Voorbeeldpagina's opgavenboek 1 vwo van Management & Organisatie in Balans, 7e editie.

VWO OPGAVENBOEK 1

Management

& Organisatie

in Balans

Sarina van Vlimmeren Wim de Reuver Tom van Vlimmeren

Vormgeving en lay-out Boekverzorging:

Zefier Tekstverwerking, Breda

Ontwerp omslag: Marc Heijmans, Breda Ontwerp binnenwerk: Marc Heijmans, Breda Omslagbeeld: Thinkstockphotos

Contactgegevens uitgever Uitgeverij Van Vlimmeren B.V.

Sint Josephsstraat 13 4702 CT Roosendaal Tel: 0165 – 54 88 24 Fax: 0165 – 54 88 23

info@uitgeverijvanvlimmeren.nl www.uitgeverijvanvlimmeren.nl

Methodesite 7e druk www.managementenorganisatieinbalans.nl

NUR 162 ISBN 978 94 9165 311 7 Zevende druk, eerste oplage

© 2013 Uitgeverij Van Vlimmeren B.V., Roosendaal, Nederland.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomati- seerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Re- prorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever en tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Repro- ductierechten Organisatie, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl) te wenden.

Veel meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs vindt u op www.auteursrechtenonderwijs.nl.

All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval or database system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher.

Voorwoord

Voorwoord

Dit opgavenboek sluit aan bij Management & Organisatie in Balans vwo theorieboek 1.

Elk hoofdstuk in het opgavenboek bestaat uit opgaven en een proefwerktraining. De opgaven vol- gen de volgorde van het boek. Achter het opgavenummer staat het paragraafnummer vermeld.

Er zijn drie soorten opgaven: • opgaven met alleen een nummer: deze hebben uitsluitend betrekking op de in de bijbeho- rende paragraaf behandelde stof; • opgaven met een nummer en achter het nummer een *: deze opgaven hebben zowel betrek- king op de stof in de bijbehorende paragraaf als op de stof in de paragrafen van hetzelfde hoofdstuk daarvoor; • opgaven met een nummer en achter het nummer twee **: deze opgaven hebben zowel be- trekking op de stof in het bijbehorende hoofdstuk als op de stof in eerdere hoofdstukken.

De antwoorden bij de opgaven vind je in Management & Organisatie in Balans vwo antwoorden- boek 1.

Ieder hoofdstuk eindigt met een proefwerktraining. Die kun je gebruiken om te controleren of je de stof van dat hoofdstuk beheerst. Je docent beschikt over de antwoorden van deze proefwerk- training.

Op www.managementenorganisatieinbalans.nl vind je regelmatig actuele opdrachten en aanwij- zingen.

