden beschreven. Laat de student in de spiegel kijken. Hierdoor leert hij inzicht te krijgen in zijn eigen functioneren en hoe anderen daartegen aankijken. Bespreken van de beoordelingsformulieren die ingevuld zijn tijdens de observaties. In deze fase van de opleiding is het moment gekomen ommet de student het vervolg van zijn opleiding en eventuele keuze (Werkplaatsmanager of Technisch Specialist) te bespreken.

De begeleider moet de wijze waarop de student gefunctioneerd heeft in de projectgroep per project schriftelijk beoordelen.

Alle verzamelde gegevens en producten (portfolio) worden besproken tijdens een zogenaamd assessment.

Nu alle projectactiviteiten achter de rug zijn, is het tijd om te kijken wat er goed en minder goed ging tijdens het project. Je kijkt terug en bespreekt samen hoe de deelprojecten en het totale project zijn verlopen. Als iets niet zo is verlopen als verwacht, dan moet je verbeterpunten kunnen aangeven waaraan je in de volgende projectwijzer gaat werken.

Activiteit Werk Fase 4 van het project met je projectgroep uit en sluit Fase 4 af.

22

TECHNIEK

Aanwijzingen voor de begeleider

Beoordelen op de wijze waarop competenties zijn ontwikkeld.

De begeleider/coach zal vooraf duidelijk moeten maken via bijvoorbeeld documenten op welke wijze bekeken wordt of bepaalde competenties zijn ontwikkeld of er een begin mee is gemaakt. Uitleg over de beoordeling (DAG) is opgenomen in het Basisdocument.

Een optie is het om contact met de BPV- begeleider op te nemen om de ervaringen van hemmee te nemen bij de beoordeling.

Schrijven van een reflectieverslag In het Basisdocument staat aangegeven hoe een reflectieverslag er uit moet zien. Een voorbeeld vindt u in bijlage 8. Bespreken beoordelingsformulieren ingevuld tijdens observaties De coach/begeleider moet de wijze waarop de student gefunctioneerd heeft in de projectgroep per projectwijzer ook schriftelijk beoordelen. De coach/begeleider observeert de projectgroep en de afzonderlijke leden en legt die observaties vast. In deze fase van de opleiding moeten bij de beoordeling steeds meer de criteria aangehouden worden zoals deze in het kwalificatiedossier zijn beschreven onder de competenties en prestatie-indicatoren. Alle verzamelde gegevens (beoordelingsmonitor) en producten (portfolio) worden besproken tijdens een zogenaamd assessment. Er wordt aangegeven aan welke (verbeter)punten er gewerkt moet worden bij de volgende projectwijzer.

In te leveren producten • Projectgroep: Reflectieverslag (project A en B) • Projectgroep: Kopie onderlinge groepsbeoordeling • Projectgroep: Logboek / Urenverantwoording • Individueel: Reflectieverslag deelproject(en) • Individueel: Persoonlijk logboek / Urenverantwoording • Individueel: Bijgewerkt portfolio

