00660490008

Onderzoek eerst wat er per opdracht van je wordt verwacht. Bekijk goed welk werkproces bij de opdracht hoort en hoe je de bijbehorende compe- tenties aan moet tonen. Welke producten moet je straks leveren en welke eisen worden aan die producten gesteld? Alle eisen vind je in de beoorde- lingsformulieren van hoofdstuk 6. Vervolgens onderzoek je op welke plek je de opdrachten gaat uitvoeren. Doe je dit bij een of meer BPV-bedrijven of op school? Komt de context voor de opdrachten uit de praktijk of gebruikt je school een casus? Het is zelfs mogelijk sommige opdrachten in een kerntaak tijdens je BPV te doen en de rest op school! Onderzoek welke afspraken hierover zijn gemaakt. Als je zelf een context zoekt bij de opdrachten, onderzoek je welke opdrachten (dus welke werkprocessen) je in de praktijk kunt uitvoeren en welke niet. Als je bijvoorbeeld werkproces 1.3 ‘Maakt een concept’ in de praktijk wilt doen, moet je vooraf zeker weten dat het maken van een concept tijdens je BPV bij jouw werkzaamheden hoort. Als je een kerntaak of delen ervan in de praktijk gaat uitvoeren, moeten je werkzaamheden passen bij het niveau van dit examen. De context waarin je werkt, moet hetzelfde niveau hebben als de casus voor kerntaak 1 en 2 uit bijlage 5 en de casus met bijlagen voor kerntaak 3 uit bijlage 6 en 7. Als je weet op welke manier je de opdrachten gaat uitvoeren die horen bij de drie kerntaken, maak je een afsluitingsplan. Voor elk van de kerntakenmaak je een apart afsluitingsplan. Bijlage 1 van dit dossier bevat een formulier voor zo’n plan. Je levert de drie afsluitingsplannen in bij je begeleider op school en als dat nodig is ook bij je begeleider op de BPV-plek.

Na goedkeuring van je afsluitingsplan kun je verder met het plannen van je activiteiten.

18

Kwalificerend Dossier

Made with