Najaar 2013 Sarina van Vlimmeren

Wim de Reuver Tom van Vlimmeren

Management & Organisatie In Balans

3

Inhoudsopgave

Algemeen

Domein A Basisvaardigheden

7

Domein B Organisatie

25

1 Management en organisatie

7 7 9

5 Organisaties en besluitvorming

25 25 28 30 30 34 36 36 38 40 40 44 46 46 51

Opgaven

Opgaven

Proefwerktraining

Proefwerktraining

2 Basisrekenvaardigheden

10 10 15 17 17 21 22 22 24

6 Leiderschap

Opgaven

Opgaven

Proefwerktraining

Proefwerktraining

3 Balans en winst-en-verliesrekening

7 Communicatieproces

Opgaven

Opgaven

Proefwerktraining

Proefwerktraining

4 Basis spreadsheets

8 Communicatievormen

Opgaven

Opgaven

Proefwerktraining

Proefwerktraining

9 Personeelsbeleid

Opgaven

Proefwerktraining

Uitgeverij Van Vlimmeren BV

4

Inhoudsopgave

Domein C Financiering

53

Domein D Marketing

95

10 Enkelvoudige en samengestelde interest

53 53 57 58 58 63 65 65 69 70 70 76 78 78 83 85 85 88 91 91 93

17 Marketing

95 95 99

Opgaven

Opgaven

Proefwerktraining

Proefwerktraining

11 Renten

18 Product, prijs en distributie

101 101 107 109 109 113 115 115 121 123 123 125

Opgaven

Opgaven

Proefwerktraining

Proefwerktraining

12 Rechtsvormen

19 Communicatiebeleid

Opgaven

Opgaven

Proefwerktraining

Proefwerktraining

13 Eigen vermogen

20 Strategische keuzes

Opgaven

Opgaven

Proefwerktraining

Proefwerktraining

14 Vreemd vermogen op lange termijn

21 E-business

Opgaven

Opgaven

Proefwerktraining

Proefwerktraining

15 Vreemd vermogen op korte termijn

Opgaven

Proefwerktraining

16 Vermogensmarkt

Opgaven

Proefwerktraining

Management & Organisatie In Balans

5

Domein E Financieel beleid

127

22 Voorraadregistratie en -waardering

127 127 133 135 135 138 140 140 144 145 145 148 149 149 158

Algemeen

Opgaven

Proefwerktraining

23 Kosten van duurzame productiemiddelen

Opgaven

Proefwerktraining

24 Brutowinstopslagmethode

Opgaven

Proefwerktraining

25 Nettowinstopslagmethode

Opgaven

Proefwerktraining

26 Break-evenanalyse

Opgaven

Proefwerktraining

Uitgeverij Van Vlimmeren BV

6

Hoofdstuk 1 Management en organisatie

Hoofdstuk 1 Management en organisatie

Opgaven

Opgave 1.1 (§ 1.1) a Beschrijf een organisatie. b Geef het verschil tussen een commerciële organisatie en een niet-commerciële organisatie. c Geef twee andere namen voor een commerciële organisatie.

Opgave 1.2 (§ 1.1) Janneke Maassen zit in de vijfde klas van het Theresiacollege. Janneke is lid van de zwemvereniging De Ge- vleugelde Vis. In de vakanties werkt ze als verpakkingsmedewerkster bij Meadfaco BV. Door de week werkt ze op woensdag- en donderdagavond als caissière bij de Jumbo. Van haar inkomsten heeft ze een mp3-speler van Samsung gekocht. Op zaterdag rijdt ze bij manege Verkloos BV als vrijwilligster paard met een aantal ge- handicapten van de inrichting Het Manenbos. Ze gaat één keer per jaar met haar ouders mee op vakantie. Elk jaar vliegen ze dan met Transavia naar een andere bestemming.

Gevraagd Noem de commerciële organisaties en niet-commerciële organisaties in deze tekst.

Opgave 1.3 (§ 1.1) a Noem een kenmerk van een rechtspersoon. b Welke rechtsvormen kunnen commerciële organisaties hebben? c Noem een kenmerk van de eenmanszaak. d Beschrijf een vennootschap onder firma. e Zijn eigenaren bij een nv aansprakelijk? f Noem de rechtsvormen voor niet-commerciële organisaties. g Geef twee voorbeelden van verenigingen en hun doelen. h Noem twee kenmerken van een stichting. i Geef een voorbeeld van een stichting en haar doel.

Opgave 1.4 (§ 1.1) a Op welke termijn heeft een strategische doelstelling betrekking? b Noem de rangorde van doelstellingen van boven naar beneden. c Noem een commerciële organisatie en geef van elke soort doelstelling een voorbeeld.

Opgave 1.5 (§ 1.2) a Wat omvat management? b Waarom werk je doelstellingen nader uit?

c Geef de eisen die aan doelstellingen worden gesteld. d Waarom is controle in een organisatie noodzakelijk?

SE

Management & Organisatie in Balans

7

Naast het inschakelen van een wervings- en selectiebureau en het werven van hoog opgeleid personeel door het zelf plaatsen van advertenties, zijn er nog andere wervingsmethoden. c Geef een voorbeeld. (vwo, gewijzigd)