23

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

< < Bijlagen >>

24

TECHNIEK

Bijlage 1 Brainstormsessie

Een brainstormsessie is een goede manier om tot nieuwe ideeën en inzichten te komen. Er wordt effectief gebruik gemaakt van de kennis van alle betrokken studenten. Maar hoe organiseer je nu een brainstormsessie? Voorbereiding Wat is de inhoud van de sessie? Doel van de sessie: In kaart brengen van de opdracht en de onderliggende deelprojecten. Uitvoering en organisatie De begeleider begeleidt het proces als sessieleider en noteert alles op een bord/ flap-over. Er wordt een notulist aangewezen, die het uiteindelijke resultaat notuleert. De overige leden van de projectgroep zijn deelnemer. Bepaal een datum en tijdstip Creativiteit kent geen tijd, maar bepaal dus wel een starttijd. Laat de sessie duren zolang als nodig is. Start bij voorkeur ‘s ochtends wanneer iedereen nog fris is. Bepaal een locatie Kies bij voorkeur een locatie waar er ongestoord gewerkt kan worden. Bekijk in hoeverre de locatie ingericht kan worden voor het doel. Zorg voor voldoende papier, zodat iedereen naar hartenlust losse gedachten op kan schrijven, teke- ningen kan maken enz. Bespreek de (gedrag)regels, dit is noodzakelijk om het maximale uit een brain- stormsessie te halen. Bijvoorbeeld: niet door elkaar praten, geen kritiek geven in de ideeënfase. Deelnemers moeten zich aan het onderwerp houden, elkaars meningen en inzichten respecteren. Zorg voor een ontspannen sfeer. Een informele sfeer stimuleert het creatieve proces. Ideeën- generatiefase In deze fase is het van belang om zoveel mogelijk ideeën te verzamelen en leg je alle ideeën vast. Er bestaan geen stomme of slechte ideeën, dus in deze fase niet gaan bekritise- ren of evalueren. Het gaat in deze fase om kwantiteit niet om kwaliteit. Houd de vaart erin. De sessie zelf Start sessie. Bespreek het doel van de dag en het centrale thema. Bespreek van tevoren de rol van de sessieleider en de notulist.

Het resultaat van de eerste fase van een brainstormsessie is een groot aantal losse en zeer diverse ideeën waarvan nog niet vaststaat of ze zinnig zijn of niet.

25

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

Selectiefase Ideeën kunnen nu ingedeeld worden in categorieën. Bepaal welke onderlinge samenhang er te ontdekken is. Vervolgens kunnen de meest bruikbare ideeën geselecteerd worden. Ideeënontwikkelingsfase De meest bruikbare ideeën kunnen nu worden uitgewerkt. In deze fase wordt bepaald welke zaken er nu echt van belang zijn en welke niet. Bespreek ook wat niet strikt noodzakelijk is, maar wel bruikbaar kan zijn.

Afronding De notulist legt de uitkomsten van de sessie vast.

26

TECHNIEK

Bijlage 2 Het maken van notulen

Aanwezig:

Afwezig:

(deel)Project :

Datum:

Nr.

Welke werkzaamheden

Wie

Wanneer klaar

Afgehandeld ja nee

001

002

003

004

005

006

007

27

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

Bijlage 3 Format Plan van Aanpak (fase 2)

• Voorblad • Inhoudsopgave • Achtergronden • Projectopdracht • Projectactiviteiten • Producten • Projectorganisatie • Tijdsplanning

Op het Voorblad wordt jullie logo, de titel van het project, de datum, de versie en de namen van de uitvoerders gezet.

De Inhoudsopgave wordt automatisch gegenereerd.

De Achtergronden geven bijvoorbeeld weer hoe het project tot stand gekomen is.

De Projectactiviteiten zijn de uit te voeren activiteiten en wie ze gaat uitvoeren.

Bij het hoofdstuk Producten geef je aan wat je precies gaat opleveren.

De Projectorganisatie geeft aan wie aan het project meewerkt en welke onderlinge taakverdeling er is.

Een Planning kan gemaakt worden met behulp van een tijdsplanning. Een planning moet in ieder geval zo overzichtelijk mogelijk worden weergegeven.

28

TECHNIEK

Bijlage 4 Tijdsplanning Plan van Aanpak (deel)project

Plan van Aanpak (nog in te vullen)

Project: Mobiliteitsbranche

weeknummer 1

weeknummer 2

weeknummer 3

ma di

wo do vr

ma di

wo do vr

ma di

wo do vr

Activiteit Waar

Welke Wie

Activiteit Waar

Welke Wie

Enzovoort

29

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

Bijlage 5 Criterialijst Presenteren

Presentatiestructuur

Inleiding • aandacht van publiek winnen • jezelf voorstellen • onderwerp en doel presentatie aangeven • onderdelen die je gaat behandelen weergeven • tijdsduur, vragen, procedure etc. aangeven Kern

