CZW20120218

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

T Instructies en

R Dit betekent dat: • je observeert volgens de door de leraar/het team gegeven instructies zodat: • je werkt volgens de binnen de school geldende protocollen en procedures.

procedures opvolgen

–– instructies opvolgen –– werken conform

voorgeschreven procedures

Werkproces 1.2 Bereidt de uitvoering van programmaonderdelen voor

P Dit betekent dat: • je geschikte materialen en middelen kiest ten behoeve van de voorbereiding • je kostenbewust en efficiënt te werk gaat

L Materialen en

middelen inzetten

–– geschikte materialen en middelen kiezen

zodat: • je de juiste middelen inzet en je geen materialen of middelen onnodig gebruikt.

T Instructies en

R Dit betekent dat: • je de voorbereiding uitvoert volgens de instructies van de leerkracht en de andere betrokkenen zodat: • je werkt op basis van gemaakte afspraken en geldende procedures.

procedures opvolgen

–– instructies opvolgen –– werken conform

voorgeschreven procedures

Werkproces 1.3 Assisteert bij de uitvoering van programmaonderdelen

P Dit betekent dat: • je, binnen de gestelde kaders, op tijd de nodige eenvoudige didactische beslissingen neemt tijdens de begeleiding bij leer- en/of gedragsproblemen

A Beslissen en

activiteiten initiëren

–– beslissingen nemen

zodat: • de leerling die je begeleidt weer verder kan met het werk.

T Dit betekent dat: • je de leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen heldere en duidelijke instructies geeft • je daarbij het juiste tempo en een logische volgorde hanteert • je controleert of de uitleg begrepen is zodat: • de leerlingen weten wat ze moeten doen en aan het werk kunnen. • je de groep overziet • je oog hebt voor de problemen van individuele leerlingen • je makkelijk en vlot associeert tijdens het geven van uitleg en instructie zodat: • je ervoor zorgt dat leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen goed geïnstrueerd aan de slag kunnen. P Dit betekent dat:

B Aansturen

–– instructies en aanwijzingen geven

K Vakdeskundigheid toepassen

–– vakspecifieke mentale vermogens aanwenden

16

ONDERWIJSASSISTENT

Made with