Domein B Organisatie

Opgave 9.9** (§ 9.3) Bang voor het eerste gesprek Kleffe handjes, een bibberstem of erger nog: een black-out. Eén op de vijf sollicitanten heeft last van sollici- tatieangst. Wat doe je ertegen? Bijna iedereen voelt zich wel wat gespannen voor of tijdens een sollicitatiegesprek en daar is niets mis mee; een beetje spanning of een beetje angst zorgt er ook voor dat je alert bent. Maar als die angst te heftig wordt, kan het je ook belemmeren. Onder starters komt het nog meer voor dan onder personen die al wat langer wer- ken. Ze hebben nog geen referentiekader, kunnen niet verwijzen naar werkervaring en hebben daardoor het idee dat ze moeten concurreren met kandidaten die vast beter zijn.’ Er is wat aan te doen, zowel aan de lichtere als aan de zwaardere gevallen van sollicitatieangst. Voor sollicitanten die alleen maar zenuwachtig zijn, is het genoeg dat ze zich grondig voorbereiden. Op veel vacaturesites staan lijsten met sollicitatiegesprekken. Het is zinvol om daar – liefst hardop – een antwoord op te formuleren om zowel de formulering als ook de manier waarop je het zegt te oefenen. Dan gaat het vooral over het overbrengen van enthousiasme tijdens het solliciteren. Met de inhoudelijke voor- bereiding zit het meestal wel goed maar spanning kan ervoor zorgen dat ze tijdens het gesprek niet weten waar ze hun handen moeten laten – en klemmen die stevig onder hun oksels, waardoor ze een gesloten, weinig enthousiaste indruk maken. Om dat te voorkomen moet een sollicitant zich op alle aspecten van een gesprek voorbereiden: je moet weten wat je op welke vraag gaat antwoorden, welke kleding zowel past bij de bedrijfs- cultuur als bij jezelf, maar ook hoe je je gaat presenteren. Dat kan door oefening, bijvoorbeeld via een rollen- spel. Voor sollicitanten die dagen van tevoren beheerst worden door angst en die blokkeren op het moment dat ze moeten presteren, is meer nodig. Die groep heeft negatieve overtuigingen die voor hen heel echt lijken. Ze moeten zien te achterhalen welke overtuigingen dat zijn en hoe reëel die zijn. Doorvraaggesprekken kunnen een oplossing daarvoor zijn. Een voorbeeld: ‘Iemand zegt: “Ik kan deze klus niet.” Je vraagt: “Waarom niet?” “Ik ben niet goed genoeg” “Wat moet je dan kunnen om deze klus te kunnen doen?” Alles, ik mag geen fouten maken.” Is het reëel dat je alles al kunt als starter?” “Nee, maar dat verwachten ze wel.” “Hoe verschrikkelijk is het als je een fout maakt?” Vervolgens formuleer je die basisovertuiging waar de angst uit voortkomt nog een keer. In rollenspellen doen de bangerikken daarna een positieve ervaring op waarin ze voelen hoe een ge- sprek kan verlopen zonder die negatieve grondgedachte. En wie een beetje stressbestendig is, kan het geleerde vervolgens later ook in praktijk brengen. Een enkeling lukt dat niet. Hen wordt soms een bètablokker aangeraden. ‘Als je voor de rest prima functioneert, waarom zou je dan bij zo iets belangrijks niet een keer een pilletje slikken?’ (Intermediair, gewijzigd) Gevraagd a Waarom hebben starters meer last van spanning dan mensen die langer werken? b Waarom wekt vooringenomen interpretatie angst op tijdens een sollicitatiegesprek? c Leg uit dat enthousiasme overbrengen belangrijk is. d Welke manieren worden er in het artikel genoemd om sollicitatieangst de baas te blijven? Opgave 9.10 (§ 9.4) Hans Troost wil een ernstig gesprek met werknemer Wim Holst, omdat Wim al verschillende keren iets fout heeft gedaan. Om die reden nodigt Hans Wim uit voor een gesprek. Gevraagd a Noem de verschillen tussen een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek. b Lijkt dit gesprek het meest op een functioneringsgesprek of een beoordelingsgesprek? Motiveer je ant- woord.

SE

Uitgeverij Van Vlimmeren BV

48

Opgave 9.11 (§ 9.4) a Waarom nemen veel organisaties de kosten van bijscholing van personeel voor hun rekening? b Houdt flexibele pensionering in dat een werknemer eerder ophoudt met werken? Motiveer je antwoord.