• logische overgangen tussen de diverse onderdelen • logische opbouw binnen de diverse onderdelen • regelmatige samenvattingen Slot • samenvatting en/of conclusie Presentatie-inhoud Voorbereiding groepspresentatie • afspraken over inhoud en verdeling projecttaken • vooraf de inhoud kennen van elkaars presentatie • start eindpresentatie met een algemene inleiding • elke student hanteert een spreekschema Technische inhoud

• technische diepgang • technisch verantwoord Algemene inhoud • doelgericht • publieksgericht

Presentatietechniek

Hulpmiddelen • juiste keuze van hulpmiddelen • juist gebruik van hulpmiddelen • goede kwaliteit en verzorging van het illustratiemateriaal

Communicatieve vaardigheden • staat ontspannen voor de groep • spreekt duidelijk • maakt complete zinnen • heeft een goed spreektempo • spreekt met voldoende volume • praat levendig • komt overtuigend over op de groep • heeft oogcontact voor de luisteraars • heeft overzicht voor de groep

30

TECHNIEK

Bijlage 6 Criteria verslagen

Wat is het doel van het verslag In vrijwel elke stap van een projectwijzer krijg je de opdracht om een verslag te maken. In het verslag zul je vaak een overzicht moeten geven van de handelingen die je verricht hebt tijdens de uitvoering van de projectwijzer. Je zult ook geregeld moeten verantwoorden waarom je iets wel of niet gedaan hebt. Voor wie schrijf je het verslag? Meestal schrijf je het verslag voor één van je begeleiders of je projectgroepsle- den. Spreek met hen goed af wat ze van jouw verslag verwachten. De indeling van een verslag 1. Titel (pagina) Dit moet een titel zijn, waarmee je de projectwijzer duidelijk aangeeft. 2. Algemene gegevens: Naam : Je volledige voor- en achternaam. Naam leden projectgroep : De volledige voor- en achternamen van iedereen waarmee je de projectwijzer uitgevoerd hebt. Klas : De klas waarin je zit. Datum van inlevering : De uiteindelijke datum waarop je het verslag bij je begeleider inlevert. 3. Inleiding Schrijf hier een korte inleiding op wat komen gaat. Noem de reden waarom je de opdracht uitvoert en beschrijf heel kort wat de opdracht inhoudt. 4. Doel(en) De hoofdvragen die je in deze stap van de projectwijzer gaat beantwoorden. Schrijf ze puntsgewijs op. Let goed op tijdens de uitvoering van de projectwijzer, wat je docenten, praktijkopleiders ter plekke nog melden. 5. Je verwachting Wat verwacht je in deze projectwijzer te leren? Denk daarbij aan de theorie en de praktijk. 6. Benodigdheden Alle benodigdheden voor deze projectwijzer op een rijtje. Omschrijf de benodigdheden zo precies mogelijk. Gebruik de juiste namen. Schrijf ze altijd op, terwijl je nog met de projectwijzer bezig bent, zodat je niets vergeet. 7. Conclusie(s) Schrijf ook op wat je geleerd hebt in de theorie en de praktijk. Samenhang en logische opbouw

31

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

8. Bronvermelding Maak hier een lijst van boeken en internetadressen en andere informatiebron- nen, die je bij deze opdracht gebruikt hebt. Wees hierin zo uitgebreid mogelijk! Woordgebruik en woordenschat Verklaar de vaktermen en afkortingen als ze niet door iedereen gebruikt wor- den. Blijf zakelijk, laat je gevoelens en emoties niet meespelen in het verslag. Spelling, interpunctie en grammatica Zorg voor correcte spelling en zinsbouw. Laat je verslag eerst door een ander nalezen als je jezelf onzeker voelt op dit punt. Leesbaarheid Schrijf je verslag kort en puntsgewijs op. Houd een logische gedachtegang vast.

