14ZW3MMZFB2

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie Bij groepsactiviteiten op sociaal-maatschappelijk gebied zorg je voor een groepsklimaat waarin cliënten veilig en prettig met elkaar omgaan. Een veilig en prettig groepsklimaat kan bijdragen aan het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag. Bij grensoverschrijdend gedrag gaat het om het overschrijden van normen en waarden, om gedrag dat sociaal onaanvaardbaar is. Grensoverschrijdend gedrag van een cliënt kan onrust geven in de groep en overslaan op andere cliënten. Je draagt zorg voor de veiligheid van de cliënt, de groep en je eigen veiligheid. Bij agressie en lastige of crisissituaties moet je je handelen snel en flexibel kunnen aanpassen. Het is belangrijk dat je weet hoe je in dergelijke situaties moet handelen en dat je handelt volgens de afspraken in het plan van aanpak en de richtlijnen van de organisatie. Je voorkomt schade en gevaar en zorgt dat cliënten kunnen leren van de situatie. Van belang is ook dat het team waarin je werkt elkaar steunt en waar je je ervaring met grensoverschrijdend gedrag kunt bespreken. Je stemt in het team de werkzaamheden af zodat de ondersteuning van de cliënten eenduidig is en je elkaar waar nodig kunt helpen. Ook evalueer je regelmatig de ondersteuning van de cliënten, zodat dit kan worden bijgesteld en de cliënten optimaal begeleid worden. Anna is een jonge meid van 23 jaar met het syndroom van Down. Ze functioneert niet op het niveau van haar leeftijd, maar op het niveau van een kind van 7 jaar. Anna woont in een beschermde omgeving, een fijn woonhuis dat ze deelt met vijf andere cliënten. Jan, één van haar medebewoners, gedraagt zich de laatste tijd anders. Hij wordt sneller boos en Anna vindt het steeds minder leuk om bij hem in de buurt te zijn. Als dat toch gebeurt, dan heeft dat direct invloed op Anna. Zij kan, als Jan moppert of nors doet, ineens hard beginnen te gillen en te schreeuwen. Ze rent dan vaak weg naar haar kamer. Mevrouw Jansen woont sinds een half jaar in verpleeghuis Molenwiek. Mevrouw Jansen heeft de ziekte van Alzheimer en gaat, sinds haar verblijf in het verpleeghuis, erg achteruit. Vorige week is ze overgeplaatst naar een andere afdeling. Sindsdien is ze heel onrustig en vraagt met stemverheffing steeds waar haar moeder is. Haar onrust heeft direct effect op een aantal medebewoners. Enkelen gaan onrustig over de gang dwalen, sommigen beginnen te huilen, één bewoonster trekt zich helemaal in zichzelf terug en zegt niets meer.

5

Fase 2

Medewerker maatschappelijke zorg

Made with