Hoofdstuk 9 Personeelsbeleid

Opgave 9.12 (§ 9.4) Peter Broekstra werkt al enkele jaren bij het metaalverwerkingsbedrijf Meta BV. Voor de onderneming is de metaal-cao afgesloten. Omdat Peter vindt dat hij meer presteert dan de meeste van zijn collega’s, heeft hij om een loonsverhoging gevraagd. Dit is hem geweigerd, waarop Peter heeft besloten om zijn baan op te zeggen en te proberen ergens anders aan de slag te komen. Gevraagd a Waarom zal Peter geen loonsverhoging hebben gekregen? b Peter gaat boos weg. Heeft hij recht op een getuigschrift? c Mag de werkgever de reden van ontslag vermelden op het getuigschrift? d Zal Peter zal in een ander metaalverwerkingsbedrijf gemakkelijk een hoger loon ontvangen. Motiveer je antwoord. Van de bijklussende scholieren rond de achttien heeft 80% een arbeidscontract. Bij de twaalfjarigen is dat maar 20%. Want die verdienen nog niet in de supermarkt of horeca, maar met autowassen en oppassen. Gemiddeld heeft de helft van de schoolgaande jeugd er een baantje bij. De cijfers verschillen per leeftijdsgroep. Van de 12-jarigen heeft 20% een baantje; van de 17-jarigen zelfs 68%. Ook het aantal uren dat scholieren werken, ver- schilt per leeftijdsgroep. De 13-jarigen die een baantje hebben, werken gemiddeld vijf uur per week. Scholieren van 15 jaar werken gemiddeld acht uur per week; scholieren van 16 jaar gemiddeld ruim negen uur per week. Gemiddeld verdienen 12-jarigen met hun inspanningen ongeveer € 3,50 per uur. Tot en met een jaar of 15 blij- ven de verdiensten constant. Oudere leerlingen zien hun uurlonen daarna snel oplopen. Scholieren van 18 jaar verdienen gemiddeld ongeveer € 5 per uur. Over het algemeen weten jongens de beter betaalde baantjes voor zich te reserveren. Ook scheelt het of een scholier een officieel arbeidscontract heeft of niet. Witte baantjes betalen beter dan zwarte. Scholieren hebben vanaf hun 15e recht op het minimumjeugdloon. Toch komt het voor dat scholieren minder betaald krijgen. (Bron: BN/De Stem, gewijzigd) Gevraagd a Noem drie onderwerpen die worden geregeld in een arbeidscontract. b De scholieren werken tussen de vijf en negen uur per week. Is dit voor de onderneming die de scholieren voor zich laat werken een vorm van flexwerk? Motiveer je antwoord. c Zoek de bedragen van het minimumjeugdloon op. d Verdienen scholieren tot en met 15 jaar gemiddeld meer of minder dan het minimumjeugdloon? En scho- lieren vanaf 15 jaar? e Jongens weten de beter betaalde baantjes voor zich te reserveren. Is dit discriminatie? Leg je antwoord uit. f Wat zijn zwarte baantjes? Opgave 9.13 (§ 9.5) Groot aantal scholieren heeft een bijbaan

g Maak een overzicht van de leerlingen en hun baantjes en verdiensten in jouw klas. h Komen de bedragen en de uren overeen met de gegevens zoals in het artikel?

Opgave 9.14 (§ 9.5) Zie de foto op pagina 128 in je theorieboek. De boete voor de werknemer die zoiets doet, is op dit moment (na- jaar 2013) ongeveer € 1.500.

Gevraagd a Waarom zou er een boete op dit gedrag staan? b Wat vind je van het bedrag van de boete?

SE

Management & Organisatie in Balans

49

Opgave 11.13 (§ 11.2) Chantal Bökkerink heeft in 2015 en 2016 recht op een uitkering van € 7.500 per kwartaal. De termijnen vervallen aan het einde van elk kwartaal, voor het eerst op 31 maart 2015. De interest is 0,7% per kwartaal.

Domein C Financiering

Gevraagd Maak de tijdlijn en bereken de contante waarde van de uitkeringen op 1 januari 2014.

Opgave 11.14 (§ 11.3) Roos Janssen stort op 1 januari 2014 en vervolgens elk jaar op 1 januari € 5.000 bij haar bank tegen een inte- restvergoeding van 4% per jaar. De laatste storting vindt plaats op 1 januari 2019.

Gevraagd Bereken met een formule het bedrag dat op 31 december 2019 op de bank staat.

Opgave 11.15 (§ 11.3) Pim Derks stort jaarlijks, om te beginnen op 31 december 2014, een bedrag van € 4.000 op een spaarrekening. Overeengekomen is dat de bank 4,5% samengestelde interest vergoedt. De interest wordt telkens op 31 de- cember bijgeschreven. Gevraagd Bereken met een formule de eindwaarde van deze stortingen op 31 december 2023, nadat de storting per die datum heeft plaatsgevonden, en na bijschrijving van de interest. Opgave 11.16 (§ 11.3) Judith Mimon stort in de jaren 2014 tot en met 2020 elk jaar per 1 januari een bedrag van € 1.500 op een spaar- rekening. De bank vergoedt 3,75% samengestelde interest per jaar. Gevraagd a Bereken met behulp van een formule het tegoed van de spaarrekening op 31 december 2025, na bijschrij- ving van de interest op die datum. b Bereken het totale bedrag aan gekweekte interest op 31 december 2025.