32

TECHNIEK

Bijlage 7 Beoordelingsformulier verslag

Beoordeling verslag Projectwijzer:

Namen: Projectgroep: Beoordelaar:

Begeleider: Titelpagina • schrijver(s) (voor- en achternaam) • studiejaar, klas (evt. projectgroepgroep) • opdrachtgever begeleider

Onvoldoende

Voldoende

• beoordelaar • inleverdatum • ruimte voor cijfer en/of beoordeling Inhoudsopgave • complete weergave inhoud verslag • decimale hoofdstuk- en paragraafnummering • paginanummering Inleiding • beschrijving van het onderwerp (inhoud en doel) van de taak • werkwijze (Plan van Aanpak) • werkverdeling (alleen indien sprake is van groepswerk) Kern; de uitwerking van de opdrachten • logische opbouw tussen hoofdstukken en (sub)paragrafen • logische opbouw binnen hoofdstuk • correcte en passende illustraties, tekeningen, grafieken etc. • correcte verwijzingen (bronnen, illustraties, tekeningen etc.) • technische diepgang Slot • samenvatting en/of conclusie (Iet op doel verslag) Bronvermelding • correcte en volledige weergave van de bronnen Bijlage(n) • correcte nummering • correcte verwijzing naar kern Tekstverzorging • correcte spelling • correcte formulering in eigen woorden/citaat met bronvermelding • lay-out gebruik van TAB of Insprong • inhoud voettekst: le naam; Titel; Klas; Datum • paginanummering elke bladzijde Algemeen

• publieksgericht (inhoud/taalgebruik/uiterlijk) • doelgericht (bevat alleen relevante informatie)

33

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

Bijlage 8 Handreiking reflectieverslag

Invulformulier reflectieverslag

Reflectieverslag Student:

Studentnummer:

Opleidingsinstituut:

BPV-bedrijf:

Werkproces STARRT

Uitwerking

Wat was de Situatie ? • Wat was de situatie? • Wat gebeurde er? • Wie waren er bij betrokken? • Waar speelde de situatie zich af? • Wanneer speelde de situatie zich af? • Wat verwachtte je van de situatie? Wat was jouw Taak ? • Wat was jouw taak? • En die van de anderen? • Wat werd er van je verwacht? • Wat wilde je bereiken? • Wat verwachtte je van jezelf in die situatie? • Wat vond je dat je moest doen? Welke Actie ondernam je? • Wat heb je precies gedaan? • Hoe was je aanpak? • Hoe gaf je vorm aan je handelen? • Hoe reageerden anderen op jou? • Wat heb je vervolgens gezegd/gedaan? Welke Resultaat had dat? • Hoe is de actie afgelopen? • Wat was het resultaat van je handelen? • Wat was het resultaat bij de anderen? Hoe kijk je erop terug? Reflectie • Welke competentie(s) heb je laten zien? • In hoeverre heb je je doel bereikt? • Hoe waardeer je jezelf hierin? • Wat heb je ervan geleerd? • Wat zou je anders doen? Welke Toepassingsmogelijkheden zie je voor je toekomst? Bij welk werkproces is het geleerde nog meer

van toepassing? Ondertekening

Beoordelaar

Beoordeling

Naam Functie Datum

34

TECHNIEK

Bijlage 9 Beoordeling Go – No-Go

TABEL Go – (No-Go) Fase 1 Oriëntatie Vragenlijst en aantekeningen gemaakt tijdens de gesprekken Resultaat van de brainstormsessie, notulen Lijst met gekozen deelprojecten Logboek/ urenverantwoording TABEL Go – (No-Go) Fase 2 Plan van Aanpak Overzicht tijdsindeling van de deelprojecten Planning competenties waaraan gewerkt wordt Groepslogboek

Opmerkingen begeleiders

Datum Projectbegeleider Paraaf

Go

Go

Go

Go

Go

Opmerkingen begeleiders

Datum Projectbegeleider Paraaf

Go

Go

Plan van Aanpak (deelproject)

Go

Logboek/ urenverantwoording

Go

Go

Groepslogboek

35

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

TABEL Go – (No-Go) Fase 3 Realisatie Overzicht uitgevoerde opdrachten

Opmerkingen begeleiders

Datum Projectbegeleider Paraaf

Go

Go

Verslag (deelproject)

