Carin Wevers - Kan ik daar wat aan doen?

1.3 • Armenzorg in het oude Griekenland

rechtvaardig, maar je doet het toch vooral voor jezelf. De welgestelden wordt aangeraden om hulpvaardig te zijn omdat ze daar uiteindelijk zelf voordeel bij hebben ‒ is het niet nu, dan wel later. Denk maar aan het spreekwoord: ‘Wie goed doet, goed ontmoet’. De Egyptenaar weet dat zijn positie van welgestelde zomaar kan omslaan. En wie als rijke goed voor de armen heeft gezorgd, zal zo nodig op zijn beurt ook kunnen re kenen op steun. Daarnaast kan het helpen van de armen je eer en een goede naam ver schaffen. Ten slotte kun je door het verrichten van goede daden een be loning in het hiernamaals verwachten. De christelijke gedachte dat een mens door God wordt afgerekend op zijn goede en slechte daden zien we dus al ver voor het christendom haar intrede doen als een belangrijk motief. Later ontstaat zelfs de gedachte dat de armen onder de directe bescherming van God staan en voor hun lijden op aarde in het hierna maals beloond zullen worden (ibid., 22). Het zal een van de kerngedach ten van het christendom worden. Als we verwijzen naar de Griekse oudheid, dan hebbenwe het doorgaans over het Griekenland in de vijfde en vierde eeuw v.Chr. en meer specifiek over Athene. Daar is voor het eerst sprake van een democratisch bestuur. In tegenstelling tot de Egyptenaren kennen de Grieken in die tijd geen hiërarchisch opgebouwde samenleving van slechts één machthebber van wie de rest van het volk onderdaan is. Voor de wet is iedere burger gelijk. Burgers bekleden bij toerbeurt (door loting) ambtelijke posities en krijgen daarvoor een vergoeding. Er is sprake van directe democratie en niet van een representatieve democratie zoals wij die kennen. Dat be tekent overigens niet dat alle inwoners van de stad iets te zeggen hebben over het bestuur. Onder de demos (het volk) vallen alleen de mannelijke burgers die over een bepaald minimuminkomen beschikken: alleen zij hebben stemrecht en stellen de wetten op. Ze bepalen samen het te voe ren beleid. Uit het feit dat er geen aparte sociale moraal specifiek gericht op de omgang met armen bestaat, volgt natuurlijk niet dat er geen armen zijn, maar het geeft wel aan dat er geen enorme onderklasse van armen is, zoals in Egypte en andere staten. Dit heeft te maken met het feit dat de welgestelde burger of de heer de plicht heeft voor zijn oikos (de gehe le huishouding, waartoe directe en indirecte familie zoals weduwen en wezen, maar ook slaven behoren) te zorgen. Het is vooral verstandig om goed voor je slaven te zorgen en ze te voeden en te verplegen als ze ziek

deel 1

documentaire: dagelijks leven in oude Egypte

thema: het leven in Griekenland en Egypte

1.3 Armenzorg in het oude Griekenland 500-300 v.Chr.

filmpje: Atheense democratie

33

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online