Opgave 11.17 (§ 11.3) Ineke Broekkamp stortte op 1 januari 2014 een bedrag van € 10.000 op een bankrekening tegen 4% samenge- stelde interest per jaar. Met ingang van 1 januari 2015 stort zij daar jaarlijks € 2.000 bij, voor het laatst op 1 ja- nuari 2022.

Gevraagd Bereken het spaartegoed op 31 december 2022.

Opgave 11.18* (§ 11.3) Sophie Hendriekxes wil een spaarrekening openen. Twee spaarvormen lijken haar aantrekkelijk en ze gaat beide vergelijken. Boram InternetSparen Boram Internetsparen is een moderne en makkelijke manier van sparen met een extra hoge rentevergoeding. U kunt uw saldo onbeperkt opnemen, zonder kosten of vooraf opzeggen. Met Boram Internetsparen bepaalt u zelf wanneer u spaart. U ontvangt op uw Internetspaarrekening een zeer aantrekkelijke rente van 4,1% over het gehele tegoed. GIN Bank ‘Europa spaarrekening’ De Gin Bank Europa spaarrekening combineert flexibiliteit met een hoge rentevergoeding. U kunt dagelijks over uw spaarsaldo beschikken zonder boeterente te hoeven betalen. En als u uw spaarsaldo langer op de re- kening laat staan, ontvangt u een zeer aantrekkelijke bonusrente. De eerste inleg is minimaal € 5.000. Bovenop

CE

Uitgeverij Van Vlimmeren BV

60

de basisrente van 3,5% ontvangt u een aantrekkelijke bonusrente van 0,75% over het spaartegoed dat gedu- rende het gehele kalenderjaar op de rekening heeft gestaan, mits het spaartegoed minimaal € 5.000 is. De ren- teverrekeningsdatum is 31 december. Neemt u in een bepaald jaar een bedrag op dan vervalt de bonusrente in dat jaar over het gehele bedrag.

Hoofdstuk 11 Renten

Sophie heeft op 1 januari 2020 een bedrag van € 20.000 nodig.

Gevraagd a Bereken welk bedrag zij op 1 januari 2014 minimaal op de ‘Europa spaarrekening’ bij de Gin Bank moeten storten om op 1 januari 2020 over een bedrag van € 20.000 te kunnen beschikken. Sophie besluit om jaarlijks op 1 januari € 5.000 te storten op één van bovengenoemde spaarrekeningen. De eerste storting vindt plaats op 1 januari 2014. Omdat ze op 1 januari 2020 de bovengenoemde € 20.000 nodig heeft, zal ze op die datum in plaats van het gespaarde bedrag van € 5.000 te storten, een bedrag van € 15.000 van de spaarrekening opnemen. b Bereken bij deze stortingen en opname voor beide spaarvormen het spaarsaldo op 31 december 2020 (zie formuleblad). Formuleblad Gebruikte symbolen: E = eindwaarde, T = een termijnbedrag uit een reeks gelijke termijnbedragen die met gelijke tussenperioden vervallen (a = eerste term van de meetkundige rij), p = rentepercentage, n = aantal perioden/ter- mijnen, i = p/100, r = (1 + i). Opgave 11.19 (§ 11.3) Sara Al Shamma wordt geboren op 1 april 1996. Haar ouders besluiten voor haar gedurende 21 jaar per de eerste van elk maand een bedrag van € 30 op een spaarrekening te zetten. De eerste storting vindt plaats op 1 mei 1996. De bank vergoedt 0,3% samengestelde interest per maand. De bijschrijving van de interest vindt plaats op de laatste dag van de maand. Gevraagd a Bereken met behulp van een formule het geplande tegoed op de spaarrekening per 1 april 2017, na de storting per die datum. Als Sara 18 wordt, wil ze graag autorijles nemen. Ze verwacht een bedrag van € 2.500 nodig te hebben. Ze be- schikt hier zelf niet over en vraagt haar ouders of ze dit van de spaarrekening mag nemen. Haar ouders gaan hiermee akkoord en per 31 maart 2014 wordt van de spaarrekening € 2.500 afgehaald. b Bereken het tegoed op de spaarrekening per 31 maart 2014 na de bijschrijving van de interest per die datum en na de opname van € 2.500. c Bereken het verwachte tegoed op de spaarrekening per 1 april 2017, na de storting op die datum. d Bereken het over de gehele periode gekweekte bedrag aan interest op 1 april 2017. e Deze opgave kun je ook in Excel uitwerken. Zie daarvoor de aanwijzingen op de website. Opgave 11.20 (§ 11.4) Nicole Jansen heeft in de jaren 2014 tot en met 2025 de verplichting jaarlijks € 2.000 te betalen. Zij kan deze verplichting op 1 januari 2014 afkopen tegen 6% samengestelde interest per jaar. Gevraagd a Bereken met een formule de contante waarde van de verplichting als de jaarlijkse termijnen van € 2.000 aan het eind van elk jaar vervallen. b Bereken ook met een formule de contante waarde van de verplichting als de jaarlijkse termijnen van € 2.000 aan het begin van elk jaar vervallen. r n – 1 r – 1 (1 + i) ((1 + i) n – 1) i E n = T Of E n = a (vwo, gewijzigd)