Presentatie (deelproject)

Go

Go

Verslag Project

Go

Presentatie Project

Go

Groepslogboek

Logboek/ Urenverantwoording

Go

TABEL Go – (No-Go) Fase 4 Evaluatie

Opmerkingen begeleiders

Datum Projectbegeleider Paraaf

Reflectieverslag (deelproject)

Go

Logboek/ urenverantwoording

Go

Reflectieverslag project

Go

Go

Beoordelingsformulier

Go

Groepslogboek

Go

Bijgewerkt portfolio

36

TECHNIEK

Bijlage 10 Beoordelingsformulier medestudenten

Projectnaam:

Komt afspraken na Ondersteunt medestudent Neemt initiatieven O V O V O V O V O V O V O V Is een “teamspeler” Levert werk op tijd in Heeft zijn werk voorbereid

Heeft voldoende bijdrage geleverd

Naam projectgroepleden

37

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

Aanwijzingen voor de begeleider De opdrachten 11 en 12 kunnen uitgevoerd worden in een bekend BPV-bedrijf maar ook in een gastbedrijf dat de student zelf zoekt. De zaken die in het kader van deze projecten uitgevoerd moeten worden zijn in enkele dagen te realiseren; er is dus geen lange ‘BPV’-periode voor nodig.

38

TECHNIEK

Bijlage 11 BPV-opdracht A: Carrosserie

Inleiding Zoals bekend staat de techniek niet stil in de autobranche. Trends, wet- en regelgeving maar ook het milieu dwingen fabrikanten door te blijven ontwikke- len. Daarom is het van belang dat je je als toekomstig werkplaatsmanager of technisch specialist gaat verdiepen in deze materie. Je zult begrijpen dat een werkplaatsmanager door een andere bril naar een carrosserie kijkt dan een technisch specialist. Dit is namelijk het verschil tussen de commercie en de techniek.

Afhankelijk van welke beroepskeuze je gaat maken, ga je het project uitwerken op je BPV- (gast)bedrijf.

Werkplaatsmanager De opdracht voor hen die gaan kiezen voor werkplaatsmanager is om het volledige proces bij een schade, van de aanname tot en met de afwikkeling in beeld te brengen. Om je op weg te helpen staat hieronder een aantal onderwerpen,dieje kunt uitwerken. • Aanname schade • Taxatie schade • Keuze herstelmethode • Huurwagen • Reparatie en marges • Garantie • Financiële afwikkeling • Milieu • enz. Onderzoek welke nieuwe ontwikkelingen, op het gebied van schade, voor het bedrijf waar jij stage loopt misschien wel interessant kunnen zijn. Onderzoek ook de bedrijfsvoering van een schadebebedrijf. Mogelijk dat je verbeteringen ziet die kunnen leiden tot een betere efficiëntie en productiviteit. Je moet deze BPV-opdracht duidelijk in beeld gaan brengen met gebruikmaking van de vier fasen. Werk fase 1 en fase 2 eerst uit en overleg dit eerst met je begeleider in het bedrijf en je begeleider op school voordat je het project gaat realiseren. Je maakt je begeleider in het bedrijf ook duidelijk dat hij je moet beoordelen op je werkzaamheden en attitude. Technisch specialist Als je de richting Technisch Specialist hebt gekozen dan is de opdracht om onderzoek te doen naar actieve en passieve veiligheid en controle na een schade bij personenauto’s. Denk hierbij ook aan de innovatie van veiligheidssystemen. Voor de technisch specialist is het ook van belang dat hij zich verdiept in het ‘inleren’ van regelsystemen, uitlijnen e.d. na de reparaties van schades.