CE

Management & Organisatie in Balans

61

Steeds meer consumenten kopen maaltijdsalades. De markt voor deze maaltijden neemt met ongeveer 10% per jaar toe. Dit is ongekend hoog in deze markt. De onderneming van Joris is marktleider in de markt van maaltijdsalades met een absoluut marktaandeel van 30%. Concurrerende aanbieders hebben geen van alle meer dan 5% marktaandeel. c Hoe categoriseren we de producten van Joris volgens de portfolioanalyse? d Noem een belangrijke bedreiging voor Joris. De distributie van verse voedingsmiddelen vindt gekoeld plaats. Joris besteedt op dit moment de volledige distributie naar winkels uit. Dit kost hem € 380.000 per jaar. Hij zoekt naar een voordeliger alternatief. Het zelf distribueren van deze producten zou hem naar schatting € 375.000 per jaar kosten. e Kiest Joris om zelf de distributie te doen of de distributie uit te besteden? Leg uit waarom. De strijd tussen een handvol fabrikanten van slimme horloges om de gunsten van de consument is begonnen. Deze week presenteerde Samsung zijn eerste smartwatch. Gaat een telefonerend horloge de nieuwe cash cow worden? Deze week kwam Samsung met zijn langverwachte Galaxy Gear. En Ger de Gram van de website Draadbreuk heeft de smartwatch al in zijn handen gehad. "Het is een horloge waar je mee kunt bellen. Stel dus dat je gebeld wordt door je vrienden, kun je opnemen met je horloge. Maar dan moet je wel je horloge in je broekzak heb- ben." De verwachtingen van draagbare gadgets zijn hooggespannen. Analisten van Credit Suisse voorspellen dat deze markt de komende 3 tot 5 jaar zal exploderen naar 50 miljard dollar. Geen wonder dat er al veel fabri- kanten zijn die hier graag een graantje van meepikken. Kortom: het gevecht om de pols van de Consument is begonnen! Maar er is ook een zwak punt. Het is altijd in combinatie met een smartphone. En hij is ook vrij duur. Ze kosten rond de 200 tot 300 dollar. Dat zal wel de re- presentatieve prijs worden. En hij komt niet in de plaats van je telefoon. Het is weer een apparaat erbij dat je in de gaten moet houden, om de batterij van te beheren, enzovoort. (BNR Nieuwsradio, bewerkt) Gevraagd a Noem potentiële concurrenten voor de smartwatch van Samsung. b In de tekst wordt gesproken over een cash cow. Leg uit of je het met deze classificatie eens bent. Smartwatchbazaar BV verkoopt per maand 100 smartwatches. De onderneming kan deze horloges lopen bij een groothandel in Amersfoort voor € 150 per stuk. Deze groothandel in Amersfoort rekent € 5 verzendkosten per exemplaar. Wel kunnen horloges per stuk worden gekocht en de levering vindt dan binnen 24 uur plaats. Ook kunnen bestellingen geplaatst worden bij een groothandel in Madrid voor € 140 per stuk. De transport- kosten zijn € 8 per stuk, maar bestellingen moeten per 100 plaatsvinden. Hierdoor heeft Smartwatchbazaar BV extra verzekeringskosten van € 3,95 per maand. c Bij welke groothandel bestelt Smartwatchbazaar BV als het kostenaspect doorslaggevend is? Leg uit. Opgave 3 Smartwatch-producenten knokken om pols consument

Domein D Marketing

SE

Uitgeverij Van Vlimmeren BV

122

Hoofdstuk 21 E-business

Hoofdstuk 21 E-business

Opgaven

Opgave 21.1 (§ 21.1) Welke c hoort bij welke p?

Opgave 21.2 (§ 21.1) Gebruikerservaringen op vergelijkingssites 'Een dikke tien voor uw bedrijf!'

Mensen zijn groepsdieren. Als we iets moeten beslissen, horen we graag het oordeel van anderen. En als veel anderen iets goed vinden, dan zal het wel goed zijn. Op dit principe zijn vergelijkingssites gebaseerd, waar de mening van de één de ander helpt beslissen. (Consumentengids, bewerkt)

Gevraagd a Waarom hebben ondernemingen belang bij het beïnvloeden van vergelijkingssites? b Waaruit bestaat e-marketingbeleid? c Leg uit dat mensen meer letten op de total cost of ownership dan op de aanschafprijs. d Noem een kenmerk van crossmediale uitzendingen. e Waarom is klantgemak een belangrijke factor voor ondernemingen?

Opgave 21.3 (§ 21.2) Webshop geen bijzaak

De tijd dat je met gemak naast het huishouden of je fulltime job een webshop kon starten waarna de omzet als het ware vanzelf omhoog gierde, is nu toch echt voorbij. De markt zit zo potdicht dat alleen buitengewoon toe- gewijde ondernemers met een uitgesproken formule en hun focus op een heel smalle niche de grootste kans hebben. De opkomst van grote buitenlandse partijen heeft het speelveld er niet gemakkelijker op gemaakt. “Je moet er vol voor gaan, op zoek gaan naar heldere onderscheiding en ondersteunende techniek. Het is goed dat er kant-en-klare winkeloplossingen zijn waarmee je aan de slag kan gaan. Maar alleen ondernemers die zich vergaand verdiepen in nieuwe shopbehoeften en technische uitbreidingen die het gemak vergroten, kun- nen succesvol worden.” In techniek investeren kun je ook nooit te veel doen. “Bij de afrekenmodule van veel webshops haken nog steeds heel veel klanten af. Er worden nog steeds onnodige drempels opgeworpen, zoals de noodzaak om eerst in te loggen. Technisch zijn er oplossingen voorhanden waarmee je je op dit punt kan onderscheiden, die zou je moeten willen.” (De Telegraaf, bewerkt) Gevraagd a Waarom kun je volgens voorgaande bron nooit te veel in techniek investeren? b Leg uit dat convenience (klantgemak) ook op de website zelf belangrijk is. c Gaat het in voorgaande bron voornamelijk over B2C, B2B of C2C? Motiveer je antwoord. Opgave 21.4 (§ 21.3) Lees de tekst in de afbeelding in hoofdstuk 21, paragraaf 21.2, pagina 279. a Waarom zijn dit soort programma’s nuttig? b Andere van dit soort programma’s leggen het websitegedrag van individuele gebruikers vast. Vind je dit kunnen? Motiveer je antwoord.

SE

Management & Organisatie in Balans

123

Gevraagd a Bereken de over 2014 behaalde winst. b Bereken de over 2014 gerealiseerde afzet. c Bereken van welke verkoopprijs in 2014 werd uitgegaan. d Bereken de gerealiseerde omzet in 2014. e Bereken bij welke afzet er in 2014 sprake was van winst noch verlies.

Domein E Financieel beleid

Opgave 26.14 (§ 26.2) Op afdeling II van onderneming Visser wordt uitsluitend het massaproduct XP vervaardigd. Over 2014 is van dit product het volgende bekend. • De totale constante kosten van deze afdeling zijn € 1.350.000. • De break-evenafzet ligt bij 30.000 eenheden XP. • Over 2014 wordt een winst gerealiseerd van € 225.000. • De verkoopprijs per eenheid XP is € 100.

Gevraagd a Bereken de dekkingsbijdrage per eenheid XP. b Bereken de variabele kosten per eenheid XP. c Bereken welk aantal eenheden XP in 2014 is verkocht. d Bereken bij welke afzet de winst twee keer zo groot zou zijn geweest.

Opgave 26.15 (§ 26.2) Met betrekking tot een bepaald product zijn voor het boekjaar 2014 de volgende begrote cijfers verzameld: • totale constante kosten: € 340.000; • inkoopprijs per product: € 27; • overige variabele kosten per product: € 10,50;

• break-evenafzet: 17.000 product; • verwachte afzet: 19.000 product.