39

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

Activiteiten 1. Verzamel de benodigde informatie: lectuur, instructies, procedures enzo- voort. 2. Doe onderzoek naar het door jou gekozen project (d.m.v. interviews, deskre- search e.d.). 3. Overleg met de betrokkenen. 4. Werk de activiteiten 1, 2 en 3 uit en maak een Plan van Aanpak. Oriënteer je eerst op het bedrijf wat er mogelijk is binnen dit project. Bespreek het Plan van Aanpak met je stagebegeleider en stel het eventueel bij. 5. Realiseer het Plan van Aanpak. 6. Maak een verslag van de BPV-opdracht en laat dit beoordelen door je stagebegeleider. 7. Geef, op school, een presentatie over het door jou gekozen project. 8. Laat deze presentatie beoordelen door jouw medestudenten en begeleider. Opmerking Als je op school een presentatie/demonstratie over dit onderwerp houdt, kun je de begeleider uit het bedrijf vragen erbij aanwezig te zijn om jou ook te beoorde- len.

Bedenk wat goed ging en wat minder goed ging bij deze BPV-opdracht. Leg dit vast en doe dit in je persoonlijke logboek.

Beoordeling in de BPV Laat de begeleider de uitwerking van je project zien en bespreek met hem de resultaten zoals vermeld op je beoordelingsformulieren. Hiermee is er een compleet beeld van je getoonde kennis, vaardigheden en houding (competen- ties). In dit project staat in kerntaak 1 uit het kwalificatiedossier WPM het werkpro- ces 1.4 ‘Bewaakt, evalueert en verbetert (werk)processen/ procedures werk- plaats’ centraal. Je werkt aan de volgende competenties:

• Samenwerken en overleggen (E) • Formuleren en rapporteren (J) • Vakkundigheid toepassen (K) • Plannen en organiseren (Q) • Kwaliteit leveren (S)

In te leveren producten • Individueel: Presentatie • Individueel: Verslag communicatieproject • Individueel: Persoonlijk logboek / Urenverantwoording

• Individueel: Beoordeling stagebegeleider • Individueel: Beoordeling medestudenten

40

TECHNIEK

Bijlage 12 BPV-opdracht B: Milieu

Inleiding Behoud van het milieu is zeer belangrijk voor de toekomst. Wereldwijd probeert men aan een beter milieu te werken. Binnen de EU is dan ook de wet- en regelgeving aangaande het milieu vastgelegd. Hier moeten we ons aan houden. Bij de start van een autobedrijf moet de ondernemer eerst een vestigingsvergun- ning bij de gemeente aanvragen. De gemeente doet ook de controle op de naleving van de wet- en regelgeving voor het milieu. Alles wat in het stagebedrijf met het milieu te maken heeft, breng je in kaart. Daarna analyseer je de gegevens. Zoek ook uit wie verantwoordelijk is. Maak een risico-inventarisatieplan en evaluatieplan (RI&E). Daarnaast stel je voor het bedrijf een verbeterplan op. Om je op weg te helpen staan hieronder een aantal onderwerpen. • Oliën, vetten en spuitbussen • Vloeren en opslag gebruiksmateriaal • Opslag en afvoer afvalproducten • Vluchtige stoffen

• Geluid • Kosten • enz.

Aan de hand van de vier fasen breng je deze BPV-opdracht duidelijk in beeld. Werk fase 1 en fase 2 eerst uit en overleg dit eerst met je begeleider in het bedrijf en je begeleider op school alvorens je het project gaat realiseren.

Je geeft je begeleider in het bedrijf aan dat hij je moet beoordelen op je werk- zaamheden en attitude.

Activiteiten 1. Verzamel de benodigde informatie: lectuur, instructies, procedures enzo- voort. 2. Doe onderzoek naar het door jou gekozen project (d.m.v. interviews, deskre- search e.d.). 3. Overleg met de betrokkenen. 4. Werk de activiteiten 1, 2 en 3 uit en maak een Plan van Aanpak. Oriënteer je eerst op het bedrijf wat er mogelijk is binnen dit project. Bespreek het Plan van Aanpak met je stagebegeleider en stel het eventueel bij. 5. Realiseer het Plan van Aanpak. 6. Maak een verslag van de BPV-opdracht en laat dit beoordelen door je stagebegeleider. 7. Geef, op school, een presentatie over het door jou gekozen project. 8. Laat deze presentatie beoordelen door jouw medestudenten en begeleider.

41

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

Opmerking Als je op school een presentatie/demonstratie over dit onderwerp houdt, kun je de begeleider vragen erbij aanwezig te zijn om jou ook te beoordelen.

Bedenk wat goed ging en wat minder goed ging bij deze BPV-opdracht. Leg dit vast en doe dit in je persoonlijke logboek.

Beoordeling in de BPV Laat de stagebegeleider de uitwerking van je project beoordelen en bespreek met hem de resultaten zoals vermeld op je beoordelingsformulieren. Hiermee is er een compleet beeld van je getoonde kennis, vaardigheden en houding (compe- tenties). In dit project staat in kerntaak 1 uit het kwalificatiedossier WPMwerkproces 1.5’Maakt en/of beoordeelt investering, opleiding- en verbetervoorstellen’ centraal.

Je werkt aan de volgende competenties: • Samenwerken en overleggen (E) • Formuleren en rapporteren (J) • Vakkundigheid toepassen (K) • Analyseren (M) • Plannen en organiseren (Q)

In te leveren producten • Individueel: Presentatie • Individueel: Verslag deelproject • Individueel: Persoonlijk logboek / Urenverantwoording

• Individueel: Beoordeling stagebegeleider • Individueel: Beoordeling medestudenten

42

TECHNIEK

Bijlage 13 Monitor PW 6

werkvorm beoordelings- vorm beoordelaars BPV v op producten instructeur vakdocent trajectbegeleider Fase 1 Oriëntatie J Formuleren en rapporteren Notulen brainstromsessies PG F pro go/no-go M Analyseren N Onderzoeken LLB 1.3 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling LLB 1.2 LLB 1.1 GO / NO-GO zelf collega leermeester

Beoordelaars

Persoonlijk logboek/urenverantwoording IND F pro go/no-go L Materialen en middelen inzetten S Kwaliteit leveren

T Instructies en procedures opvolgen

T Instructies en procedures opvolgen PvA deelproject IND Ci pra/pra go/no-go Uitwerking deelproject IND Ci pra BPV go/no-go J Formuleren en rapporteren werkzaamheden en rondt opdracht af

Uitwerking deelproject IND Ci pra BPV go/no-go T Instructies en procedures opvolgen Persoonlijk logboek/urenverantwoording IND F pro go/no-go J Formuleren en rapporteren L Materialen en middelen inzetten K Vakdeskundigheid toepassen M Analyseren 5.6 Controleert

Lijst met aandachtsgebieden milieu PG F pro go/no-go W Gedrevenheid en ambitie tonen Evaluatieverslag IND Lb pro go/no-go N Onderzoeken Logboek/urenverantwoording PG Lb pro go/no-go O Creëren en innoveren Inventariseert geschikte manieren van leren

Logboek/urenverantwoording IND Lb pro go/no-go A Beslissen en activiteiten initiëren M Analyseren O Creëren en innoveren Plant zijn eigen leerproces en voert het uit Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren WP 3.1, 4.1

Fase 2 Plan van Aanpak A Beslissen en activiteiten initiëren Overzicht tijdsindeling van de deelprojecten PG F pro go/no-go Q Plannen en organiseren Plan van Aanpak project A en B PG F pro go/no-go Logboek/urenverantwoording PG F pro go/no-go Logboek/urenverantwoording IND Lb pro go/no-go Deel Deel 4,3, 5.2 Bereidt werkzaamheden voor WP 3.2,3, 4.4, 5.1,

Fase 3 Realisatie E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen 5.3, 5.4 WP

go/no-go L Materialen en middelen inzetten PvA deelproject IND Ci pra/pra go/no-go M Analyseren Voert werkzaamheden uit 3.4, 4.5,