Gevraagd a Bereken de verkoopprijs per product.

Door de concurrentie uit China moet er rekening mee worden gehouden dat de afzet 5% lager uitvalt dan ver- wacht. b Leg uit dat deze lagere afzet er niet toe leidt dat over 2014 verlies geleden wordt. c Bereken tot welk percentage de verwachte afzet maximaal mag dalen voordat er over 2014 verlies geleden wordt. (in één decimaal nauwkeurig) Opgave 26.16 (§ 26.2) Een onderneming handelt onder meer in het product Pony. Voor 2014 stelt zij de verkoopprijs op € 99,22 in- clusief 21% btw. De dekkingsbijdrage per product is € 50. Gevraagd a Leg uit wat het gevolg is van een daling van de dekkingsbijdrage per product voor de break-evenafzet. b Bereken de som van de inkoopprijs en de overige variabele kosten per product Pony. De break-evenomzet voor het product Pony is € 984.000. c Bereken de break-evenafzet. d Bereken de totale constante kosten die samenhangen met het product Pony voor 2014. e Bereken bij welke afzet per jaar de bijdrage van het product Pony aan de nettowinst € 200.000 is.

Opgave 26.17 (§ 26.2) Mozart NV wil voor het product Adagio een break-evenanalyse maken. Voor 2014 is het volgende gegeven: • De totale toegestane kosten zijn bij 160.000 eenheden € 1.520.000 en bij 200.000 eenheden € 1.720.000. • De verkoopprijs is € 8 (exclusief btw).

CE

Uitgeverij Van Vlimmeren BV

152

Gevraagd a Bereken bij welke afzet van het product Adagio er in 2014 winst noch verlies zal zijn.

Hoofdstuk 26 Break-evenanalyse

Voor 2015 zijn de volgende gegevens beschikbaar: • De totale constante kosten zullen toenemen tot € 840.000. • De handelsonderneming wil door bezuinigingen de variabele kosten zodanig verlagen dat de break-even- afzet gelijk blijft aan die van 2014. • De verkoopprijs blijft gehandhaafd op € 8. b Bereken met welk percentage de variabele kosten per eenheid Adagio verlaagd moeten worden om op dezelfde break-evenafzet als het vorig jaar uit te komen.

Opgave 26.18 (§ 26.2) In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

De industriële onderneming Mostart wil van het product Mino C20 de break-evenomzet bepalen. Hiervoor heeft zij de volgende gegevens ter beschikking: Fabricagekosten constant € 3 ,00 variabel € 2 ,00

Fabricagekostprijs

5 ,00 1,50 2 ,00

Verkoopkosten

constant variabel

Commerciële kostprijs

8,50 3,50

Winst per product

Vastgestelde verkoopprijs

12 ,00

De normale productie en normale verkoop van het product Mino C20 zijn 12.000 stuks per jaar en de verwachte productie en verwachte verkoop voor 2014 zijn 11.500 stuks.

Gevraagd a Bereken de break-evenomzet van het product Mino C20 voor 2014.

Mostart heeft voor 2014 contracten afgesloten met een gegarandeerde afzet van 6.000 stuks Mino C20. Stel dat Mostart in 2014 voor Mino C20 geen andere afzet heeft dan deze gegarandeerde afzet van 6.000 stuks. b Bereken in dit geval tegen welke verkoopprijs Mino C20 verkocht moet worden ommet dit product in 2014 geen winst of verlies te maken. (vwo, bewerkt)

Opgave 26.19** (§ 26.2) In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Van handelsonderneming Veld zijn over 2014 de volgende gegevens bekend: • de omzet bedraagt € 85.358.000; • alle in 2014 verkochte goederen zijn afgeleverd; • de brutowinst is 30% van de omzet; • de overige variabele bedrijfskosten zijn € 7.468.825; • de overige variabele bedrijfskosten zijn rechtevenredig met de omzet; • de constante bedrijfskosten zijn € 6.375.000; • de waarde van de voorraad op 1 januari 2014 bedraagt € 4.300.000; • de waarde van de voorraad op 31 december 2014 bedraagt € 4.650.000; • alle in 2014 ingekochte goederen zijn ontvangen. Gevraagd a Bereken de nettowinst van Veld over 2014. b Bereken voor welk bedrag Veld in 2014 goederen heeft ingekocht.

CE

Management & Organisatie in Balans

153

Made with