BEOORDELING

KT Werkproces kerntaak nr. competenties LLB 1.4

Lijst schadeafhandeling-reparatie- ontwikkelingen-processen PG F pro go/no-go

STUDENT:

project A

project B

Projectwijzer 6

Carrosserie en Milieu

Monitor

Complexiteitsniveau

43

PROJECTWIJZER 6 - CARROSSERIE EN MILIEU

Kopie onderlinge groepsbeoordeling G E pro go/no-go D Aandacht en begrip tonen Logboek/urenverantwoording G Lb pro go/no-go G Relaties bouwen en netwerken Reflectieverslag deelproject A IND F pro go/no-go M Analyseren Reflectieverslag deelproject B IND F pro go/no-go N Onderzoeken Logboek/urenverantwoording IND Lb pro go/no-go Bijgewerkt portfolio IND E pro go/no-go

T Instructies en procedures opvolgen Fase 4 Evaluatie M Analyseren Reflectieverslag project A en B G E pro go/no-go P Leren Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven Evalueert de gekozen manier van leren

Project E Samenwerken en overleggen Overzicht van de uitgevoerde deelprojecten PG Ep pro/v(N) go/no-go F Ethisch en integer handelen Logboek/urenverantwoording PG Lb pro go/no-go A Beslissen en activiteiten initiëren Presentatie project A IND Ep pro go/no-go D Aandacht en begrip tonen Presentatie project B IND Ep pro go/no-go E Samenwerken en overleggen Logboek/urenverantwoording IND Lb pro go/no-go F Ethisch en integer handelen N Onderzoeken LLB 2.1 LLB 1.5 LLB 6.2 Voert activiteiten uit voor de leefbaarheid van zijn sociale omgeving LLB 6.1 Neemt deel in diverse sociale verbanden en leeft in de openbare ruimte LLB 4.3 Stelt zich collegiaal op

A Beslissen en activiteiten initiëren E Samenwerken en overleggen Q Plannen en organiseren

44

TECHNIEK

Opleidingssoort Versie

BOL 4 3 2012-2013

Deze projectwijzer, bestemd voor de opleiding Motorvoertuigentechniek BOL 4, is gericht op het uitstroomprofiel Werkplaatsmanager/Tech- nisch Specialist in de mobiliteitsbranche. De projectwijzers zijn gebaseerd op het didactische concept Competen- tie Gericht Onderwijs (CGO). CGO is een onderwijsmethode waarbij de studenten zowel individueel als in groepsverband werken aan leerstof die gerelateerd is aan de beroepspraktijk. De projectwijzers zijn tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. De inhoud van de projectwijzers is afgestemd op de kwalificatiestructuur van de kwalifi- catieprofielen Technisch Specialist en Werkplaatsmanager met de daar onderliggende brondocumenten/beroeps-competentieprofielen en het brondocument Loopbaan en Burgerschap.

Leerjaar

Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

1

PW0 - Basisdocument voor PW 1 t/m 8

PW1a - De mobiliteitsbranche

PW2 - Inspecties, Onderhoud en Onderdelenvoorziening

PW1b - Afleveringsklaar maken

PW3 - Reparaties en Garanties

2

PW 4 - Communiceren en Diagnose stellen

PW 5 - Onderzoeken en Instrueren

PW 6 - Carrosserie en Milieu

Keuzemoment WPM - TS

Werkplaatsmanager

Technisch specialist

Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

3

PW 7 - Serviceverlening en Bedrijfsvoering

PW 7 - Lokaliseren en Verhelpen

4

PW 8 - Personeel en Organisatie

PW 8 - Modificatie en Overdracht

Examinering

Het kan zijn dat jouw ROC in het derde of vierde leerjaar start met een kwalificerend traject; dan ziet de opleiding er zo uit:

Werkplaatsmanager

Technisch specialist

Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Kwalificerende Dossiers

3

PW 6a - Onderhoud en Reparatie

PW 7a - Lokaliseren en Verhelpen

PW 7a - Serviceverlening en Bedrijfsvoering

4

PW 8a - Modificatie en Overdracht

PW 8a - Personeel en Organisatie

Artikelnummer: 00659130007

Made with